6. Rode vlekken!

91 8 4
                                    

Ik heb de afgelopen nacht zoveel nagedacht dat ik een idee heb. Ik ga het vandaag meteen doen. Als ik zie dat anderen wakker zijn sta ik ook op. Ik eet net als de dagen ervoor bananen-kokosnoten-pap. Luc noemt het: prapje. Elke ochtend en avond zegt hij dan: eten we prapje? Wij moeten dan lachen en hij kijkt ons dan raar aan. Na het eten ga ik meteen naar het vliegtuig. Met tegenzin ga ik naar binnen. Ik loop naar de plek waar de stewardessen altijd waren. Alle eten en drinken staat hier. "Wat dom! We hadden ons eten hier vandaan kunnen halen!" Zegt ik terwijl ik tegen mijn voorhoofd sla. Ik kijk op verpakkingen en zie dat het meeste over de datum is. Dan kom ik bij het drinken. "Yes!" Roep ik terwijl ik een fles pak. Dan ren ik terug naar de hut. "Maria! Maria!" Roep ik terwijl ik op haar af storm. "Wat is er?!" Vraagt ze verbaast. "Dat we hier niet eerder aan hebben gedacht! Er ligt eten en drinken in het vliegtuig! Helaas is het meeste over datum, maar een deel kunnen we nog gebruiken........ En tuurlijk! .......In plaats van dat we in de bosjes naar de wc gaan.... Kunnen we ook naar de wc in het vliegtuig. We hebben dan wc-papier!" Schreeuw ik bijna. "Ohw geweldig!" Roept Maria met tranen in haar ogen. "Wat waren we dom bezich!" Zegt ze half huilend. "En...... Ik heb een fles!" Roep ik. "Een fles? Wat moet je daarmee?" Vraagt Maria onbegrijpelijk. "Flessenpost! Duhh....." Roep ik blij. Ik pak Maria vast en draai rondjes. Ik dans van vreugde. Deze dag, eindelijk er is iets goeds gebeurt! Maria gaat naar buiten, ik denk dat ze het de rest gaat vertellen. Dan zie ik Ruben. "Ruben!" Schreeuw ik. Arnold komt naar binnen gerent. Hij slaat zijn hand voor zijn mond. Dan komen Jess, Luc en Maria ook. Maria hurkt naast Ruben. "Ohw jongen." Zegt ze. Ze houd haar hand op het voorhoofd van Ruben. "Je hebt koorts!" Zegt Maria angstig. "Je zit onder de rode vlekken!" Roept Luc. "We zullen een andere hut moeten maken. het is misschien besmettelijk. Jess, Lisa en ik moeten takken zoeken. Maria let jij op Luc?" Zegt Arnold. "Ik vind het heel rot voor je Ruben. Ook al je been enzo..." Zeg ik om medeleven te tonen. Even later lopen Arnold, Jess en ik in de jungle. Ik pak een paar takken en leg ze naast elkaar neer. Dan maak ik ,met een scherp iets dat ik had meegenomen, een liaan los. Ik bind het aan elkaar. Ik pak nog een liaan. Ik maak hem vast en gebruik hem om mee te trekken. "Huh..." Zegt Jess. "Ik heb een slee gemaakt. Hiermee kunne we meer takken mee meenemen." Zeg ik. "Slim bedacht, maar we hebben geen tijd te verliezen. Straks word het donker en als we geen hut hebben moeten we op het strand slapen, zonder enige bescherming." Zegt Arnold terwijl hij recht vooruit kijkt zonder emotie. Even later komen we terug met veel takken. "Wat hebben jullie veel takken!" Roept Luc als hij ons aan ziet komen. "Ja, dat komt allemaal door Lisa." Zegt Jess. Ik lach verlegen en kijk omlaag. Ik veeg een plukje haar uit mijn gezicht en doe het achter mijn oor.

Na een kwartier zijn we al best ver. We hebben al één muur aan elkaar gebonden. Zo gaat het bij nog twee muren. De laatste muur maken we iets korter zodat we een ingang hebben. Terwijl we met de laatste muur bezig zijn: "Ahh! Slang!" Gilt Jess als er een slang tussen het hout vandaan komt. "Achteruit!" Roept Arnold. Terwijl Jess en ik achteruit lopen loopt Arnold er naartoe. Hij gaat achter de slang staan. "Drie, twee" fluistert hij. Hij springt zonder één te zeggen. Hij springt op de slang, hij wordt bijna gebeten, bijna in zijn ontstoken hand. Hij grijpt de slang bij de kop en de staart. Hij begint de draaien en laat de kop los. Hij slang is nu gestrekt in de lucht. Hij draait harder en harder. Dan laat hij los......de slang beland ergens ver in de bosjes. "Bedankt Arnold!" Zeg ik terwijl ik hem een knuffel geef, maar hij knuffels niet terug. Schamend laat ik los.

Na een tijdje is de nieuwe hut klaar. Ruben moet nu alleen gaan slapen. Ik vind het zielig maar het kan niet anders. We halen nog meer stoelen uit het vliegtuig en leggen die in de nieuwe hut.

We hebben nog maar even tot de zon ondergaat. Iets prachtigs op dit eiland. Iets wat je kan zien aan de horizon van het strand. Het licht, de zacht roze lucht. Tropische vogels die zingen. Wonderbaarlijk zijn die momenten. Als het donker is zeg ik Ruben gedag. Hij is niet blij met idee alleen te slapen op een eiland vol gevaren.

Die avond kan ik niet slapen, alweer niet. Ik ben heel moe, ondanks dat ik niet veel doe. Ik lig nu naast Maria en naast mij Jess. Eerder lag ik aan de zijkant en aan de andere kant Jess. "Hey, Maria. Hoe kan het dat jij zoveel weet van verwondingen enzo?" Vraag ik aan der. "Ik ben arts, daarom was ik met het vliegtuig. Ik moest naar Amerika omdat ik daar in een ziekenhuis moest helpen. "Wow!" Zeg ik vol bewondering.

Als de rest slaapt ben ik nog wakker. "Shit! Ik ben die fles vergeten." Zeg ik, net als dat ik vergeten ben het lekkere eten te pakken uit het vliegtuig. Ik kan niet stoppen met het denken aan Ruben. Ik vind het zo zielig. Hij is zo aardig hij verdient dit allemaal niet.......

Gecrasht op een onbewoond eilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu