Hoofdstuk 12

171 4 2
                                    

Mark

Ik heb geen medelijden met je zegt Mark langzaam. Ik wil je alleen maar helpen. O, okee snift Tania.  Dan ben je de eerste die me wilt helpen. Laten we maar naar m'n huis gaan zucht Tania na een tijdje. Ik zal het mn  ouders toch moeten vertellen. Ik ga met je mee zegt Mark gelijk. Het hoeft niet per se zegt Tania. Ik wil je nergens toe dwingen. O, dat doe je niet zegt Mark. Ik wil het zelf. Goed, laten we dan maar gaan zucht Tania.

Na een kwartier gelopen te hebben, staan ze voor de deur van Tania's huis. Aarzelend blijft Tania voor de deur staan.
Bel maar aan zegt Mark.  Ik blijf bij je.

Meteen nadat Tania heeft aangebeld gaat de voordeur open. Haar moeder kijkt vanuit de deur opening Tania en Mark aan. Tania, ik had je nog niet zo vroeg terug verwacht zegt haar moeder verbaast. En dit is? Dit is Mark zegt Tania zachtjes. Ik was vannacht bij hem.

Je was wat? Je hebt tegen me gelogen Tania zegt haar moeder vermoeid. Ik moet je wat vertellen mam piept Tania zenuwachtig.

Kom maar binnen zegt Tania's moeder met een zucht. Als ze zich eenmaal geïnstalleerd op de bank hebben, neemt Mark het woord.  Uw dochter was vannacht bij mij omdat..  Omdat wat zegt Tania's moeder ongeduldig. Ze heeft een
zelfmoordpoging ondergaan zegt Mark zacht.

Je hebt wat roept haar moeder uit. Hoe kan je zo stom zijn om dat te doen!? Hoe heb je het geprobeerd vraagt haar moeder boos. Trein is het enige wat Tania eruit kan persen.  Ga naar je kamer beveelt haar moeder. Ik hoef je voorlopig niet te zien!

Verdrietig rent Tania naar boven,  naar haar kamer.  Mark rent snel achter haar aan. Huilend laat ze zich op haar bed vallen. Hè, rustig maar zegt Mark. Je moeder is geschrokken, meer niet.  O, dus je kiest nu de kant van m'n moeder snikt Tania. Ik dacht dat je achter me stond.

Dat doe ik ook stamelt Mark. Ik sta ook achter je. Als ik je kon helpen, deed ik het!
Maar je hebt hulp nodig Tania. Ik ken je pas net, maar ik wil niet dat je nog een poging doet. Wat maakt het je uit snikt Tania.  Niemand geeft wat om me, dus jij ook niet.

Dat hoor je mij niet zeggen zegt Mark zacht terwijl hij zn hand op haar schouder legt. Als ik niks om je zou geven, zou ik allang weg zijn. Langzaam gaat Mark op haar bed zitten. Ik geef wel om je namelijk...

Met een behuild gezicht kijkt Tania hem aan. M meen je dat?

De ketting van mijn omaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu