Proloog

1 0 0
                                    


Tijdens de briefing klonk het allemaal zó simpel. De opdracht luidde om samen met mijn partner een wapendeal te onderscheppen geassisteerd door een arrestatieteam om alle hoofdverdachten in te rekenen. Volgens de afdeling Team Criminele Inlichtingen, ook wel TCI genoemd, zou het gaan om automatische vuurwapens uit Mexico. De deal zou zich voltrekken tussen een Mexicaans drugskartel en een criminele organisatie uit Nederland. Zoals het werd beschreven zou het een schone en snelle operatie zijn maar ik had zo mijn twijfels.

'Alfa, wacht op mijn teken,' zeg ik in het microfoontje gespeld in mijn mouw.

Ik zit gehurkt naast mijn partner achter houtpallets aan de voorkant van het pakhuis waar de deal op het moment plaatsvindt. Via mijn oortje krijg ik te horen dat het arrestatieteam klaarstaat. De groepscommandant geeft de boodschap door. 'Alfa is ready en stand-by.'

Ik kijk mijn partner aan. 'We gaan blind naar binnen en verwachten zware automatische wapens, misschien nog ander spul waarvan we niks hebben doorgekregen. Klaar voor?'

Jansens ogen maken contact met de mijne. 'Altijd toch? Watch my back, Oliver'

Ik knik en focus me op de missie, ik breng het microfoontje naar mijn mond en zeg: 'Alfa, naar binnen!'

Met een gespannen gezicht kijk ik naar het pakhuis, naast me voel ik ook de spanning bij Jansen. Het is niet eng maar het is de adrenaline die door mijn lichaam raast. In combinatie met een ontmoeting van het onzekere voelt het als een kick.

Er komt geen antwoord binnen. Alleen wat ruis en gekraak uit het oortje.

Ik voel mijn bloed bonken in mijn oren.

'Shit!'. We zijn het contact verloren. Ik voel een beweging naast me en kijk opzij.

'We hebben geen tijd om te wachten!' Jansen springt op en rent gebukt naar het pakhuis.

'Verdomme Jansen!' Met een hartgrondige vloek spring ik ook op en ren ik achter hem aan. Met onze wapens in de aanslag bereiken we het pakhuis. Jansen komt als eerste aan en gebruikt zijn lockpick set om de deur open te maken. Ik wacht en scan ondertussen de omgeving af met mijn wapen. Niks aan het handje. Ik merk alleen dat het wat harder gaat waaien. Ik hoor een zachte klik en de deur gaat met licht gekraak open. We stappen naar binnen en checken de ruimte. Ik gebaar naar Jansen dat hij de linkerkant moet nemen. Zelf neem ik de rechterkant en controleer het gebied tot het veilig is. Overal staan houten kratten met het woord ''Breekbaar'' erop. Blauwe gesealde vaten met gevarenpictogrammen staan in een hoekje. Er staan drie pictogrammen op: een doodskop, een vlammetje en een gesprongen explosief.

Hopelijk wordt daar niet op geschoten.

Mijn ogen scannen de ruimte weer. Onbekende stemmen weerklinken vanuit het midden van het pakhuis. Jansen staat achter me en gebaart dat er twaalf mensen aanwezig zijn. Hij heeft de hoofdverdachten al geïdentificeerd, ze zijn aanwezig. We kunnen actie ondernemen.

Met onze kogelwerende vesten goed aangetrokken, lopen we naar voren. Terwijl de stemmen steeds luider worden, lopen wij stiller. Het geluid van een wapen dat wordt doorgeladen, klinkt hoorbaar door het pakhuis. Maar het is niet een van de onze. Naast me zie ik een schaduw over Jansens gezicht vallen. Hij rent tussen de kratten door.

'Kijk ui-!' roep ik.

Een laaggelegen stuk koperdraad wordt doorgebroken. Binnen twee tellen verandert het pakhuis in een oorlogsgebied. Afghanistan in eigen land. Ik zie automatische wapens vastgebonden aan twee steigers mechanisch omhoogkomen en omdraaien. Met een afschuwelijke oogverblindende snelheid worden kogels ratelend afgeschoten. Ze doorboren het vest van Jansen alsof het een papiertje is. Door de kracht van inslaande kogels wordt hij anderhalve seconde overeind gehouden tot hij hevig bloedend in elkaar zakt. Ik wend mijn ogen af en weet dat hij al dood is voordat hij de grond raakt. Door de korte misselijkmakende stilte heen hoor ik iets ontploffen en stampende voetstappen. Het arrestatieteam is nu ook ter plaatse. Het drugskartel en de criminele organisatie zit nu gevangen tussen mij en het team. Schoten worden uitgewisseld en mannen vallen op de grond, bewusteloos door de pijn of levenloos door de dood. Ik schuil achter een heftruck en herlaad mijn wapen dat ik net heb geleegd. Als ik voorzichtig over de zitting van de heftruck heen gluur, zie ik de criminelen door een zijdeur ontsnappen. Die laten het zo te zien lekker aan het kartel over. Liever zij dan ik, is tegenwoordig het motto van criminelen.

De EliteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu