•Hoofdstuk 10•

163 13 0
                                    

Hoe kan dat nou? Denk ik bij mezelf, hij hoort nog twee weken in Frankrijk te zitten. Ik loop dichter naar de auto toe, hij zit op slot. Ik kijk in de achterbak om te kijken of zijn koffer er bog in ligt, maar dat kan ik niet goed zien. Zo snel als ik kan pak ik mijn huis sleutel weer en steek hem trillend in het slot. Ik ren naar boven, naar de kamer van mijn ouders. Niks. Geen koffer. Ik sprint de trap af met drie treden te gelijk en kijk in de woonkamer. Ook niks. Ik begin wanhopig te snikken en het kippenvel verspreid zich over heel mijn lichaam. Ze hebben mijn vader, ik weet het zeker. Maar hoe komt zijn auto hier? En wat moest Tony met allebei mijn ouders? Ik wist het niet. Ik besluit weer terug naar het ziekenhuis te gaan en het aan Gregg te vertellen. Ik doe de deur weer op slot en race naar het ziekenhuis. Als ik daar aangekomen ben zien mijn ogen rood van het huilen. Ik doe de deur van Gregg's kamer open en zie dat hij wakker is. Hij kijkt meteen op en als hij zoet dat ik huil wil hij naar me toe komen, maar dat kan niet. "Wat is er, schatje?" "M'n vader..." Stamel ik. "Wat is er met je vader?" "Hij is.." Ik slik even en vervolg dan "ook meegenomen door Tony" Gregg kijkt me geschrokken aan. "Wat!?" "Zijn auto staat op de oprit en zijn koffer ligt waarschijnlijk nog in de kofferbak, hij is meegenomen ik weet het zeker" ik begin harder te huilen en kruip bij hem in bed. Hij slaat een arm om me heen en zoals altijd stelt hij me gerust. Maar dit keer lijkt het niet te helpen, allebei mijn ouders zijn meegenomen en ik weet niet waar ze zijn.

GestalktWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu