"Ik heb vannacht geen oog dichtgedaan. Nou heel even, maar dat was ook niet bepaald leuk." Zeg ik tegen Maria. Net als gisteren kookt ze het eten. "Wat dan? Wat was er?" Zegt Maria bezocht. "Nare droom......, ik wil het er liever niet over hebben." Zeg ik zacht. Maria laat het er dan ook bij. Het is toch ook z'n lieve vrouw. De rest, behalve Arnold, is ook al wakker en we besluiten wat we vandaag gaan doen. "Het eten is bijna op, we moeten vandaag nieuw eten halen, alle verbanden verschonen en nog wat koffers open maken." Zegt Maria op een hoge en slimme toon. Arnold wordt nu ook wakker. "Oeh" gaapt hij. Hij strekt zijn armen en stapt uit zijn stoel. Als hij met zijn hand een deken van kleren van zich afhaalt schrik ik. "Je hand!" Roep ik. "Wow!" Zegt Arnold. "Ieh, das vies." zegt Luc. Maria draait zich om en laat de stok, die ze als lepel gebruikt, vallen. "Grote grutjes! Die is opgezwollen! Dit heb ik nog nooit gezien." Zegt ze verbaasd. Ze haalt het verband eraf. "Het zit vol push." Zegt Ruben. "Het zal na een paar dagen wel wegtrekken." Zegt ze gerustellend tegen ons.
'S middags gaan we eten zoeken. Dit keer met z'n allen, behalve Ruben dan. Met Ruben gaat het beter. We hebben stokken waar hij op kan leunen. Maar hij kan nog niet lopen. We hebben weer bananen en kokosnoten. En heel toevallig.... Kwam weer die aap langs. Nu schrok ik niet, want ik wist wat ik kon verwachten. We gaven hem een banaan en we liepen door. 'S avonds als het nog een beetje licht is, lees ik in het dagboek. Het is fascinerend op de manier dat er wordt geschreven.
~~stukje uit het dagboek~~
Ik zag hem! Die jongen, de jongen met de gouden lokken. De blauwe ogen zo mooi als de zee. Als ik bij hem ben voelt het alsof we alleen zijn. Alleen op een eiland, zittend op het strand, naar de hemel starend met stralende sterren. Alleen een stilte, een mooie stilte. Een stilte met de mooiste melodie.
~~einde stukje uit het dagboek~~Ik ben verbijsterd over het verhaal. Het is zo mooi liefdesverhaal. Ze denkt dat ze hem niet kan krijgen, maar uiteindelijk trouwen ze en krijgen kinderen. Het is een soort sprookje, maar dan echt. Ik vind het zonde om erin te schrijven, maar ik kan niks. Ik kan niks doen op dit eiland. Ik zou me hier in kunnen uitleven. Mijn emotie neer zetten, iets wat mij nog nooit gelukt is.
~~flashback~~
Ik ben in zwart, de hele dag lang. Ik loop langzaam vooraan in een menigte. Voor mij rijd een auto, een langwerpige, zwarte auto. Ik huil, dat merk ik, want mijn gezicht is nat. Mijn haar heb ik aan een kant, ik een vlecht die over mijn schouder loopt. Ik draag een jurkje, een vestje en zwarte ballerina's. Mijn oma's lopen naast mij. Aan allebei de kanten één.
~~einde flashback~~Mijn wangen zijn nat, mijn ogen vloeibaar. Er rolt iets over mijn wang, ik moet huilen. Huilen om wat mij is aangedaan. Ik heb twee grote ongelukken gehad, maar toch ben ik twee keer gespaard en anderen niet. Ik wil dit op papier zetten. Ik zal het nooit vertellen, dat kan ik niet. Maar dan kunnen mensen het lezen.
Het wordt donker en ik besluit naar mijn stoel te gaan. Ik val al snel in slaap..... Ik rol heen en weer..."nu niet mam.." Zeg ik half slapend. Maar dan besef ik dat ik niet thuis ben en geen ouders heb. Ik open. Mijn ogen en zie Jess. "Ik kan niet slapen zegt ze. "Shht, de rest slaapt nog." Zeg ik zacht. "Volg mij." Zeg ik. Ik sta op en loop naar buiten. Ik ga zitten op het strand. "Kom naast me zitten" zeg ik. Jess gaat naast me zitten. "Kijk zie je dat? die sterren zijn in een vorm van een beer en die in de vorm van een hart." Zeg ik rustig. Jess kijkt adembenemend naar boven. "Bedankt" zegt ze dan. "Voor wat?" Vraag ik. "Dat je me helpt. Mijn gezin liet me altijd links liggen, ze hielden meer van mijn broertje. Jij geeft om mij..." Zegt ze zacht.
JE LEEST
Gecrasht op een onbewoond eiland
AventuraMet een harde knal stort het vliegtuig neer! Ik kijk op en zie levenloze mensen. Maar een beetje beweging........achteraan in de middelste rij. Dit boek gaat over een neergestort vliegtuig met weinig overlevenden. De mensen die het hebben overleefd...