Nadat alles in de vrachtwagens zit, we nog een biertje (of tien) met elkaar hebben gedronken, waarbij veel is gelachen zit ik alleen in de auto. Ik zou niet eens mogen rijden.
In het donkerst van de nacht rij ik over de snelweg heen. Aan mijn linker kant zie ik honderde lichtjes langs mij flitsen. Het belichtte Utrecht laat ik achter mij, voor mij ligt één en al duisternis. Hier en daar wordt de weg belicht door een lantaarnpaal, waarvan de meesten onderhand nog maar amper of helemaal geen licht meer geven.
Het is uitgestorven op de weg. Hier en daar een vrachtauto, chauffeurs die er voor kiezen om 's nachts te rijden, een enkele gezinsauto die op weg zijn naar vakantie, maar voornamelijk stilte. Duisternis en stilte.
De combinatie van de elementen duisternis en stilte laat mij tot denken over. Nadenken over het leven, over de keuzes die ik heb gemaakt. Over het verleden, maar ook over de toekomst. Ik krijg de kans om na te denken over Freddie, over die jongen in het publiek, over wat ik straks ga eten als ik thuis kom en over hoe ontzettend erg ik verlang om het bed met iemand te delen.
Als ik de oprit van ons, mijn, huis op rij voel ik de leegte plotseling tien keer erger. Als de auto afslaat, omringt de stilte mij en zonder dat ik er erg in heb stromen de tranen over mijn wangen heen. Op dit soort avonden mis ik het verleden. Al weten we beide dat het beter voor ons was om uit elkaar te gaan. Ik mis hem niet persé... ik bedoel we zien elkaar nog dagelijks, maar ik mis de warmte van iemand die van je houdt. De warmte van iemand om alles mee te delen.
De halfvolle wijnfles die in de koelkast lag, is binnen een paar minuten leeg. Zonder na te denken open ik de koelkast opnieuw en pak ik er nog een fles uit. Ik schenk mezelf nog een wijntje in, waarna ik leunend op het aanrecht door tinder swipe.
"Veilig thuisgekomen?" Het whatsapp berichtje van Freddie verschijnt kort in mijn beeld. Ik glimlach en lach kort. Ik open het gesprek tussen ons en staar even naar de achtergrond van het gesprek. Freddie en ik, zoenend op het strand van Skagen. Onze eerste vakantie nadat Freddie bekend werd, de laatste vakantie van ons tweeën. "Veilig thuisgekomen" antwoord ik hem. Stiekem is er hoop dat hij deze kant op komt, dat het voor één nacht weer zoals vroeger kan zijn, maar dat is een stiekeme hoop.
Een paar wijnglazen verder lig ik op de bank, starend uit het raam terwijl ik kleine slokken neem van het glas. De alcohol proef ik niet meer, daar is het al te laat voor. Morgen zal ik weer wakker worden met een kater, zullen er weer paracetamollen doorheen gaan om m'n kop weer rustig te krijgen. Bijzaken, zolang ik voor vanavond maar even alles kan vergeten.
Alles vergeten wordt een stuk moeilijker gemaakt wanneer een paar felle koplampen de oprit opdraaien. Ik kijk de auto in, Freddie. Ik voel de tranen prikken, maar hou mij sterk. De auto wordt donker, ik hoor de deur van de auto dichtslaan. Een sleutel die in het slot steekt, een fout die ik heb gemaakt. Ik blijf naar buiten staren, ook al weet ik dat hij zo achter mij zal staan. Ik probeer al mijn gedachten te bedwingen, de gedachten dat ik hem zo gewoon zou kunnen zoenen. Dat we voor één keer vanavond de lakens weer zouden kunnen delen. Dat ik op die manier de blonde jongen uit het publiek zou kunnen vergeten.
De deur van de keuken valt dicht en een paar zachte voetstappen, hij heeft zijn schoenen dus al uitgedaan, komen mijn kant op. 'Robbie...' Freddie's stem is zacht, klinkt bijna wanhopend. Langzaam draai ik mij om en kijk ik Freddie in zijn ogen aan. 'Wat moet je?' Het komt er botter uit dan dat ik geanticipeerd had. 'Ik... ik wil je. Please?' Hij is net zo wanhopig voor aanraking als mij.
Verder dan een knikje komt mijn reactie niet. Het wijnglas is snel vergeten terwijl ik naar hem toe loop. Als ik voor hem sta hoor ik hem zenuwachtig uit ademen. Met mijn rechterhand pak ik zijn linkerhand vast. Langzaam streel ik over zijn vingers heen. 'Het is oké, het komt goed, zoals we beloofd hebben.' Terwijl ik dit fluister kijk ik Freddie in zijn ogen aan. Hij knikt en glimlacht in het klein. Zijn rechterhand legt hij rustig op mijn onderrug. Langzaam ga ik op mijn tenen staan.
Dan ontmoeten onze lippen elkaar, mijn ogen sluiten vanzelf. Onze lippen kennen het ritme nog altijd van vroeger, ze werken met elkaar samen alsof het nooit is gestopt. Het voelt vertrouwd, om opnieuw in zijn armen te staan. Mijn rechterhand laat zijn hand los en vervolgens leg ik mijn beide handen in zijn nek. Ik trek hem dichterbij en verdiep de zoen.
Na een paar minuten trekt hij terug, terwijl zijn ogen mij diep blijven aankijken. Een zacht knikje naar de gang laat mij precies weten wat Freddie wil. Ik antwoord met een klein knikje. Hij lacht en pakt mijn hand vast. Ik voel mijn wangen gloeien en loop dan achter hem aan de trap op.
Boven aangekomen drukt Freddie mij tegen de muur aan. Zijn lippen belanden weer op die van mij, deze keer is de kus ruiger, lustiger. We zijn beide geil, willen en kunnen beide niet meer wachten op elkaars aanrakingen. 'Fuck Robbie, wat heb ik dit gemist.' Fluister hij tegen mijn lippen aan. 'Wat heb ik jou gemist Robbie.' Hij zoent mij opnieuw, nog ruiger en lustiger dan de vorige.
Uitgeput liggen we dicht tegen elkaar aan. Freddie's linkerhand onder zijn hoofd, zijn rechterhand in mijn haar , mijn hoofd op zijn borst. Net als altijd. Alles aan deze avond voelt vertrouwd. 'Dankje...' Hij ademt diep uit. Ik lach zachtjes en schud mijn hoofd. 'Jij bedankt.' We lachen kort samen.
'Waarom kwam je eigenlijk?' Ik draai mij om op mijn buik zodat ik Freddie beter aan kan kijken. Hij lacht en schudt zijn hoofd. 'Ik was bezorgd. Je had te veel bier op en reed in je eentje naar huis... ik wou gewoon zeker weten dat je veilig thuis was en... en dat je niet meer ging drinken vanavond.' Ik laat mijn hoofd op het matras vallen en kreun zachtjes. 'En nu de echte reden.' Ik rek het laatste woord wat uit om het meer zeurderig te laten klinken. 'Oké oké, ik wou je gewoon zien.' Ik grinnik en geeft hem nog een kusje.
Even liggen we in stilte, beide verzonken in onze gedachten. 'Heb jij... al een nieuw iemand?' Freddie kijkt mij aan, onze hoofden dicht bij elkaar. 'Nee nog niet... jij?' Hij schudt zijn hoofd. 'Het is prima zo, ik heb het toch ongelooflijk druk dus zie het ook niet echt voor mij dat het zou werken.' 'Prima ja? Dus je vindt het prima om na een concert bij je beste vriend, tevens ex, op de stoep te staan voor seks. Is dat echt zo prima meneer Schuurs?' Freddie laat een geluid van irritatie uit. 'Is dat oké meneer Schuurs? Hoort dit zo?' En dan beginnen we samen te lachen. 'Als het altijd zo gaat dan vind ik het helemaal prima zo, meneer Van de Graaf.' Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en laat zijn hoofd dan weer op het kussen vallen. 'Voor nu vind ik dat helemaal prima.'
JE LEEST
De Kans // discontinued
Fanfiction"Je spookt door m'n hoofd sinds de dag dat je in de zaal stond." Biecht ik hem lachend op. Ofwel Rob is de drummer van Freddie (Flemming irl) en ziet één iemand in het publiek die hij niet meer uit z'n hoofd krijgt.