•Hoofdstuk 1•

342 16 1
                                    

Ik schrik op van een raar geluid: m'n telefoon. Ik kijk wie er heeft geappt, een onbekend nummer. Snel lees ik wat hij heeft geschreven: Ik kom je halen. Trillend hou ik m'n telefoon vast. Ik schrik enorm als ik m'n moeder onder aan de trap hoor schreeuwen dat ik me moet omkleden. Snel trek ik m'n kleren aan en ren naar beneden. Ik laat het Appje niet aan m'n moeder zien, die gaat zich toch alleen maar zorgen maken. Snel prop ik een boterham naar binnen en giet m'n beker melk in een keer naar binnen. Ik geef m'n moeder een kus op haar wang en ren dan de deur uit. Ik pak m'n fiets uit de schuur en race naar de brug, hopelijk staan Sanne en Jo er nog. Als ik aankom bij de brug zie ik dat ze al weg zijn, shit mompel ik. Ik fiets snel de brug over, naar school. Het is de eerste schooldag van het jaar en ik wil beslist niet te laat komen. Als ik bij het stoplicht aankom rij ik nog snel door oranje, een auto komt keihard de bocht om en ik val op de grond. "Kun je niet uit kijken klootzak" schreeuw ik woest. Maar de auto is al doorgereden. Onhandig spring ik weer op m'n fiets, ik heb geen zin meer om door te rijden, ik ben toch al te laat.

Aangekomen op school kijkt heel de klas mijn kant op. "En waarom bent u te laat juffrouw Horan?" Schalt de stam van mevrouw van Berg door het lokaal. Ze spreekt m'n naam spottend uit alsof ik een vies hondje ben. Ik heb haar nooit gemogen en andersom volgens mij ook niet. Ik mompel iets van een auto en loop dan zwijgend naar m'n plek. "De eerste schooldag en dan al te laat?" Grijzend kijkt Jochem me aan. Wat een rotkind ook, hij heeft altijd wel iets te zeggen. Ik kijk woedend zijn kant op en pak zwijgend m'n spullen uit m'n tas. "Waarom ben je zo laat?" Fluistert Jo tegen me. " Leg ik zo wel uit" zeg ik nors. " Opletten dames" roept mevrouw van Berg en loopt onze kant op. "Jullie krijgen nog een waarschuwing anders kunnen jullie je melden." Ineens heb ik heel veel zin om haar te irriteren. Ik leg aan Jo uit wat er is gebeurd. Woedend kijkt mevrouw van Berg onze kant uit. Ze loopt langzaam naar ons toe, het is doodstil in de klas; iedereen is immers doodsbang voor haar. Ze kijkt me recht in m'n ogen aan en ik zie in haar nek een paarse, kloppende ader. Het ziet er best angstaanjagend uit dat moet ik toegeven. " juffrouw Horan, gaat u zich maar melden bij de congierge." Ik pakte gauw m'n tas weer in en liep zo langzaam mogelijk het lokaal uit.

Ik moest me dus melden bij de congierge, dat was nog niet zo erg. Hij mocht me wel en ik hem ook. Ik hoorde dat ik een Appje kreeg, snel keek ik op m'n telefoon. je bent er dus uit gestuurde, hè? Sosooo badass, daar hou ik wel van. M'n adem klopte in m'n keel. Hoe weet hij dat ik eruit ben gestuurd?Ik sta verstijfd naar m'n beeldscherm te kijken. Wie ben jij? Ik krijg meteen antwoord: daar kom je gauw genoeg achter😏. Mijn hart klopt in mijn keel."Zeg wat kijk jij geschrokken" ik kijk verschrikt op. Oh het is de conciërge. " oh.. Eh.. Ja" stamel ik. "Hier" onderbreekt hij me "nu kun je de lokalen schoon boenen" hij duwt een emmer en een bezem naar me toe. " oh bedankt" zeg ik en ik loop naar het lokaal wat hij me heeft aangewezen. oh wat is er saaier dan lokalen schoon boenen? Ongelofelijk dat iemand vrijwillig conciërge wil worden. Ik kijk op m'n telefoon om te kijken of het anonieme nummer nog iets heeft gestuurd, maar nee.

*TRINGGG*

Oh YESSSSSSS eindelijk. De bel.

GestalktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu