Hoofdstuk 1

957 77 4
                                    

*beep*beep*beep*. Met een klap sla ik mijn wekker uit. Vandaag is het woensdag, en het is geen leuke woensdag. Vandaag is er weer een officiële aankondiging van de regering. Die zijn eens in de maand, op woensdag, om 7:00. En dus moet het hele land op tijd opstaan. En als er iets is wat ik haat, is het wel vroeg opstaan. Ik ben een persoon met een heel erg ochtendhumeur. Als ik eindelijk mijn bed uitgekomen ben en mijn kleding aan heb gedaan loop ik naar beneden. Daar zitten mijn ouders al op me te wachten. 'Goedemorgen Sanne, heb je lekker geslapen,' vragen ze beleefd. 'Ja, heerlijk,' antwoord ik. Dan springt de televisie aan.

'Welkom landbewoners,

vanmorgen hebben wij een heel belangrijk bericht voor jullie. Wij willen melden dat weerwolven bestaan, en dat ze de oorlog aan de mensheid hebben verklaard. Daarom verzoeken wij jullie, ga naar de plaatsen die jullie zijn aangewezen in geval van nood, want dit is nood. Bereid jullie voor op vechten, want dat zal er gaan komen. De evacuatie naar de noodplaatsen begint morgen, zodat jullie vandaag nog afscheid kunnen nemen.

Dit was het bericht van vandaag, heb een fijne dag verder.

Met vriendelijke groet,

De regering.'

Geschokt kijken mijn ouders en ik elkaar aan. We zijn niet bij dezelfde plaats ingedeeld, er is dus kans dat we elkaar nooit meer zien. Ik besef pas dat ik huil als mijn moeder me in een knuffel trekt. Zouten tranen stromen over mijn wangen. Ik ben nog niet weg, en ik mis ze al. Langzaam trek ik me uit de knuffel. 'Ik moet naar school, ook daar moet ik afscheid nemen,' zeg ik met tranen in mijn ogen. Mijn moeder geeft me nog een stevige knuffel en laat me dan los. Ik pak mijn tas en stap op mijn fiets. Als ik aangekomen ben op de plaats waar ik verzamel met mijn vrienden ben ik de eerste, maar al snel komt Claire aanfietsen. Haar ogen zijn rood, waardoor ik weet dat zij ook gehuild heeft. 'Hoi Sanne,' zegt ze. 'Hoi Claire, naar waar vertrek jij morgen'? Het is misschien een heel directe vraag, maar dan weet ik wel gelijk of ik haar nog ooit terugzie. 'Ik moet naar "De Robijn" in Apeldoorn, jij'? 'O, jammer, we zitten helaas niet bij hetzelfde, ik moet naar de Rijksuniversiteit Groningen. Gaat er familie van jou mee naar Apeldoorn'? 'Ja, mijn zus gaat ook mee. Maar mijn ouders niet, zij blijven hier in Limburg, ze gaan naar de Universiteit van Maastricht, bij jou'? 'Mijn ouders gaan ook naar Maastricht'. 'Dus je zit alleen in Groningen,' reageert ze geschokt. 'Wat erg voor je'. Dan komt Maartje aanfietsen. 'Hee, zeg alsjeblieft dat een van jullie naar Utrecht gaat'. 'Nee sorry, allebei niet'.

Als we op school aankomen, zien we gelijk allemaal huilende mensen. Iedereen knuffelt iedereen, ook al kennen ze de hele persoon niet. Officieel had ik vandaag les tot 4 uur, maar omdat iedereen spullen in moet pakken en afscheid moet nemen is iedereen uit om 1 uur. Snel lopen Claire, Maartje en ik naar ons lokaal, 324. De rest van de klas staat daar al. Gelijk val ik Minou om de hals. Minou is denk ik mijn beste vriendin in mijn klas. De rest is ook heel aardig, en ben ik ook bevriend mee, maar met Minou ben ik nog net iets closer. 'Ik ga je zo erg missen,' snikt ze. 'Ik jou ook Minou, ik jou ook'. Van Minou wist ik al dat ze niet naar Groningen gaat, ze moet naar Amersfoort. Ik ken eerlijk gezegd niemand die naar Groningen moet, maar ja. Bevel van de regering.

Na de 5 lessen, die echt vreselijk waren, gaan we weer naar huis. Het afscheid op school was verschrikkelijk, ik ga ze allemaal zo erg missen. Tijdens het fietsen halen we allemaal herinneringen op. Onderweg zien we veel mensen huilen. Iedereen zal moeten vertrekken, de meeste mensen zullen elkaar nooit meer zien. Uiteindelijk ga ik naar rechts en de rest van de meisjes naar links. Ik zal ze nooit meer zien.

Thuis aangekomen staan mijn ouders al op me te wachten. 'Het is tijd om je spullen in te pakken liefje,' zegt mijn moeder. Snel ren ik naar boven en grijp een grote tas. Je mag maar 1 tas meenemen als kind, en 2 als volwassene. Ik moet dus in 1 tas alles stoppen. Als eerste pak ik de fotolijstjes van mijn familie, vrienden en kennissen. Daarna pak ik een paar beeldjes en mijn eerste knuffel. Later loop ik naar mijn kledingkast. Ik pak 3 broeken, 5 shirts en wat ondergoed. Ik zal daar ook wel kleren krijgen. Ik loop met mijn tas naar beneden en geef hem aan mijn vader. 'Pap, wil je alsjeblieft mijn tas controleren of ik alles bij heb' vraag ik hem. 'Natuurlijk schatje' antwoordt hij. Ik plof me op de bank neer en kruip tegen mijn vader aan, die ondertussen mijn tas controleert. 'Je hebt alles,' zegt hij terwijl hij met moeite een snik verbergt. Ook mijn moeder komt erbij zitten. Samen halen we mooie herinneringen op, herinneringen die ik nooit zal vergeten.

Die avond ga ik uitgeput naar bed. Morgen is het zover. Morgen zal ik Limburg verlaten. Vanaf morgen zal ik alleen zijn. Dan val ik in slaap.

——————————————————————————————————————————————————

Hey,

Hier is het eerste hoofdstuk. Ik hoop dat jullie het leuk vonden! Ik ga proberen elke week te updaten, op de vrijdag. Tot volgende week.

Greetzzzzz

Vote

Comment

Follow

Ik ben geen bezitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu