Proeflezers gezocht!

559 52 130
                                    

Hallo! 

Ik ben EINDELIJK Hell on earth beginnen te herschrijven :D

Maar daar heb ik wel wat proeflezers voor nodig. Ik wil dit verhaal zodanig herschrijven en beter maken dat het uitgeefwaardig is. 

Want ik wil het tenslotte echt gaan uitgeven. Ik realiseer me ook wel dat de kans dat dit lukt erg klein is. Slechts twee procent van alles wat ze binnen krijgen word effectief uitgegeven. Met andere woorden: twee mensen op de honderd hebben het geluk dat ze hun verhaal mogen uitgeven.

Ik heb een stuk of vijf proeflezers nodig. Maximum acht proeflezers, meer niet want anders word het wat te vveel.

Hell on earth staat op wattpad, maar het is de niet herschreven versie voor alle duidelijkheid.

Anyway, je moet aan een aantal eisen voldoen als je proeflezer wilt worden.

-Je moet erg goed zijn met grammatica, interpunctie en zinsopbouw. 

-Je moet minstens 13 jaar oud zijn. 

Dit moet niet per se, maar het zou mooi meegenomen zijn als je ook wat  talent hebt voor schrijven. Zodat je zelf ook nog dingen aan het verhaal kan toevoegen. Zoals zo nu en dan eens een detail of zo.

En het zou ook fijn zijn als ik iemand vind die omgevingen goed kan beschrijven, aangezien ik daar vreselijk in ben hahaah.

Vul even dit in, in de comments en ik kies dan jou misschien uit:

Voornaam:

Leeftijd:

Waar je goed in bent (qua schrijven en taal):

Waarom jij proeflezer wilt zijn:

Of je Hell on earth (de oude versie) ooit al eens gelezen hebt: 

Kan je me beloven niet af te haken wegens tijdgebrek en heb je voldoende tijd om dit te doen:

Oké, dat was het :)

Om jullie alvast een preview te geven van de herschreven versie van Hell on earth, is hier de herschreven korte samenvatting (die staat wel op wattpad) en de herschreven korte prloog (die staat nog niet op wattpad)

Korte samenvatting:

Vrede. Het was zo’n simpel woord, maar er zat een grote betekenis achter.

In mijn wereld bestond dat woord niet. Moordlustig en gewelddadig, zo kon je de wereld van nu omschrijven.

Want wat ging er gebeuren als er geen politie bestond? Dan ging de wereld een brandende hel worden vol drugsdealers, verkrachters, moordenaars en wist ik veel wat nog allemaal.

Ik leefde in die hel. Criminelen waren hier bij overvloed, mensen die nog wat goeds in zich hadden, hadden de macht verloren. Ik vluchtte weg met mijn familie telkens wanneer ik aan een plaats gehecht raakte, want dan werd die plaats weer overgenomen door een groep criminelen. Ik, Hellen Bringstone, vluchtte voor mijn angst en wanhoop. Maar wanneer ik mijn familie kwijtraakte door een moordenaar, stopte ik met vluchten. Ik was klaar om de strijd aan te gaan en besloot wraak te nemen.


Proloog:

Ik rende door de verlaten straten. Tranen rolden over mijn wangen en angst kneep bijna mijn keel dicht. Mijn hart klopte abnormaal snel waardoor ik, van het rennen steken kreeg in mijn borstkas. Normaal had ik dit nooit, want ik was gewend om hard te lopen. Maar nu was het anders. Dit keer rende ik niet om tot rust te komen. Nu rende ik voor mijn leven.

Ik wierp een snelle blik over mijn schouder, en zag dat hij in snel tempo achter me aanliep. Maar toch was ik sneller. Een voorsprong van ongeveer twintig meter had ik, geen geruststellende voorsprong. Als hij me inhaalde, was ik ten doodde opgeschreven. Nog nooit had ik deze angst gevoeld. Echtedoodsangst. Een beklemmende benauwdheid, een onrustig gevoel dat mijn hartslag versnelde. Zonder enige twijfeling sloeg ik de eerstvolgende straat in. De huizen die er stonden waren veranderd in krotten. Er bleef niet veel over van de anders zo trotse stad. Eén van de straatlantaarns zag er beschadigd uit als verwrongen staal, waardoor de lantaarn naar voren boog. Ik voelde me net als die lantaarnpaal: beschadigd. Beschadigd door wat ik daarnet had meegemaakt. Een litteken dat ik nooit meer kwijt zou geraken.

Mijn ogen zochten de omgeving af naar een verstopplaats of anders een uitweg. Een autowrak met gesprongen ramen viel me op, maar dit zag ik niet als een uitweg. De wanhoop sloeg toe. Ik moest iets vinden en snel.

Gehaast liep ik naar een vervallen rijhuisje en beukte met mijn schouder tegen de vervallen houten deur. Met een luid gekraak viel de deur open. Stof vergezeld met een muffe geur kwam me tegemoet. Het gele afgebladerde bloemenbehang was overwoekerd met schimmel. Ik liep voorbij een gesloten deur en een houten trap. Waar was nou dievervloekte achterdeur? Elk huis heeft toch een achterdeur? Angstzweet, koude rillingen, woede, dat is wat ik allemaal voelde terwijl ik in paniek op zoek was naar de achterdeur.

Plots hoorde ik voetstappen in de gang. ‘Je gaat eraan!’ hoorde ik hem schreeuwen. Zijn stem galmde door het huis, het huis dat al lang geen stem meer had gehoord. Gehaast liep ik een klein keukentje binnen. In de gootsteen stonden vuile borden op elkaar gestapeld. Op het aanrecht lag een dikke laag stof, en één van de kastdeuren hing scheef. Maar wat me het meest opviel was dat zich er een deur naar buiten bevond. Helemaal inpaniek begon ik tegen de buitendeur te bonken. Mijn schouders deden eerst nog pijn, maar mijn angst nam de bovenhand. Ik wist niet waar ik de kracht vandaan had gehaald toen de deur uiteindelijk open viel.

Nog sneller dan voorheen begon ik te rennen. Snel naar links, over het voetpad. Maar ik had tijd verloren. Tranen begonnen weer over mijn wangen te glijden, toen ik die voetstappen weer achter me hoorde. Mijn benen voelden loodzwaar aan, verlamd van angst. Maar dat kon ik met niet veroorloven.

Overleven, daar draait het leven om. Zeker in de tijd waarin ik leefde. Overleven, Hellen. Alsjeblieft, overleef dit. Door de tranen vertroebelde mijn zicht. Met een gehaast gebaar veegde ik mijn tranen weg, maar ze bleven maar komen. Ik was mezelf niet meer. Een snik verliet mijn mond, denkend aan mijn familie die ik net verloren had. Vermoord, door die klootzak van een moordenaar die nu achter me aanrende.

Mijn zicht was zo vertroebeld, dat ik eenlosliggende tegel niet zag. Met mijn linkervoet bleef ik erachter hangen en met een harde plof viel ik op de grond. Een pijnlijk gekreun verliet mijn mond en ik begon nog harder te snikken. De angst en het verdriet waren me teveel geworden. Ik had de kracht niet meer om rechtovereind te krabbelen en verder te rennen. Ik begon helemaal te trillen. Mijn ademhaling was gejaagder dan ooit.

Het was voorbij. Dat schoot plots tot door me heen toen ik me omdraaide, en toekeek hoe de moordenaar steeds dichterbij kwam. In een instinctieve poging om te ontsnappen, kroop ik achteruit. Mijn ellebogen raakten de koude tegels. Het viel me niet eens op dat er een vieze kauwgom aan mijn mouw bleef hangen. Hij kwam op me af met een voldane glimlach op zijn gezicht, zijn ogen stonden verwilderd en zijn mes was stevig in zijn hand geklemd.

Dit was het dan. Mijn einde.

Llamas ❤ french friesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu