9.

372 14 14
                                    

Matthy
Het is erg stil aan de eettafel. Sinds het incident van vanmiddag hebben we elkaar amper gesproken. Ik heb soms wat gefluister gehoord hier en daar, maar daar bleef het ook wel bij.
Ik staar naar mijn bord en speel een beetje met mijn eten. Frank heeft me al de hele dag zure blikken geworpen, dus ik probeer oogcontact te vermijden.
Ik begrijp niet helemaal wat ik hem heb misdaan. Hij is toch niet serieus zo boos omdat ik hem een leugenaar noemde? Ik bedoel, hij was overduidelijk dronken. Niemand kan mij vertellen dat hij geen alcohol op had.
Ik begrijp het misschien op dat moment wel, hij was dronken & geïrriteerd. Maar waarom is hij nu nog boos dan? Hij zal nu toch wel nuchter zijn?

'Hey, gaat het?' Fluistert Koen. Ik kijk op. Hij ziet er nogal bezorgd uit.
'Ja, hoezo?' Probeer ik zo normaal mogelijk te vragen. Maar aan Koen zijn gezicht te zien is het mislukt.
'Matt, je hebt nog geen hap genomen.' Zegt koen stilletjes. Ik leg mijn vork neer en kijk naar mijn bord. Ik was echt te diep in mijn gedachtes gezonken.

Heel veel eetlust heb ik niet, maar Rob heeft wel zijn best gedaan in de keuken. Hij heeft zelf altijd gezegd dat hij niet kon koken, maar hij heeft gisteren toegegeven dat het een excuus was zodat hij het niet hoefde te doen. Normaal gesproken zou Raoul voor ons koken. Maar hij is er niet meer. Dus rob wilde iets maken voor ons.
Het is een stamppot met aardappel, wortel en doperwtjes. Hij had ook 5 gehaktballen erbij gemaakt, maar 3 van de 5 ballen zijn op zijn eigen bord beland. Koen houdt namelijk niet zo van gehaktballen en Milo had er blijkbaar geen zin in.
Toch is het raar dat Robbie bijna alles vies vindt maar stamppot heerlijk vindt.
Ik schuif snel een hap met stamppot naar binnen.
In mijn ooghoek zie ik Franks ogen op mij gericht. Ik kijk hem even snel aan. Ik zie dezelfde vurige blik als vanmiddag. Zijn ogen staren recht mijn ziel in. Als blikken konden doden was ik nu echt morsdood geweest.
Ik kijk gehaast terug naar mijn bord. Ik hoor mijn keel een angstig slik geluid maken.

'Oké, wat is hier in godsnaam aan de hand!' Hoor ik Robbie met volle mond roepen. Ik kijk hem aan. Ik zie hem rond de tafel kijken, afwachtend op antwoord.
'Ik kan je vertellen wat het probleem is,' begint Frank. Hij staart me nog steeds giftig aan. 'We zitten hier aan tafel met een moordenaar.'

Het blijft even stil aan de eettafel. Mijn hart gaat razendsnel te keer. Wat wilt hij hier mee zeggen? Dat ik de moordenaar ben? Of dat hij de moordenaar is? Misschien wel iemand anders? In ieder geval, geen van de opties klinken goed.
Ik kijk naar Rob die Frank verward aanstaart.
'Hoe bedoel je.' Mompelt Robbie terwijl hij een stuk gehaktbal naar binnen schuift.
'Doe niet alsof je dom bent. We weten allemaal wel dat die kwal daar de moordenaar is.' Snauwt Frank. Ik voel gelijk alle ogen op mij gericht. Het felle licht boven de eettafel lijkt wel volledig op mij te schijnen, als een soort spotlight. Het liefst sta ik nu op, pak ik mijn auto en rij ik ver weg van hier. Naar een huisje in een groot bos ofzo. Waar ik even kan verdwijnen van deze plek en situatie.

'Wat de fuck zeg jij allemaal?' Hoor ik Koen roepen. Ik kijk nerveus om mij heen. Geloven ze Frank? Ik hoop het niet. Waarom denkt iedereen eigenlijk dat ik de moordenaar ben? Frank denkt het, Milan Knol denkt het, ongeveer het hele internet denkt het!

Zijn er nog wel mensen die mij vertrouwen?

Maar ik heb toch helemaal geen reden om mijn beste vrienden te vermoorden? Denken ze dat ik een soort psychopaat ben? Dat ik het eerste persoon hier zou zijn die een vriend in koude bloede kan afmaken?
Ik weet het niet meer. Ik haat mensen en hun kut meningen.

'Hij was de hele middag bij mij gast!' Roept Koen. Hij kijkt me geruststellend aan. Ik voel dat ik een klein beetje kalmeer. Hij was inderdaad bij mij, ik heb een alibi.
'Misschien zit jij ook wel in het complot! Lekker je beste vriend beschermen toch? Nou ik trap er niet in!' Schreeuwt Frank. Hij kijkt me wreed aan.
'Luister Matthy, ik weet dat jij het bent. Je kan het niet meer verstoppen van ons. Geef het nou maar toe.' Sist Frank. Bij elk woord voel ik mijn hart sneller kloppen. Ik heb het gevoel dat ik moet overgeven.
Hij neemt langzaam een hap van zijn eten terwijl hij me doordringend aanstaart.

Bloemenmoord -BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu