Ik stapte uit aan de rand van de stad. Argwantend keken de passegiers uit de bus me na.. Ze zullen wel denken dat ik niet goed bij mijn hoofd ben ofzo. Het kon me dus echt geen ene fuck meer schelen wat ze dachten. Ik had het al te druk met de gedachten die door mijn hoofd spookten. Aan de overkant zag ik politie staan, en ik begon automatisch harder te lopen. Maar waarom zou ik eigenlijk bang zijn? Mijn vader zou heus geen politie inschakelen, want dan zou hij er zelf mee te maken krijgen.
Het was rond halfnegenen en ik liep wat rond in het centrum van de stad. Het was er nog rustig en geen enkele winkel leek open te zijn. Na wat rondgeslentert te hebben naderede ik een broodjeszaak, ik liep naar binnen, maar bleef toen stokstijf staan. Een paar tafeltjes voor me zat Samantha met haar hele meidenkliek 'gezellig' een broodje te eten. 'Kijk eens wie we daar hebben?!' Ze had me al in het visier en stond resoluut op. 'Wat moet je?' Snauwde ik, Totaal niet bang voor deze bitch. 'Je stinkt naar pis. Is dat je nieuwe geurtje ofzo?' Ik voelde woede opborrelen tegenover deze trut. 'Houd je bek' Of ik doe je wat aan.' Samantha bleef onverschrokken staan met een domme grijns op haar gezicht. Ik keek haar doordringent aan, En ze keek doordringent terug. Ze speelde een spelletje met me: Wie het eerst zijn hoofd afwend is de loser. Samantha draaide als eerst haar hoofd weg omdat ze werd geroepen door haar vriendinnen. Vlug zag ik mijn kans om een broodje te kopen.
Nadat ik mijn broodje binnen 10 seconden had weggewerkt verliet ik de zaak. Ik zat me te bedenken waar ik heen kon gaan. Ik zakte neer op een bankje en vouwde mijn handen om mijn hoofd. Gister was echt een chaos geweest. Zijn hoofd knapte bijna uit elkaar als hij er weer aan dacht. Het leek wel alsof er allemaal stemmetjes in zijn hoofd plaatsvonden. De 1 zei: 'Ga naar huis en ga douchen.' De ander zei: 'Pak die tyfussletjes uit de broodjeszaak, ze zijn jouw leven niet waard.' Zuchtend stond ik op. Ik wilde die nare dingen niet denken. 'Jongeman, mag ik je vragen hoe oud je bent?' Verbaasd keek ik achterom. 'Wat moet je van me?' Mijn stem klonk argwanend. Voor hem stond een vrouw in een zwart tuniek. Een map met een pen had ze in haar andere hand. 'Rustig maar hoor.' De vrouw keek hem vriendelijk aan. 'Ik doe een onderzoek naar geweld op straat, en ik had je willen vragen voor een intervieuw maar dan moet je wel 18 zijn. 'Ik ben 17.' 'Oh.' De vrouw keek hem nog even onderzoekend aan en toen liep ze weg.
'Yeremi!' Duidelijk was dat Samantha. Verveelt draaide ik me naar haar toe. 'Wat doe jij eigenlijk in de stad?' Zei ze. 'Er klonk vreemd genoeg geen vijandelijkheid in haar stem. 'Gewoon.' Ik probeerde me normaal te houden. 'Wat doe jij eigenlijk in de stad?' Ze hoorde op school te zitten. 'Eerste drie uur vrij.' 'Ok. Fijn voor je.' Zei ik sarcastisch. Zonder verder nog iets te zeggen liep ik het centrum uit. Ik verveelde me dood. Ik had best zin om de trein naar Amsterdam te nemen om daar wat rond te hangen. Ik had tenslotte geld zat.
In de trein was het lekker warm en ik nestelde me tegen het raam. Dit was de tweede keer dat hij in zijn leven met de trein ging. Best wel weinig. Het was rustig in de coupe en daarom zag hij zijn kans om nog ff te gnieten van de rust die hij had. Zijn rust werd al gouw verstoord door een stel kinderen wat al gillend en treiterent de coupe kwam binnenstormen. En Alsof het niet erger kon namen ze er ook nog plaats! Voor hem namen 2 van de zwarte jongetjes plaats. Ik schatte ze een jaar of zeven. Ik maakte van hun geklets uit de ze naar het Anne-Frank huis gingen. Ik snapte echt niet wat ze daar nou zo leuk aan vonden. Een kwartiertje later minderde de trein vaart, totdat hij uiteindelijk helemaal stil stond. Ik stapte uit. Eindelijk verlost van al die etterkinderen.
JE LEEST
Autist
Teen Fiction"Ik maak je af" Opwinding giert door mijn lijf als ik merk dat ik er weer 1 te pakken krijg. Het voelt als een overwinning. Die wanhopige blik die smeekt om niet afgemaakt te worden.. Yeremi is mijn naam en ik ben nu 17 jaar. Al heel mijn jeugd lang...