Proloog

55 2 0
                                    

Isabelle lag op haar bed, ze staarde naar de rode cijfers van haar digitale wekker.
Vannacht was het volle maan.
Ze kon niet slapen.
Ze had vandaag niks anders gedaan dan trainen, ook al zou ze haar trainingen nooit mogen gebruiken waarvoor ze eigenlijk bedoelt waren. Haar vader noemde dit alleen zelfverdediging, niet meer en voor niks anders.
Ze wist dat dit niet normaal was voor een meisje van twaalf, maar ze hield van haar trainingen.
Het zat in haar bloed volgens haar vader.
Het was nu drie uur 's nachts, ze lag nu al een tijdje wakker. Dat deed ze wel vaker als haar broer en haar neef weer eens 's nachts weg waren. Daniel en Tyler maakte zich nooit zo druk als ze 's nachts weggingen.
Ze probeerde haar ogen te sluiten en opnieuw te slapen.
In haar droom zag ze allemaal flitsen van kleuren, steeds opnieuw. Langzaam werden de kleuren wazig en werd alles zwart, ze zag een lichtpuntje, het lichtje kwam dichterbij. Toen zag ze haar moeder, die glimlachte vriendelijk naar haar.
Ze voelde een steek in haar borst, ze miste haar moeder heel erg, haar moeder leek niet veranderd te zijn. Haar lange golvende lichtbruine haar kwam net tot haar middel. Haar warme chocoladebruine ogen straalden toen ze haar zag.
"Mijn mooie meid." Fluisterde ze, het beeld werd langzaam wazig.
"Mam!" Riep Isabelle nog, ze wilde nog met haar moeder praten.
Maar het hele beeld verdween zachtjes, tot er niks meer overbleef.

Isabelle werd wakker, ze hoorde geluiden bij haar deur.
"Daniel, dit is geen goed idee." Hoorde ze Tyler zeggen.
"Hou gewoon je kop, oké. Ik moet dit doen, ze heeft er recht op. En jij hebt gezworen dat je nooit iets zou vertellen." Zei Daniel.
Ze hoorde Tyler zuchten.
"Schiet op, je hebt niet veel tijd."
Haar deur ging open en Daniel en Tyler kwamen binnen, Tyler sloot de deur achter zich en bleef er voor staan.
"Wat is er aan de hand?" Vroeg Isabelle zacht, ze ging rechtop zitten.
Daniel legde zijn vinger tegen zijn lippen.
"Ssst, je moet beloven dat je hier nooit meer over praat."
Ze keek hem verbaast aan in zijn chocoladebruine ogen, die hij van haar moeder had. Maar zijn donkerblonde haar kwam dan weer van hun vader.
Hij ging bij haar op bed zitten.
"Ik ga weg, Iz." Zei hij.
Ze schrok een beetje van zijn woorden.
"Waarom?" Fluisterde ze.
"Hierom."
Hij trok zijn zwarte leren jas uit en rolde de mouw van zijn grijze trui op. Toen zag ze het, op zijn rechter arm had hij bijtafdrukken.
Pas nu zag ze ook dat de linkerkant van zijn trui gescheurd was, en er bloederige sneeën op zijn blote arm zaten, zijn donkerblonde haar zat door de war zat en er zat ook bloed in, ook Tyler zag er niet al te schoon uit, hij had zwarte vegen op zijn gezicht en ook bloed, maar dat leek niet van hem te zijn.
"Hoe...." begon ze, maar Daniel drukte zijn vingers tegen haar lippen.
"Tyler legt het je later allemaal uit. Ik heb niet veel tijd, ik moet weg zijn voordat pap me ontdekt. Je weet wat hij met me zou gaan doen als hij dit ontdekt."
Ze knikte, natuurlijk wist ze dat.
"Als pap vraagt waar ik ben, dan ben ik vannacht doodgegaan. En mijn lichaam was te erg beschadigd om mee terug te nemen. Begrijp je dat? Dit is de leugen die je vanaf nu aan pap moet vertellen."
Ze knikte, maar ze vond dit moeilijk te geloven, hij ging weg en nu moest ze voor de rest van haar leven blijven liegen. Zijn handen gingen naar zijn hals en haalde er een gouden ketting vanonder zijn trui vandaan, hij deed de ketting af en legde hem om haar hals.
Aan de ketting hing een gouden medaillon, met een zwarte steen, die alle kleuren van de regenboog in zich had, ze staarde er verwonderd naar.
"Deze is voor jou. Doe hem nooit af, hij is van kostbare waarde."
Ze knikte weer.
"Waar ga je heen?" Vroeg ze.
"Dat kan ik je nu niet vertellen, dit is geen afscheid, Iz. We zien elkaar weer dat beloof ik je." Hij omhelsde haar snel. "Ik hou van je, kleine zus. Tyler zou voor mij op je letten."
Ze omhelsde hem terug.
"Ik ga je missen." Fluisterde ze, ze onderdrukte een snik.
Ze zou pas gaan huilen als hij weg was.
Hij liet haar weer los.
"Hou je taai." Was alles wat hij nog zei voordat hij de kamer samen met Tyler verliet.
Ze liet zich weer terug vallen op haar bed en rolde zichzelf op als een bal, ze klemde haar rechterhand om het medaillon en begon zachtjes met snikken, langzaam kwamen de tranen ook en huilde ze.
Ze huilde niet vaak, ze had alleen gehuild bij haar moeders begrafenis. Ze besloot voor zichzelf dat dit de laatste keer was dat ze zou huilen. Ze moest sterk zijn, ze mocht niet huilen. Ze zal nooit meer huilen.
Ze hield zich aan die belofte.

It isn't easy to be a HunterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu