Hoofdstuk 2

35 1 0
                                    

De dag was aangebroken ik ging met mijn vader gaan jagen in het wilde bos ons terrein mijn vader vroeg aan mij ruik eens en zeg me wat je ruikt ik doe wat hij zegt en begin te ruiken ik zij tegen mijn vader ik ruik hier alleen het bos mijn vader zij met een geïrriteerd gezicht doe beter je best Jack dus ik probeerde het nog eens ik rook ineens ook nog iets in de verte ik wist niet wat het was dus ik rende er als een Malé naar toe ik was er bijna en ineens zie ik daar een kip zitten ik ging in een sluipende positie dichter en dichter bij de kip mijn vader bleef in de verte zien naar mij en liet mij het leren toen ik dicht genoeg was bij de kip ging ik er voor met een grote sprong ga ik naar de kip ik heb de kip haar vleugel in mijn mond en probeer dan de kip op de grond te leggen zodat ik haar nek kan over bijten de kip bleef liggen op de grond ik nam de kip mee in mijn bebloede bek naar mijn vader ik legde hem voor hem neer en hij zij tegen mij dit gebeurt niet vaak dat de eerste jacht goed gaat we zullen maar naar de grot gaan waar iedereen je staat op te wachten met een vragende blik naar mijn vader gaan we niet naar ons huis nee zoon de grot zal je nieuwe thuis zijn wij gaan alleen nog maar terug naar de mensen wereld als we het hier niet meer kunnen overleven de zon begon onder te gaan en we waren nog steeds niet bij de grot na een tijdje gelopen te hebben zijn we bij de grot ik hoorde de andere allemaal huilen ik kwam de grot binnen en mijn vader stelde mij voor aan de rest van de roedel opeens kwam er een wolf naar voor ik stapte angstig naar achter ik wist niet wat doen de andere wolf zij tegen mij met een lieve blik je moet geen schrik hebben ik ben je moeder maar ik stapte terug naar voor en vragend zij ik vennen jij mijn moeder zij knikte ja ik ging ergens vanachter in de grot liggen en viel in slaap de volgende morgend ik werd wakker door al het gestamp op de vloer ik zie iedereen met haast naar buiten rennen ik volgde iedereen ineens stond iedereen stil en ging in aanval positie staan ik kon nog maar net zien dat er daar een andere wolf staat ik vroeg aan de wolf die naast me stond wat er aan de hand is hij keek me kil aan en antwoorden grommend zie je dat niet dat is een wolf van een andere roedel ik kon dat niet zien maar ik dee maar zo als de rest ik ga in aanval positie staan maar wat de rest niet wist is dat er achter ons nog meer wolven staan ik ging naar mijn vader en zij tegen hem dat er in de verte nog meer wolven waren mijn vader ruikte geen andere wolven maar hij geloofde me wel dus hij zij tegen Tom en kevin de twee sterkste van de roedel dat ze mee moeten gaan ze keken me vragend aan en vroegen aan mij wat is er aan de hand Jack ik antwoorden terug ginder zijn wolven ik kan hun geur sterk ruiken de ander twee roken helemaal niets maar ze moesten mij wel volgen na een tijd inderdaad daar staan drie wolven Tom en Kevin vielen direct aan ik volgde hen Kevin sprong direct op de grijze wolf en Tom op de bruine ik stond oog in oog met de zwarte wolf hij loopt op mij af ik ontwijken het maar net hij had alleen wat vacht van mijn staart in zijn bek hij probeerde het nog eens ik blokte het door mijn voorste poten omhoog de doen en op zijn gezicht staan mijn Ene poot glee weg mijn nagel ging over zijn oog ik had zijn ene oog diep doorboort met mijn nagel hij werd aan de ene kant blind dit was mijn kans ik viel hem langs de zijkant aan ik hapte in zijn voorste been zijn been bloede enorm hard hij kon niet meer lopen hij was als een rat in de val nu ik maakte mijn volgende slag ik bijt in zijn zij en hij valt neer er valse een groote plof ik maakte er een einde aan maar hij dreigde eerst als je mij dood komen ze me zoeken en als ze mij hier vonden gaan jullie er aan ik antwoorden dat zullen we nog wel eens zien ik gaf hem geen kans meer om te antwoorden en beet zijn nek over de twee keken mij verbaast aan ik vraag aan hen wat is er aan de hand jongens 

Weird werewolfsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu