1832
'Houd mijn hand stevig vast, laat niet los.’ Mijn mama greep me vast en trok me met zich mee. Met een bang hart liepen we verder. We baande ons een weg door de omlaag vallende balken. De vlammen likte aan onze hielen. Heel ons huis, dat uit hout bestond, stond in lichterlaaie.
We waren ons huis uit. Ik keek om me heen en zag dat heel de stad verwoest was, geen enkel huis stond nog recht.
Men vocht. Wij als gewone burgers hadden geen kans, we hadden niets om terug te vechten.
Met haar handen streek ze door mijn haren. Ze was blij dat we uit ons huis waren ontsnapt, maar ze was nog bang. Mijn vader vocht mee. We gingen hem zoeken. We liepen voorbij vechtende, stervende en doden.
Na een tijdje te hebben gezocht zagen we hem. Hij had juist iemand neergeslagen. Vreugde bekroop mijn lichaam, hij leefde nog.
Hij kwam naar ons toe gelopen met tranen in zijn ogen, tranen van geluk.
Zijn ogen schoten open en ik kon het amper geloven, hij viel op de grond. Een zwaard had zijn rug doorboord. Langzaamaan drong het bloed in zijn hemd, het werd een steeds grotere, rode vlek.
Ik stond versteld, dit kon niet. Mijn mama liet mijn hand los en rende op hem af. Ze riep, schreeuwde, krijste. Haar verdriet was immens net zoals het mijne. Er rolde tranen over mijn wangen. Ik wilde ook naar hen toe rennen, maar stond toen vastgenageld aan de grond.
Ze grepen mijn mama vast aan haar haren en gooide haar tegen de grond.
'Mama!’ krijste ik. Ik kon niet op één nacht mijn beide ouders verliezen. Zij waren mijn alles. Ik hield van hen en zij van mij. Dit mocht niet zo aflopen.
'Elisabeth, vlucht!’ Ik had haar nog nooit zo angstig gezien. ‘Vlucht!’ Haar woorden werden gestopt, haar keel werd overgesneden.
Ik was stomverbaasd, ik kon gewoon niet vatten wat er zojuist gebeurd was.
De man die haar had vermoord keek me aan. Het was de commandant. Ging hij mij ook doden? Hij keek me een lange tijd aan, maar draaide zich daarna, met zijn paard, om en liep weg.
Ik begon te roepen en rende naar mijn ouders toe, maar werd tegengehouden. Iemand tilde me op en legde me over zijn schouder waarna we verdwenen in het bos.
JE LEEST
Vrijheid (tijdelijke stop)
AdventureElisabeth, 19 jaar, heeft genoeg van de onderdrukking die aanwezig is in de stad. Ze verzet zich tegen de macht van de commandant, maar loopt daardoor zelf gevaar. Met behulp van de charmante, knappe Jonathan varen ze de zeeën af opzoek naar hulp va...