Hoofdstuk 5

769 78 19
                                    

Langzaam stapt er een wolf uit de bosjes. Kiki begint te gillen en laat de pees van haar boog los. Ze raakt de wolf in zijn schouder. Verbaasd kijkt ze naar haar boog. Dan komt er een lange man uit de struiken. 'Hallo,' zegt hij dreigend. 'Als jullie je overgeven zal er niets met jullie gebeuren.' We kijken in zijn ogen en zien dat hij het meent. 'Laat de bogen maar los,' zucht meneer Greenleaf uiteindelijk. Zodra we de bogen op de grond gelegd hebben komen er nog meer mannen uit de struiken, waarvan de meeste naakt. Ik slaak een kreetje en sla mijn handen voor mijn ogen. Dit wordt echt een trauma. 'Kunnen jullie niet wat aandoen,' vraag ik terwijl ik met mijn voeten schuifel. 'Dit is nogal gênant.' Ik hoor iemand beginnen te grinniken. Ik kijk door een spleetje tussen mijn vingers. Ik zucht als ik zie dat de meeste nog steeds naakt zijn. 'Laat dan maar zitten,' zucht ik. De man grijnst. 'Volg ons maar naar ons kamp,' zegt hij waarna hij wegloopt. De mannen omsingelen ons en beginnen te lopen. En wij in hun midden lopen mee.

We lopen het open veld voor de school op en mijn mond valt open. Overal staan tenten en lopen mensen rond. Onder de indruk kijk ik om me heen. De lange man komt weer bij ons staan. 'Rocky, jij neemt hem mee,' zegt hij terwijl hij naar meneer Greenleaf wijst. 'Waar breng je me naartoe, hond?' zegt hij boos. De wolven beginnen te grommen. 'Noemde jij ons nou net honden?' De lange man kijkt furieus naar meneer Greenleaf. 'Ja, dat deed ik, hond,' zegt hij pesterig. 'Nu ga je te ver,' waarna hij verandert en bovenop meneer Greenleaf springt. Evert begint te gillen. Iedereen kijkt verbaasd naar hem. 'Wow dude, je gilt echt als een meisje.' Grinnikt Jace. Instemmend knik ik. Dan begint meneer Greenleaf te gillen. De lange man/wolf zet zijn nagels in de huid. Zijn tanden gaan langzaam naar de keel van meneer Greenleaf. Dan hapt hij in een keer toe en trekt de luchtpijp en bloedvaten kapot. Ik hoor gegil en zak neer op de grond. Later besef ik pas dat ik degene ben die gilt. De wolf stapt van meneer Greenleaf af, en onmiddellijk sta ik op en ren naar hem toe. Ik kniel naast hem op de grond neer en probeer het bloed tegen te houden met mijn handen. Ik voel me licht worden in mijn hoofd, maar daar stoor ik me niet aan, dit is belangrijker. Meneer Greenleaf begint iets te fluisteren. 'Jij, Sanne, jij en Kiki zijn belangrijk. Blijf leven. En accepteer je lot, ook al zal dat moeilijk lijken.' Het gefluister was erg zacht, ik denk niet dat iemand anders dan ik het gehoord heeft. En ik hoop eigenlijk ook van niet, ook al heb ik geen idee wat hij bedoelde. 'Sanne, blijf bij me,' fluistert hij. 'Ik zal blijven,' zeg ik angstig. Hij knijpt stevig in mijn hand. Dan ademt hij diep in. 'Dit is het einde.' En dan ademt hij weer uit. Maar nu ademt hij niet meer in. Ik begin te huilen. Hij is dood. Kiki zakt naast me neer. Ook zij is aan het huilen. Langzaam sluit ze met twee van haar vingers zijn ogen. De jongens staan zonder geluid te maken om ons heen.

'Jaja, dit duurt me te lang, mannen neem ze mee.' Een paar mannen trekken de jongens al weg, maar ik wil niet weg. Een man grijpt mijn arm beet en begint eraan te trekken, maar ik loop niet mee. Ik laat meneer Greenleaf niet in de steek. 'Werk mee meisje, dan doen ze je minder pijn,' fluistert hij zachtjes. Verbaasd kijk ik naar hem op. Zijn er hier ook aardige mensen? Dan besluit ik maar op te staan. Met lichte dwang neemt hij me mee, de rest achterna. 'Waar breng je me heen?' waag ik hem te vragen. 'Naar de cellen, kerkers hebben we hier niet.' 'Maar hoe kom je dan aan cellen?' vraag ik verbaasd. 'Die nemen we mee op karren, het zijn gewoon ijzeren kooien.' 'Hoe ziet dat er dan uit?' 'Dat ga je zo wel ontdekken.'

Nou, ontdekt heb ik zeker. Toen we daar aankwamen nam een andere man me over, en die gooide me met geweld in die kooi. En die kooi is van ijzer. En ijzer is hard. En als je daar met je hoofd tegenaan komt, nou, dat is niet aan te raden. Maar toch is dat precies wat er gebeurde. Gelukkig zitten die kooien, ik kan het niet anders noemen, langs elkaar. Ik zit helaas wel aan het uiteinde, waardoor ik maar met één iemand kan praten. En dat is Kiki. 'Wanneer zullen ze ons eruit halen denk je?' vraagt ze bang. 'Zodra onze leider tijd voor jullie heeft,' antwoordt een bewaker. 'Leider? Het is toch alfa?' vraag ik nieuwsgierig. 'Onze alfa is hier nu niet, hij is bezig in Zwitserland.' 'En daar hoeven we niet op te wachten?' 'Nee, hij heeft iemand anders voor even de leiding gegeven.' 'Wie dan, de bèta?' 'Nee, die is in Portugal.' 'Zijn vader, de vorige alfa dan?' 'Nee, die zit in Zweden.' 'Wie is er dan?' 'Zijn neefje.' 'En die kan de positie van alfa handhaven?' 'Nee, maar onze alfa heeft ons helaas bevolen om naar hem te luisteren,' zegt hij zuchtend. 'Nou, als je je toch verveelt, vertel ons wat over weerwolven en over je roedel.' 'Oké, dat zal ik doen.'

'We zijn weerwolven. We veranderen op de eerste volle maan na onze 12e verjaardag, behalve alfakinderen, die veranderen na hun 8e verjaardag, en bètakinderen veranderen na hun 10e verjaardag. Ons ontstaan, komt door Luna, de maangodin. Op een dag daalde ze af naar de aarde. Ze was prachtig en puur. Ze droeg een wit kleed, en ze heeft wit haar. Toen ze op aarde was kwam ze een zwarte wolf tegen. Ze vond de wolf erg mooi, en besloot hem mee te nemen naar de hemel. In de hemel vroeg ze aan de andere goden of ze hem mens konden maken. Ze gaven na een paar weken toe, maar tegen een voorwaarde, hij zou zijn wolf moeten houden. Hij zou in een wolf kunnen veranderen als hij dat wilde, behalve met volle maan, dan was hij voorbestemd om wolf te zijn. De eerste week ging alles goed, ze waren dolgelukkig met elkaar. Maar met volle maan daalde hij af naar de aarde, om als wolf rond te rennen. Alles ging goed, en de maand daarna waren ze weer dolgelukkig. Met volle maan daalde hij weer af naar beneden. Luna volgde hem, om hem te steunen. Maar toen ze bij hem aankwam schrok ze heel erg. Hij was samen met een andere wolf. Een vrouwtjeswolf. Woedend stapte ze uit de struiken. Ze zei: 'Je moet kiezen, haar of ik.' En hij koos dom, hij koos voor de vrouwtjeswolf. Boos keerde ze terug naar de hemel. Daar vertelde ze hoe hij haar verraden had, en dat ze wraak wilde. De goden besloten hun vloek aan te passen. Ze zorgde er nu voor dat zijn kinderen ook konden veranderen. En bij elke volle maan waren ze afhankelijk van Luna. Luna kon eens per maand alles doen wat ze wilde. De man smeekte om vergeving. Hij zei dat de vrouwtjeswolf de ware was. Toen besloot Luna dat het dan maar zo moest zijn, en zo creëerde ze mate's. Je mate is je wederhelft, de ware.'

Vol ontzag hadden we naar zijn verhaal geluisterd. 'Vertel ons meer!' 'Dat zal ik morgen doen, maar nu is wisseling van de wacht, dus ik ga weg.' 'Tot morgen meneer.' 'Tot morgen kinderen.'

---

Daar is hij dan, het nieuwe stukje. Sorry dat het zo lang duurde. Maar gelukkig, ik heb bijna vakantie. En dan is het schrijftijd. Benieuwd wat jullie ervan vonden. Ik beloof, het zal niet zo lang duren voor het volgende stukje!

Ik ben geen bezitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu