Hoofdstuk 1.13 - Hier Waren We Net Ook

1.1K 31 11
                                    

"Jij rijdt he Roel," zegt Koen als hij Juul in zijn armen heeft. Raoul knikt en pakt de auto sleutels van de haak. Juliette ligt nog in de armen van Koen en blijft hoesten en piepend ademhalen.

Raoul opent zijn auto en de deur voor Koen om in te stappen met Juul. Als Koen zichzelf vast heeft gemaakt, stapt ook Raoul in die de auto vrij vlot in zijn achteruit zet. "Ikazia Rotterdam neem ik aan?" vraagt Raoul als hij de dijk op rijdt. "Ja Rotterdam. Moet je het adres nog hebben?" Raoul schudt zijn hoofd, hij weet ongeveer wel hoe hij daarheen moet rijden, want het Erasmus is daar nog geen kwartier vandaan met de auto.

Koen zit achterin en gaat langzaam door Juliette haar haren heen. Ze begint weer te hyperventileren en Koen gaat terug recht zitten. "Juliette ik weet wat er aan de hand is en ik weet dat je me kan horen," begint hij terwijl hij onopvallend haar pols beetpakt en haar hartslag meet, "maar je moet nu echt even op je ademhaling letten."

Als een slappe vaatdoek ligt Juliette nu tegen Koen aan. Koen blijft, net als Raoul deed, over haar arm wrijven om haar wakker te houden. Raoul kijkt in de spiegel en trapt het gas nog harder in. "Alsof al het leven er ook maar enig zins uit is gezogen," zegt Koen zacht. Een traan rolt over zijn wang als hij Juliette hoort piepen en hoesten.

"Roel haar vingers," zegt Koen verschrikt, "ze zijn gewoon grijs." Koen begint zich nu ook meer zorgen te maken maar weet dat ze er bijna zijn. Een ritje van 15 minuten had Raoul geklaard in 10. Raoul heeft de auto in het eerste het beste vak geparkeerd. "Blijf hier ik ga een rolstoel halen," zegt hij gehaast.

Koen zit nog met een half bewustzijn Juliette op zijn schoot. "Koen alsjeblieft," zegt ze tussen het ademhalen door, "ik wil naar Matt." Koen blijft over haar arm wrijven en troost haar ondertussen. "Lieverd Matt slaapt waarschijnlijk," zegt Koen, "zullen we hem morgen opzoeken?"

Juliette knikt en dan gaat de deur open. Raoul staat al klaar met de rolstoel en Koen pakt haar voorzichtig uit de auto. Hij zet haar neer in de stoel en loopt samen met Raoul richting de balie.

Als ze binnen zijn, ziet Raoul in het licht pas hoe slecht ze eraan toe is. "Jezus Koen," fluistert hij terwijl hij naar Juul wijst. Koen kijkt op richting Juliette en ook zijn ogen vergroten, "we hebben nu echt iemand nodig." Raoul knikt en loopt verder het ziekenhuis is. "Goedenavond," zeg Raoul, "wij hadden een afspraak voor Juliette Dubois."

"Geboortedatum?" vraagt de man achter de balie. Raoul kijkt Koen aan, als het goed is moet hij het weten. "5-2-2016," antwoord Koen ook meteen. De man kijkt over de balie heen en kijkt vertwijfeld naar de jongens. "Jullie hebben een afspraak bij de HAP, maar ik laat haar meteen zien bij de SEH. Als jullie door deze deur willen, dan maak ik de andere open."

Koen en Raoul halen opgelucht adem dat Juul meteen onderzocht zou worden. Koen duwt de rolstoel achter Raoul aan. "Mogen we beide mee?" vraagt Raoul als hij de deur open houdt. De mensen in de wachtkamer kijken verbaasd hun richting op. "Ja doe maar," zegt de man snel, "ik weet niet wat ze met haar gaan doen, maar voor haar lijkt het me het beste dat jullie er beide zijn."

Raoul knikt terwijl hij gehaast achter de baliemedewerker loopt. Koen loopt eerder gestrest door de baliemedewerker, die zelf niet zo zeker van zijn zaak was toen hij vertelde dat ze meteen naar de Spoed moest. De medewerker opent een deur en wijst de jongens de kamer in. "De arts zal zo komen," vertelt hij voordat hij het op een lopen zet.

Koen pakt Juliette uit de rolstoel en legt haar neer op het bed. Ze is nog steeds aan het huilen en hyperventileren. Raoul heeft een klapstoel gepakt en naast haar bed gezet, terwijl hij haar hand vast pakt en er zachtjes overheen wrijft. "Alles komt goed oke," fluistert hij zacht.

Na nog geen vijf minuten wordt er op de deur geklopt en komt er een arts binnengelopen. "Goedenavond," begint hij, "mijn naam is dokter Van Duijvenbode, kinderspoed arts." Hij geeft de jongens een knikje en gaat richting Juliette. "En wat is jouw naam?"

Ze ontwijkt zijn vraag en begint weer te hoesten en hyperventileren. "Maakt niet uit meisje ik weet dat je het probeert," antwoord de arts voordat hij terug opstaat, "wat ik nu even ga doen is je wat zuurstof geven en als je merkt dat je moe wordt, mag je je ogen dichtdoen oke. Je krijgt een kapje met zuurstof en ik plak even wat stickers op je borst. Vind je dat oke?" Juliette knikt en de arts begint met het kapje over haar mond.

" Zou een van jullie ondertussen kunnen vertellen wat er gebeurd is met haar? Ik las iets over verloren astma medicatie," gaat de arts verder als hij de laatste sticker opplakt. Koen en Raoul kijken elkaar niks zeggend aan en dan geeft Raoul een knik naar Koen om het te vertellen.

"Juliette heeft denk ik al vanaf kinds af aan astma," begint Koen, "nu is er, door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, dus sprake dat haar astma medicatie in vlammen is op gegaan. We zouden morgen nieuwe halen maar ze kreeg ineens een paniekaanval in haar slaap. We kregen haar er moeilijk uit, en toen ze eenmaal uit de paniekaanval was kreeg ze een zware astma aanval."

De arts knikt begrijpelijk en typt mee achter de computer. "Zijn die paniekaanvallen iets recents of is ze daar al meer mee bekend?" De blik van de arts wappert tussen Koen en Raoul. "Durven we niet te zeggen," beantwoord Raoul de vraag, "ze is het schoonzusje van onze huisgenoot vandaar. Afgelopen dagen zijn extreem geweest voor haar aangezien haar zus is opgenomen met een hersentumor en haar ouders voor haar gezicht zijn vermoord, dus we weten waarom ze een paniekaanval kreeg."

De arts gaat staan en knikt. Door de zuurstof lijkt Juliette beetje bij beetje op te knappen. "Ik wil haar wat medicatie toedienen via een infuus," zegt de arts, "ze lijkt op te knappen maar ik ga nog wat medicatie toedienen via zowel een infuus als via het masker." De jongens knikken en Juliette knikt ook slapjes. Ze is als de dood voor prikken, maar die informatie lijkt volledig langs haar heen te glijden. "Ik kom zo terug," verontschuldigd de arts zich, "ze lijkt aan de beter hand, sneller dan verwacht dus ik ga er niet vanuit dat ze hoeft te blijven vannacht, wel een paar uur om de medicatie te laten werken en ik kan monitoren hoe ze op de medicijnen reageert."

Juliette ligt nog steeds op het bed. Koen is aan het appen met Rob en Raoul streelt over Juliette haar hand. "Roel ik wil naar Matthy," zegt Juliette zacht. Raoul zucht, hij is sterk aan het twijfelen, en besluit maar te kijken of Matthy online is geweest. Als hij ziet dat Matthy online is, twijfelt hij niet om te bellen. "Hey Juul," zegt Raoul zacht, "ik ga Matt nu bellen oke. Denk je dat je fit genoeg bent om te praten of wil je appen?" Koen kijkt op en heeft een verdrietige glimlach tegenover Juliette. "Bellen," zegt ze zacht.

Raoul knikt en wilt net Matthy bellen als de arts alweer naar binnen komt gelopen. "Ik bel zo wel," zegt Raoul terwijl hij zijn telefoon weer wegstopt. "Oke Juliette," zegt de arts terwijl hij plaatsneemt op het bed, "ik ga je een infuusje geven met wat medicijnen. Als je hier nog een beetje van opknapt dan mag je lekker met hun mee oke?" Bij het woord infuus, begint ze meteen weer paniek te vertonen.

"Kan een van jullie op haar bed gaan zitten?" vraagt de arts, "dan kan ik proberen haar een infuus te geven." Koen knikt en gaat staan. Juliette kruipt weg en Koen zijn hart brak op dat moment in 100 stukken. "Ik wil Matthy," begint ze te huilen. Raoul zucht en verontschuldigt zich. Hij loopt naar buiten en hoort Juliette zelfs buiten de kamer. Voordat Raoul de kamer uitliep, zag hij dat Koen Juliette in een soort van houdgreep moest houden om een infuus aan te brengen.

Raoul laat zich tegen de muur aanzakken en het geschreeuw blijft aanhouden. Er is één naam die de gehele tijd geschreeuwd wordt. Raoul twijfelt niet langer en probeert Matt te bereiken. "Neem op neem op," zegt Raoul als hij wacht. "Jo Raoul wat is er aan de hand het is tering laat," neemt Matthy op. "Jo Matt," zegt Raoul zacht, "ik weet niet of je het hoort, maar Juliette is niet oké. Ze had een paniekaanval tijdens haar slaap, ze kreeg een zware astma aanval dus we hebben haar meegenomen naar het ziekenhuis. Ze is momenteel onder behandeling en het gaat wel redelijk met haar maar ze wil jou dus echt heel graag."

Raoul hoort een deur openen en sluiten aan de andere kant van de lijn. "Raoul mag ik haar spreken?" vraagt Matthy. Aan de stem van Matthy hoort Raoul dat hij zijn tranen binnen probeert te houden. "Ja wacht ik ga even naar binnen. Koen moest haar in een houdgreep houden om het infuus in te kunnen steken."

Raoul loopt de kamer weer binnen en ziet een uitgeputte Koen en een huilende Juliette, met infuus, in zijn armen liggen. "Hey Juul," zegt Raoul zacht, "ik heb iemand aan de telefoon. Wil je die spreken?" Langzaam kijkt ze op en knikt voorzichtig.

"Hey Juul," zegt Matthy zacht, "wat is er toch allemaal aan de hand kleine."

𝙽𝚒𝚎𝚝 𝚣𝚘𝚊𝚕𝚜 𝚐𝚎𝚙𝚕𝚊𝚗𝚍 ~ 𝙱𝚊𝚗𝚔𝚣𝚒𝚝𝚝𝚎𝚛𝚜Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu