Hoofdstuk 15

934 57 11
                                    

'Wat bedoel je met: "Denk je dat Marc's dood echt een ongeluk was?",' herhaalde ze zijn uitspraak.
'Schat, welk deel heb je niet begrepen?' zuchtte hij geïrriteerd.
'Het was een ongeluk, dat zeiden ze.' 'En hebben "ze" ook gezegd wat de oorzaak was?'
Het kwam te dichtbij. Ze had haar verdriet te lang opgekropt. De tranen liepen uit haar ooghoeken en stroomden over haar wangen.
'Niet huilen, het komt wel goed,' aaide Brecht Fenna met haar kleine handje over haar rug.
'Het was mijn schuld,' bracht Fenna snikkend uit. 'Ik wist dat hij teveel had gedronken en toch liet ik hem gaan. Ik had hem tegen moeten houden,' zei ze tussen haar tranen door.
'Zo slecht reed hij anders niet hoor.'
Er verscheen een triomfantelijke glimlach op zijn gezicht.
'Wat heb je met hem gedaan, klootzak,' siste ze woest Fenna.
Brecht schrok van haar plotselinge uitbarsting.
'Kijk dan wat je doet; je maakt haar bang.' Hij wees naar het kleine meisje. 'Sorry Brecht, dat had ik niet mogen zeggen,' verontschuldigde ze zich.
'Daar heb je binnenkort geen last meer van,' knipoogde hij naar haar. 'Dan woon je in een heel leuk pleeggezin.' Brecht keek Fenna met betraande ogen aan. 'Papa zei dat het goed zou komen,' fluisterde ze.
'Het komt ook goed, ik beloof het.'
Het meisje droogde haar tranen.

Op dat moment hoorden ze de piepende remmen van auto's. Een hoop geschreeuw volgde. De mannen in de loods sprongen op.
'Foute boel!' riep een rooie.
Daan vloekte. 'Hoe heeft dit kunnen gebeuren?' was zijn retorische vraag. Boven de loods klonk nu een klapperend geluid. 'Wat is dat? Een helikopter? Wat zijn ze van plan?' somde Daan zijn vragen op.
Opeens klonk er een stem door de megafoon. 'Daan de Groot, kom naar buiten met je handen omhoog!'
Ze meende de stem van haar collega Evert Numan te horen. Hoe had hij haar gevonden? Ze had de peilzender immer uitgezet.
'Je hebt dertig seconden om naar buiten te komen,' klonk het. 'Het gebouw is omsingeld, je kunt nergens heen!'
Het was Evert, ze wist het nu zeker. 'Wat gaan ze doen?' vroeg Daan paniekerig. 'Gaan ze binnenvallen?'
'Je kunt dit nu nog stoppen. Geef je over, dan voorkom je verdere problemen.'
Daan schudde stellig zijn hoofd. 'Nee, ik laat mijn plan niet zomaar verkloten.'
Opnieuw klonk de stem van Evert. 'Nog vijftien seconden!'
En dan? Was Evert inderdaad van plan met veel geweld binnen te stormen? Daarmee zette hij zijn eigen leven, dat van Fenna én dat van zijn dochter op het spel.
Plotseling voelde ze hoe de loop van een vuurwapen tegen haar slaap werd gezet.
'Ik doe 't. Ik doe 't echt.' Zijn hand trilde.
Brecht gilde van angst.
Fenna keek hem aan. Als Evert met een team binnenviel kon er van alles gebeuren. Als ze dat wilde voorkomen moest ze ingrijpen.
'Niet doen,' zei ze. 'Ik help je.'
'Nog vijf seconden!' riep Evert van buiten.
'Ik heb jou hulp niet nodig.'
'Dat heb je wel, over enkele seconden staat mijn collega hier binnen. Wat wil je dan?'
'Laatste kans!' hoorden ze.
'Ga alsjeblieft.'
Hij twijfelde even, maar bleef staan.
Er volgenden een aantal luidde explosies, waarna een grote wolk rook het pand binnen kwam.
De AE stormde met veel kabaal binnen. 'Laat dat wapen vallen.' 'Op de grond.' 'Handen in je nek,' schreeuwden verschillende stemmen door elkaar.

In plaats daarvan tilde hij Brecht op en drukte het pistool tegen haar hoofd. 'Hó, wacht, wat wil je?' vroeg Evert meteen.
De tranen stroomden over Brecht's wangen. 'Papa, help me alsjeblieft,' huilde ze.
Hij begon te trillen en verloor zijn stabiliteit. Niks laten merken Evert, niet aan je angst toegeven, zei Fenna in gedachten.
'Ik wil een vrijgeleide, binnen dertig minuten. Als jullie mij volgen schiet ik je prinsesje een kogel door haar mooie hoofdje.'
'Laat Brecht hier buiten, alsjeblieft,' smeekte Evert.
Daan schudde lachend zijn hoofd. Hij had zijn zelfvertrouwen terug. Hij had gewonnen van Evert. Tenminste, dat dacht hij. Want op dat moment opende Brecht haar mond en zette haar tanden in de hand waar Daan zijn wapen in vasthield.
'Au, kreng,' schreeuwde hij het uit van de pijn. Hij greep naar de wond, liet daardoor het meisje los. Evenals het vuurwapen.
De arrestatie eenheid greep meteen in. Ze renden op Daan af, drukten hem tegen de grond en boeiden hem.
Evert rende naar zijn dochter en tilde haar op. 'Lieverd het spijt me zo,' fluisterde hij.
Haar lichaam schokte van het snikken. 'Papa, ik was zo bang,' gaf ze toe.
'Je bent veilig, het komt goed.' Hij aaide haar over haar rug, terwijl hij haar een kus op haar wang drukte. Fenna glimlachte toen ze vader en dochter weer herenigd zag. 'Het spijt me Evert,' zei ze tegen hem.
'Het is goed.'
Ze keek hem verbaasd aan. Geen uitbarsting, geen commentaar; niets. 'Bedankt dat je op haar hebt gelet,' doelde hij op Brecht.
Ze zagen hoe Daan geboeid naar een van de dienstwagens afgevoerd werd. 'Hoe kende je hem?' wilde Evert weten.

'Een paar jaar geleden, toen ik met een paar vriendinnen ging stappen, ontmoette ik Daan. Hele leuke vent, maar hij wilde meer dan ik. Ik had namelijk net een relatie met Marc. Daan vroeg me de dag daarna of ik zin had om af te spreken. Dat aanbod heb ik afgewezen. Dat vond hij, zacht uitgedrukt, niet zo leuk. Hij begon me te stalken. Toen heb ik Marc een keer met hem laten praten, waarna hij een hele tijd niks meer van zich heeft laten horen. Maar blijkbaar vrat het aan hem en wilde hij "wraak". Dus vermoordde hij Marc en liet hij Thijmen ontvoeren.' Fenna vertelde het nogal luchtig. Toch merkte Evert dat het veel met haar deed. Hij zette zijn dochter weer neer en stapte op zijn collega af. Ze ontving een knuffel. 'Ik ben blij dat jullie oké zijn,' zei hij.

'Fenna,' hoorde ze de stem van Menno. Evert liet haar los.
'Ja?' Ze draaide zich langzaam om.
Ze hoefde hem niet meer te vragen waarom hij haar aansprak.
'Mama!' Het kleine jongetje stak zijn armpjes uit en rende op zijn moeder af. 'Thijmen!' De tranen sprongen in haar ogen.
Haar zoontje werd opgetild en half dood geknuffeld.
'Mama heeft je zo gemist,' huilde ze van opluchting. 'Heb je pijn?' wilde ze weten.
'Nee, dat moest ik van die meneer zeggen.'
'En waren ze niet gemeen tegen je?'
'De oppas- papa en mama waren heel lief,' lachte Thijmen.
Ze was blij om haar jongetje weer in haar armen te kunnen sluiten; blij dat haar zoontje niks ernstigs was overkomen, en blij dat het hele incident een goede afloop had gekregen.
'Hoe hebben jullie hem gevonden?' Fenna richtte zich tot Menno.
'Thijmen werd vanmiddag plotseling opgehaald door wat handlangers van Daan. Ze hadden een of andere smoes dat er een pasfotootje van hem nodig was. Maar de pleegouders vertrouwden het niet. Toen de handlangers hem weer terug brachten en Thijmen zijn pleegouders vertelde welke opdracht ze hem hadden gegeven, besloten ze naar het bureau te gaan om aangifte te doen.'
'Bedankt Menno.'
'Graag gedaan,' zei hij. Daarna liep hij de loods uit, richting de auto.
'Evert, mag ik vanavond langskomen? Ik wil even niet alleen zijn.'
Hij knikte. 'Tuurlijk, je bent altijd welkom.'

Hoe moet het verder? [Moordvrouw]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu