18

287 17 4
                                    

Het was tijd voor het avondeten in de eetzaal van de kliniek. De jongens zaten rondom de lange tafel, de geur van warme maaltijden vulde de ruimte. Matthyas, Koen, Milo en Raoul zaten te praten en te lachen, terwijl Robbie in stilte naar zijn bord staarde. De anderen merkten het nauwelijks, in de veronderstelling dat hij, net als zij, een gewone dag had gehad.

Robbie probeerde de gesprekken te volgen, maar zijn gedachten waren een warboel. Het eten voor hem leek een onoverkomelijke hindernis. Hij voelde de spanning in zijn lichaam toenemen, de paniek die hij probeerde te onderdrukken. Elke keer dat hij naar het eten keek, voelde het alsof hij verstikte.

"Robbie, alles oké?" vroeg Milo plotseling, zijn bezorgde blik op Robbie gericht.

De woorden braken iets in Robbie. De vraag, hoewel vriendelijk bedoeld, doorbrak het dunne schild dat hij de hele dag had opgehouden. Tranen welden op in zijn ogen en hij kon ze niet langer tegenhouden. Voor de eerste keer viel zijn masker af en kwamen de emoties ongeremd naar buiten.

"Nee, het is niet oké," snikte Robbie, zijn stem trillend. "Ik kan niet eten. Het lukt me gewoon niet."

De eetzaal viel stil. De andere jongens keken verbaasd en bezorgd naar Robbie, die nu openlijk huilde. Sonja, die aan het andere eind van de kamer stond, kwam snel naar hem toe, terwijl Mark zich ook haastte om bij hem te zijn.

"Rustig maar, Robbie," zei Sonja zacht, terwijl ze een arm om zijn schouder legde. "Het is goed dat je het zegt. We zijn hier om je te helpen."

Mark knielde naast Robbie en keek hem met medelevende ogen aan. "Je bent niet alleen, Robbie. Dit is een moeilijke strijd, maar je hoeft het niet alleen te doen. Het is oké om je zo te voelen."

Robbie snikte harder, zijn lichaam schokte van de ingehouden emoties. "Ik wil gewoon normaal zijn, ik wil kunnen eten zonder deze angst," bracht hij moeizaam uit.

Mark knikte en gaf hem een bemoedigende glimlach. "We gaan dit samen aanpakken. Voor nu, laten we zorgen dat je de voeding krijgt die je nodig hebt." Hij stond op en ging snel naar de koelkast, waar hij de speciale bijvoeding uithaalde.

De andere jongens keken toe, hun gezichten een mix van medeleven en bezorgdheid. Terwijl Mark de bijvoeding voorbereidde, bleef Sonja bij Robbie zitten, hem zachtjes toesprekend en geruststellend.

"Hier, Robbie," zei Mark toen hij terugkwam. "Dit zal je helpen. Het is belangrijk dat je lichaam de voedingsstoffen krijgt die het nodig heeft."

Robbie knikte zwakjes en accepteerde de bijvoeding. Hij voelde zich uitgeput, maar ook een beetje opgelucht nu hij niet langer alleen hoefde te vechten. Mark hield een oog op hem terwijl hij langzaam de bijvoeding dronk, en de anderen keken stilletjes toe, zich bewust van de moeilijke strijd die Robbie doormaakte.

Na een tijdje voelde Robbie zich iets rustiger. Hij legde de lege verpakking neer en keek naar Mark. "Dank je," fluisterde hij, zijn stem hees van het huilen.

Mark knikte en legde een hand op zijn schouder. "Je doet het goed, Robbie. Stap voor stap komen we er wel. Het belangrijkste is dat je eerlijk bent over hoe je je voelt."

De sfeer aan de tafel was nog steeds gespannen, maar er was ook een gevoel van opluchting. De jongens wisten nu dat Robbie een moeilijke strijd voerde, en ze waren vastbesloten om hem te steunen. Terwijl de maaltijd verder ging, probeerden ze de gesprekken weer op te pakken, deze keer met een nieuwe, diepere band van begrip en solidariteit.

Die avond, toen ze zich klaarmaakten om naar bed te gaan, voelde Robbie zich iets lichter. Hij wist dat het een lange weg zou zijn, maar hij voelde zich gesteund door zijn vrienden en begeleiders. Hij had zijn masker af laten vallen, en in plaats van afwijzing, had hij alleen maar steun en begrip gevonden. Dat gaf hem hoop voor de toekomst.

Sober II | bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu