Deel 16: Lieve Robbie,

467 17 24
                                    

"Lieve Robbie,

Waar ben je nou toch? Na een zware strijd in het ziekenhuis bed, heb je toch na 2,5 maand opgegeven. 2,5 maand vol hectiek, pijn, en verdriet. Niet alleen bij mij, maar ook bij jou familie en vrienden is jou verlies een grote shock geweest." Ik kijk even van mijn blaadje af de zaal ik. Misschien wel honderd ogen zijn op mij gericht. Ik ben niet iemand om in de spotlight te staan. Ik ben niet iemand om voor een groep te praten, en al helemaal niet over mijn gevoelens. Maar ik wilde je toch een mooi laatste afscheid geven, een mooi laatste woordje. Ik zie vrienden van je zitten, familie, maar eigenlijk heb ik nooit een van hen gezien. Daar was het helaas te laat voor.. Gelukkig zijn Raoul, Koen en Milo vandaag meegekomen om mij enigszins kalm te houden. Als je dit überhaupt kalm kan noemen. Huilend, trillend en paniekerend sta ik hier op mijn benen. Naast jou open kist. "In die korte tijd dat ik je kende. Zijn mijn gevoelens naar jou enorm snel gegroeid. Ik kende je nog geen maand, maar je hebt mij het beste laten zien in die maand. Je hebt mij in die korte tijd laten zien wat liefde is. Wat liefde, was. Ik was niet opzoek naar iets. Ik was niet opzoek naar mezelf. Maar toen jij in mijn kleine leventje kwam. Als een totale vreemde. Heb ik mijzelf gevonden. Mijzelf in jou liefde gevonden. Maar sinds jij bent verdwenen, heb ik ook het gevoel dat ik mijzelf niet meer weet te vinden. Wat ben ik nu nog? Wat is er nog van mij over zonder jou? Het is nu bijna drie maanden later, drie maanden vol afwachting, pijn, en loslaten. Maar dat laatste? Ik denk dat ik dat nooit zou kunnen. Ik zou jou nooit los kunnen laten Robje."

Mijn stem trilt terwijl ik deze woorden uitspreek, elk woord doordrenkt van verdriet en verlies. Het voelt alsof mijn hart uit elkaar scheurt bij elke herinnering aan jou, aan ons, aan wat had kunnen zijn. Maar nu is alles weg, vervlogen in de wind, als een droom die uit elkaar valt zodra je ontwaakt. Ik kijk naar je gezicht, zo vredig in de dood. "Het doet pijn om te weten dat ik je prachtige lach nooit meer zal zien, nooit meer die liefelijke rimpeltjes in je ooghoeken. Dat ik nooit meer je stem zal horen, nooit meer je warmte zal voelen. Nooit meer naast je kan liggen. Je bent weg Robbie! Maar toch ben je hier, voor altijd in mijn hart, voor altijd in mijn herinneringen. Want afscheid nemen doe ik niet. Ik weet dat je over me zal blijven waken. Ik weet dat je op me zal wachten, ergens zou je er nog altijd voor, en in mij zijn! Ik weet niet wat de toekomst zal brengen, hoe ik verder moet zonder jou aan mijn zijde. Maar ik beloof je dit, lieve Robje, ik zal blijven vechten, blijven liefhebben, blijven herinneren. Voor jou, voor ons, voor altijd. Want dat is wat jij gewild zou hebben.

Ik zal je missen Robbie." Fluister ik, mijn stem bijna onhoorbaar door de tranen die mijn keel doen dichtknijpen. "Ik zal je missen, elke dag, elke nacht, elke ademhaling. Maar ik zal je nooit, maar dan ook echt nooit vergeten! Ik zal je liefde koesteren. Ik zal van je blijven houden zoals ik altijd van je gehouden heb. Voor eeuwig, en altijd!

Liefs... jouw Matthyas"

Na even stil gestaan te hebben klap ik mijn boekje dicht. Het boekje waar ik mijn speech in heb geschreven. Het boekje waar alleen nog deze papiertjes in zitten waar mijn speech op staat. De rest heb ik er allemaal uitgescheurd omdat het niet goed genoeg was, niet autistisch genoeg had opgeschreven. Of dat de inkt was uitgelopen door al de tranen die op het blaadje was gevallen toen ik aan het schrijven was. Jij zou na drie keer overnieuw geschreven te hebben zeggen dat het goed was geweest. Dan had je voor mij het boekje dichtgedaan, mij van mijn stoel omhoog getrokken en me in jou armen genomen. Ik heb het denk ik wel 40 keer opnieuw geschreven als het niet meer is. Ik wilde het niet opschrijven. Ik wilde het niet uitspreken. Ik wilde het niet omdat ik geen gedag wil zeggen. Ik wil je niet voor de laatste keer een kus geven. Ik wil niet voor de laatste keer jou wang tegen de mijne voelen. Ik wil gewoon een knuffel van je op dit moment! Een knuffel die uitloopt tot een kus, misschien een zoen, en dat we uiteindelijk beide naast elkaar op bed vallen en weer in elkaars armen in slaap vallen. Meer niet! Ik wil je warmte weer voelen. Want als ik nu aan je gezicht zou voelen, ben je koud, ijskoud. Je voelt niet meer als mijn Robje, je ruikt niet meer als mijn Robje. Waar is mijn Robje gebleven? Ik loop met het boekje onder mijn arm richting jou kist toe. De prachtige kist die jouw ouders voor je hebben uitgekozen. Ik buig voorover om je nog eens aan te kijken. Ik kijk naar je wangetjes, die nu spierwit en een beetje ingevallen zijn, ik kijk naar je prachtige wimpers die voor je sprekende ogen hangen. Ik voel een traan uit mijn ooghoek glippen, deze rolt naar mijn neus, en laat dan bij het puntje van mijn neus mijn lichaam los, het lijkt wel in slowmotion op jou wang te vallen. Waarna ik met mijn duim hem van je wang af wrijf. En zoals ik al dacht. Je voelt ijskoud aan Robbie!

Wat voel je? ft. Mabbie, De BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu