Chapter 5. Bewijzen

337 23 1
                                    

'Mam! Wacht!' Ik rende als ik een gek achter haar aan. Maar het leek hoe sneller ik ging, hoe meer ze verdween in het duister. Het zweet liep van mijn voorhoofd langs mijn wang. Plots verdween ze in de nacht. Maar er kwam iemand anders uit het donkere hol gelopen.

'Professor Sneep?' Fluisterde ik naarmate hij dichter bij me kwam.

Hij bleef dichterbij komen als een glibberige slang die naar zijn prooi verlangde. Ik deed een stap achteruit, bang voor wat hij ging doen. Hij glimlachte duivels naar me en vlak achter hem stond de bekendste, en meest kwaadaardigste tovernaar ooit. Voldemort.

Ik schrok wakker in bed, zuchtte en drukte de wekker uit. Ik ging rechtop zitten en merkte dat ik dat te snel deed. Alles werd even zwart.

Ik stond klaar in mijn normale, zakelijke pak. Mijn haar had ik gekruld en ze hingen als slierten achter mijn rug. Ik maakte mijn deur open en kreeg vervolgens een hardverzakking van Remus die tegenover me stond.

'Odilia! Hallo... uhm, hoe gaat het met je?' Vroeg hij uiterst beleefd en beetje schuldig na mijn mening.

'Wel goed Remus. Severus heeft me in goede handen genomen. Hoe gaat het met jou?' Vroeg ik ongerust.

'Beter dan dat ik me hoor te voelen. Het spijt me zo Odilia. Ik... ik kon niet weten dat jij zo dichtbij me zou komen..-'

'Het geeft niet Remus...' Onderbrak ik hem.

'...Wees blij dat er geen gewonden of nog erger, doodde zijn gevallen. Je kon dit ook niet voorzien.' Ik loog over mijn verwondingen, maar dat maakte niets uit.

We liepen samen naar beneden. Remus was erg stil. Maar de stilte waarin we naar ons klaslokaal liepen was rustgevend.

Toen onderbrak Remus de stilte.

'Hoe is het om te werken samen met Sneep?' Vroeg Remus en hij had een geamuseerde blik.

'Wel goed. Het is een aparte man, maar ik moet hem alleen assisteren. Dus daar ben ik blij om dat ik niet teveel te maken heb met die man.' Zei ik eerlijk. Remus lachte. Maar hij had wel mijn leven vannacht gered... zou hij dan toch een beetje een hart hebben?

Waarom dacht ik dit precies? Geen idee.

Eerlijk gezegd, de paar dagen dat ik professor Sneep kende, deed hij niets verkeerds. Alleen zijn arogante zelf zijn, en bod en...

Ik werd onderbroken door Remus die me gedag zei. Ik zwaaide hem uit.

Een paar minuten later kwam ik aan bij het lokaal van Sneep.

En ik had een gevoel dat het een lange dag werd.

.........

De lessen gingen naar mijn mening toch snel voorbij. Ik kreeg van Draco een boze blik. Maar die negeerde ik totaal.

De jongen-die-bleef-leven, wierp af en toe nieuwsgierige blikken mijn kant op, wat ik niet helemaal begreep.

De laatste leerling liep de klas uit en ik zuchtte tevreden. Dit was mijn laatste les, en dat van Sneep. Ik stond op en rechte mijn rug. Ik was klaar en het was weekend. Mijn eerste week zat erop. Ik glimlachte en pakte mijn tas om te vertrekken.

'En waar denkt u naartoe te gaan, mevrouw Gray?' Vroeg Sneep en trok zijn wenkbrauwen op.

Ik draaide me langzaam naar hem om.

'Mijn weekend vieren?' Het was meer een vraag.

'Dat zou moeten wachten. Aangezien u de assistente bent, moet u doen... wat ik u zeg.' Dat laatste sprak hij heel duidelijk en langzaam uit. Alsof ik achterlijk was en élk woordje moest begrijpen wat hij zij.

Lichte irritatie vlamde op in me.

'En waarom zou ik moeten blijven?' Vroeg ik sissend tussen tanden door.

'Omdat ik wil zien hoeveel u weet en over de kennis die u beschikt over Drankenkennis. Ik wil dat u een Wolfdrankje maak. Ik wil natuurlijk dat mijn leerlingen goed worden geholpen in de les.' Hij vouwde zijn vingers samen.

Ik rechte mijn rug.

'Wat u wilt... professor.' Ik glimlachte bitterzoet en ging tegenover hem zitten.

Ik snapte dat hij wilde weten of ik de juiste kennis had. En natuurlijk had ik dat na langer dan een eeuw te leven. Maar ik moest me bewijzen... blijkbaar.

Geconcentreerd was ik bezig met mijn Drankje. Een Wolfdrankje... waarom juist die keuze? Beetje ironisch nadat wat er vannacht is gebeurd met Remus, hij een Wolfdrank wilt maken.

Ik wist dat Sneep me in de gaten hield, maar dat boeide me niet. Ik was helemaal in mijn element.

Na een halfuur was het klaar. En ik presenteerde het met trots aan hem.

Sneep bekeek het heel serieus. Ik vroeg me vaag af of die man ooit in zijn leven gelachen had.

'Excellent. Je kunt gaan.' Hij stopte de vloeistof in een flesje en ik vroeg me af voor wie hij het ging gebruiken. Misschien voor Remus?

'Voor wie gaat u het gebruiken?' Vroeg ik nieuwsgierig.

Hij keek op van zijn papieren.

'Dat zijn niet u zaken, mevrouw Gray.' Zei hij met een stem vol sarcasme.

Ik rolde mijn ogen.

En met deze zelfingenomen, arrogante man moest ik nog jaren mee samen werken?

Ik schudde mijn hoofd en liep het lokaal uit.

In Love AgainWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu