Chapter 4. Redder in nood.

360 28 3
                                    

'Hagrid!' Riep ik toen ik bijna zowat de berg afrolde opweg naar zijn huisje.
Het was een week verder en de lessen waren goed verlopen. Leerlingen vroegen mij om hulp en dat was fijn.
Daar in tegen was mijn collega, professor Sneep, niet erg spraakzaam. Hij liet me soms wat huiswerk nakijken van eerste en tweedejaars studenten, en vroeg hoe ik de lessen vond gaan, maar meer praatte hij niet. Ik durfde met deze man geen gesprek aan te gaan over privézaken, ik denk dat hij daar geen behoefte aan had.

Ik kwam aangehold bij het huis van Hagrid en zag dat er iemand anders binnen zat door het open raam.
Ik klopte aan en na een paar tellen kraakte de deur open.
'Odilia, Fijn dat u er bent! Kom binnen.' Hij hield de deur open voor me en ik stapte in zijn huis. Het zag er klein maar gezellig uit. Hij had een grote fluitketel opstaan met kokend water.
Aan zijn tafel zag ik Harry Potter zitten. Hij zwaaide naar me.
'Hallo juffrouw Gray! Leuk u te zien.' Hij glimlachte terwijl hij de hond van Hagrid achter de oren krapte. De hond vond het blijkbaar fijn want de kwijl viel het beest zo de mond uit.
'Ook leuk jou te zien Harry. ' Zei ik en ging langs hem zitten.
Hagrid kwam met grote passen aangelopen en plofte neer in zijn stoel.
'Hoe bevalt u Zweinstein, juffrouw Gray?' Vroeg Hagrid.
'Oo heel erg goed. En noem me maar gewoon Odilia.' Ik haatte het als ze me bij mijn achternaam noemde.

We bleven even een tijdje zitten bij Hagrid. De zelfgemaakte thee die hij belooft had smaakte... wel oké. Maar uit beleefheid dronk ik het op.
Ik zag vanuit het raam naar buiten dat het al begon te schemeren. Ik wist dat leerlingen niet buiten Zweinstein mochten komen als het donker werd. Ik keek Harry aan en hij wist dat hij moest vertrekken.
'Bedankt voor de thee Hagrid, ik kom snel weer eens langs.' Riep ik terwijl Harry en ik terug liepen.
'Graag gedaan beide. Kom snel weer eens langs!' Riep hij ons na.
Toen we eenmaal aankwamen bij de brug die naar Zweinstein ging zag ik Remus voorbij komen.
Remus had ik tijdens de lunch en avondmalen beter leren kennen. Hij gaf les in Verweer Tegen De Zwarte Kunsten. Hij was erg aardig en beleefd. Ook betrok hij me erbij alsof ik al jaren hier assistente was.

Hij was zo in zichzelf dat hij ons zo voorbij liep.
'Remus!' Zwaaide ik en hij draaide zich vlug om. Zijn ogen stonden wagenwijd.
'Oo, hallo Odilia, Harry.' Knikte hij en liep weer vlug weg. Wat was er met hem aan de hand?

Ik was in mijn gedachten over Remus aan het malen totdat Harry mij onderbrak.
'Vond u ook niet dat professor Lupin er erg gejaagd uitzag?' Vroeg Harry mij fluisterend.
'Misschien heeft hij een drukke dag gehad. Kom, we moeten je in het kasteel krijgen voordat het donker wordt.' Ik glimlachte naar hem en we rende naar het kasteel toe.

'Wow... u heeft een goede conditie zeg!' Hijgde harry toen we in hallen waren uitgekomen.
'Dankje. Jij kan er ook wel wat van.' Lachte ik en we liepen verder.
'Zou ik mogen vragen hoe oud u bent professor?'
Ik bleef even stilstaan en zweeg voor een moment. Uiteindelijk zei ik:
'26.'
'En hebt u hiervoor op een andere school les gegeven?' Vroeg Harry.
'Ja, op Beauxbatons Academy Of Magic. Ook een erg leuke school.'
Ik moest gelijk aan Aubrie denken. Ik vroeg me af hoe het met haar ging.

Na een aantal minuten kwamen we aan bij de afdeling van Harry. We zwaaide elkaar gedag en ik liep de trappen weer naar beneden.
Het was bijna zowat donker en het was nog heerlijk warm buiten dus besloot ik even te wandelen. Ik liep de grote hallen door en soms kwamen er nog wat leerlingen en leraren voorbij die ik groete.

Ik liep de frisse avondlucht in en het was heerlijk. Ik liep een stukje door en was in gedachten verzonken.
Waarom was deze week zo goed verlopen, behalve niet met professor Sneep? Ik was niet gewend om met iemand te werken die... geen contact zocht. Hij is zo verwarrend!
Na een tijdje kwam ik uit bij een grote meer. Het was prachtig, de volle maan stond hoog aan de hemel dat het meer mooi liet schitteren.
Ik trok mijn witte blouse recht en ging zitten op het gras. Zelfs het gras was nog warm waarop ik zat.
Hoevaak ik al de maan hoog aan de hemel had gezien, de zon zag opkomen en weer ondergaan. Dat deed me denken aan 35 zomers terug. Toen ik dacht dat ik de ware had ontdekt.

In Love AgainWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu