Hoofdstuk 3

41 2 1
                                    

Ontsteld blijf ik achter. Zo'n heftige reactie had ik niet verwacht. Ik snap ook niet hoe Katja en Amber eraan zijn gekomen dat we homo zijn, maar dat is toch nog geen reden om zo te reageren? Zuchtend pak ik mijn fiets. In gedachten verzonken fiets ik naar huis. Ik kan er nog steeds niet bij waarom Vincent zo reageerde. Heeft hij misschien iets tegen homo's? Ik weet wel dat zijn ouders tegen homo's zijn, maar Vincent leek er nooit iets op tegen te hebben. Misschien is hij bang dat anderen dit ook denken en zat ze hem ermee zullen pesten. Er zat vorig jaar namelijk een jongen die homo was in onze jaarlaag en die werd erg gepest. Ik kan me voorstellen dat Vincent dat niet wil. Het pesten was zo erg geworden dat hij is verhuisd. Het gebeurde van de ene op de andere dag. Vrijdag kwam hij nog gewoon naar school en maandag hoorden we dat hij was verhuisd. Zou Vincent echt denken dat het bij hem ook zo zal lopen? Je kan het toch ook gewoon uitleggen? Ze zullen vast wel begrijpen dat het maar een misverstand is. Het gebeurt wel vaker dat er een roddel is over iemand waar uiteindelijk niets van blijkt te kloppen. Dat weet Vincent ook wel. Zou het dan misschien aan mij liggen? We zijn al jaren goede vrienden en waarschijnlijk wil hij dat ook wel blijven, maar een relatie met mij zou hij natuurlijk helemaal niets vinden. Daarom was hij waarschijnlijk zo van slag. Hij wil vrienden zijn, niet mijn vriendje! Ik voel de tranen achter mijn ogen branden. Waarom moet mij dit nou weer gebeuren? Waarom moet ik nou weer verliefd worden om iemand die ik toch nooit zal krijgen? Het is duidelijk dat hij alleen al het idee van een relatie tussen ons tweeën verafschuwt. Een traan stroomt over mijn wang. Snel veeg ik hem weg. Ik moet het echt eens afleren om zo snel te huilen. Straks gebeurt het in bijzijn van mijn vrienden of familie en gaan ze vragen wat er is. Dan zullen ze geen genoegen nemen met "niks" als antwoord. Nog een traan glijdt over mijn wang. Ook deze veeg ik snel weg. Ik moet nu echt ophouden met huilen. Nog twee straten en ik ben thuis, waar ik meteen zal moeten eten. Ik kan echt niet met rode ogen aan tafel schuiven. Ik wrijf snel een paar keer over mijn gezicht, schud mijn hoofd om het onderwerp uit mijn hoofd te krijgen en probeer aan iets anders te denken. Terwijl ik mijn fiets in de schuur zet concentreer ik me zo goed mogelijk op mijn natuurkunde toets van donderdag. Het lukt een beetje, de tranen blijven gelukkig weg. Als ik via de achterdeur naar binnen loop kijk ik nog even in de ruit of je er iets van kan zien op mijn gezicht. Gelukkig, ik zie er net zo uit als normaal na het sporten.

'... en we hebben ook de rekentoets teruggekregen en weet je welk cijfer ik heb?' Anna kijkt ons verwachtingvol aan. Om mijn moeders mond vormt zich een kleine glimlach, ze is altijd erg trots op mijn zusje. Ze vertelt tegen iedereen die het maar wil horen hoe slim mijn Anna is. En als ze de verbaasde blikken op de gezichten van de mensen ziet nadat ze heeft verteld dat Anna een groep gaat overslaan, straalt ze helemaal. 'Nee? Hoeveel?' Vraagt ze Anna na een korte stilte. 'Nul! Ik had alles goed!' Roept Anna trots uit. 'Wauw! Super goed!' Complimenteert mijn moeder haar. 'Ik heb vandaag ook een toets teruggekregen.' Begint mijn broertje Bram zachtjes. 'En, wat heb je?' Vraagt mijn moeder. 'Een 7,5.' Mijn broertje kijkt ons met een voorzichtige trotse blik in zijn ogen aan. 'Oh, goedzo!' Zegt mijn moeder, duidelijk minder trots dan bij Anna. Ik zucht in mezelf. Waarom kan ze niet gewoon blij zijn met wat haar zoon heeft gepresteerd? 'Wacht, was dat die aardrijkskundetoets die je zo moeilijk vond?' Voor het eerst deze maaltijd meng ik me in het gesprek. Bram knikt. 'Wow! Echt super goed!' Een glimlach verschijnt op het gezicht van Bram.

Met een volle maag plof ik op mijn bed. Mijn gedachten gaan weer terug naar Vincent. Het besef dat hij mij nooit leuk zal vinden komt dit keer nog harder aan. Langzaam verschijnen er tranen in mijn ogen. Ik krul me op in mijn bed en sla mijn handen om mijn benen. Ik laat de tranen over mijn wangen lopen. Na een tijdje proef ik de zoute smaak op mijn lippen. Zo blijf ik een tijdje liggen. Als een kind dat zich afschermt voor de wereld. Ik voel verachting voor mezelf. Ik zou me zo niet moeten gedragen. Ik gedraag me als een angsthaas. Ik bén een angsthaas. Anders lag ik hier nu niet. Anders was ik sterker geweest, had ik het me niet zo aangetrokken. Maar dat doe ik dus wel. En nu lig ik hier. Als een klein bang kind. Logisch dat Vincent me niet leuk vindt. Logisch dat hij bij het idee van een relatie met mij zo van slag raakt. Wie wil er nou iets met zo'n zwak en bang iemand als ik?

*piep* *piep* *piep*
Ik kijk op de wekker. Half zeven. Zucht. Ik zet de wekker uit. Gisteravond heb ik niet veel meer gedaan. Ik heb me alleen omgekleed en mijn tanden gepoetst en ben toen nadat ik mijn ouders weltrusten heb gezegd mijn bed ingedoken. Ik kon moeilijk in slaap komen, maar uiteindelijk ben ik blijkbaar toch ingedommeld. En nu is het alweer ochtend en moet ik me klaar gaan maken. Om kwart over zeven moet ik namelijk weer op de fiets zitten om met Vincent naar school te fietsen. Als hij er staat, tenminste. Ik vraag het me af. Ik begrijp dat hij me na gisteren liever niet wil zien, maar ik heb geen berichtje ofzo gekregen dus moet ik maar zien. Ik sta zuchtend op uit mijn bed en begin met me om te kleden.

Als ik op de plek aankom staat er niemand. Het is nu precies kwart over zeven, dus ik wacht nog vijf minuten en dan zal ik echt gaan. Ik speel wat spelletjes op mijn mobiel terwijl ik wacht. Dan hoor ik iemand naast me stoppen. Ik kijk op en zie Vincent naast me staan. 'Hey.' Begroet ik hem. 'Hey.' Zegt hij terug. Ik overweeg nog even om over gisteren te beginnen, maar ik zie aan hem dat hij dat liever niet wil. Hij kijkt een beetje naar de grond, terwijl hij normaal altijd vol energie zit. Hij is, in tegenstelling tot mij, een echt ochtendmens. 'Zullen we dan maar gaan?' Zeg ik omdat het duidelijk is dat Vincent dit keer het initiatief niet zal nemen. Hij knikt van ja en we vertrekken. Onderweg blijft Vincent afwezig. Hij kijkt strak voor zich uit en doet geen moeite om een gesprek te beginnen. Na een paar straten stilte begin ik dus maar met een gesprek. 'Ben jij eigenlijk al begonnen met natuurkunde?' Ik neem een onschuldig onderwerp aangezien hij duidelijk niet over gisteren wil praten. 'Een beetje, maar ik moet vandaag nog wel hard leren.' Geeft hij als antwoord. 'En jij?' Voegt hij er na een korte stilte aan toe. Ik glimlach. Hij wil geen gesprek aangaan, maar gelukkig nog wel onderhouden. 'Wel ongeveer hetzelfde.' Vincent knikt. 'Maar ik snap het opzich wel, dus dat is wel fijn.' Nu verschijnt er ook op het gezicht van Vincent een glimlach. 'Het zal eens wat zijn als je het een keertje niet snapt.' Zegt hij dan. Ik lach. 'Moet jij zeggen!' De glimlach op Vincent's gezicht wordt groter. Het klopt, we zijn allebei best slim. We halen ook hogere cijfers dan de mensen uit onze klas die een typisch nerd uiterlijk hebben. Waarschijnlijk om deze reden is er soms wat spanning tussen ons en een paar van deze jongens. Ze kunnen er niet zo goed tegen dat we zulke goede cijfers halen en ook bij het 'populaire' groepje horen. Maar gelukkig denken de meesten hier niet zo over en hebben we verder een goede relatie met onze klasgenoten. 'Waar denk je aan?' Vincent haalt me uit mijn gedachten. 'Oh, aan hoe slim en geliefd we wel zijn.' Lach ik. Ook Vincent lacht. 'Op Rik enzo na, hé!' Voegt Vincent er nog aan toe. Rik is een beetje de leider. Verder zijn er nog Thomas en Mark. 'Inderdaad! Ik zie Rik's gezicht nog voor me toen hij erachter kwam dat jij met precies 0.1 verschil het hoogste van de klas had!' Hij keek Vincent toen met zo'n vuil gezicht aan dat we er elkaar zelfs nu nog, een half jaar later nog aan herinneren. 'Oja! Dat was inderdaad echt geweldig! Eigenlijk maakt het me niet zoveel uit of anderen een hoger cijfer hebben, maar zij vragen er gewoon om!' De rest van de fietstocht praten we nog een beetje verder over Rik, Thomas en Mark. Vincent lijkt niet meer aan gisteren te denken en lacht gelukkig weer.

FEmaleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu