Wat doe jij hier?

321 10 3
                                    


Pov Robbie

Het is de volgende dag en ik zit met een kop koffie op de bank. Ik kijk om me heen. Ik zit alleen. Ik maak me zorgen om Maan. Ze is steeds verder achteruit gegaan. Of was ze al zo ver? Ik heb vandaag een bericht gekregen van het ziekenhuis waar mama ligt. Ze gaat haar laatste week in. Ik weet niet hoe ik dit aan Maan moet vertellen.

Iedereen zit in de woonkamer, ik mis nog 1 iemand. Milo. Ik loop naar boven en klop aan. Het is 11 uur dus ook voor hem tijd om op te staan. Ik open de deur en zie Milo met kleren aan op bed liggen. Hij kijkt naar boven. Uit zijn dakraam. Milo is de enige met een dakraam in dit huis. Ik kijk naar hem. Zo zat Maan ook altijd. Toen ik nog thuis woonde en voor haar kon zorgen. Zo keek ze als ze zich veilig voelde. Wanneer pap weg was.. "Gaat het maatje?" Milo kijkt me aan. Ik schud mijn hoofd om uit mijn gedachtes te komen. "Sorry, ja uhm kom je naar beneden, het is 11 uur." Milo gaat rechtop zitten en kijkt me aan. "Gaat het echt?" Ik ga naast hem zitten. Milo is echt één van mijn beste vrienden. Ik kijk naar de grond. Er liggen snoeppapiertjes. Ik kijk naar mijn handen. Naar mijn armen en dan naar Milo. "Nee, Ik maak me zorgen om Maan." Ik fluister. Dan is het nog iets makkelijker. Dan kan ik het iets beter zeggen. "Hey, het komt goed, ze is nu veilig." Ik kijk weer naar de grond. De snoeppapiertjes zijn van Milos favoriete snoepjes. "Mam gaat haar laatste week in" Een traan loopt over mijn wang. Ik laat hem rollen. Het mag. Huilen mag. "Weet Maan dit al?" Milo klinkt bezorgd. Zoals mijn moeder ook altijd deed toen ik mijn hart kon luchten bij haar. Ik schud mijn hoofd. "Je moet het haar wel vertellen." Milo wrijft over mijn rug. Het is geruststellend.

Ik loop naar de kamer van Maan. Ik klop aan en wacht tot Maan antwoord geeft. Maar dat gebeurd niet. Ik open de deur en zie Maan met haar koptelefoon op, aan haar bureau zitten. Ze tekend. Ik kijk naar de tekeningen die op haar bureau liggen. Een hele mooie tekening van ons. Ons als kleine kinderen. Het is een namaak van een foto. De foto die op onze kerstkaart stond het jaar voordat pap nieuwe vrouwen mee naar huis nam. Het jaar voordat Mama ziek werd. Het jaar voordat ik het huis verliet. Ik kijk naar de volgende tekening. Het is een tekening van ons. Milo, Matthy. Koen, Raoul en ik. Ik kijk nog een keer. In het midden staat een meisje met bruin haar en bruine ogen. Het is Maan. Volgende tekening. Het is een tekening van..... "WAT DOE JE IN MIJN KAMER" Ik schrik uit mijn gedachten en zie Maan naar me kijken en vervolgens naar de tekeningen. "Sorry Maan" Ik kan mijn zin niet afmaken. "GA WEG" Ik blijf staan. "Maan, we moeten praten." Maan kijkt me streng aan en wijst naar de deur. "Het gaat over Mama." Ik kijk naar Maan die nu stil naar me kijkt. "Ga zitten" Ze wijst naar haar bed. Ik ga zitten en kijk naar Maan. "Ze heeft deze week haar laatste week." Een traan rolt over haar wang. Maar ze veegt hem snel weg. Ze slikt en probeert haar tranen in te houden. "We gaan haar morgen bezoeken en dan gaat ze Maan" Onze moeder licht aan allemaal zuurstofapparaten en hartslagmonitoren. Als ze de stekker er uit halen stopt het en is ze weg. "Maar komt papa ook?" Ik kijk naar Maan, die stotterend de vraag stelt. "Nee, die komt niet meer" Weer rolt er een traan over haar wang. Maar ook deze haalt ze gelijk weg. Ze wil niet huilen. Ik loop naar haar toe en geef een knuffel. "Het is oké" Ik wijs naar de tekeningen. "Echt heel mooi" Ze kijkt naar de tekeningen. "Ja, vind je?" Ze kijkt me ongelovig aan. "Ja, dit is echt prachtig!" Ik wijs naar de tekening van de Bankzitters. "Ben jij dat in het midden?" Ik kijk haar aan terwijl ik weer op het bed naast het bureau ga zitten. "Ja" Ik kijk naar de andere tekeningen. "Zullen we vanmiddag lijstjes halen dan kan je ze ophangen." Ze kijkt me blij aan. "Echt?" "Ja, Ik betaal" Ik kijk naar haar en geef haar een kusje op haar hoofd. "Ik ga de lunch klaarmaken, kom je zo ook?" "Nee, geen honger" Ik kijk Maan aan. "Maan een klein stukje." Ik loop naar de deur en kijk nog een keer achterom. Ik lach. 

Pov Maan

We zitten in de auto naar de Action. Milo en Robbie zitten voorin en ik zit in op de achterbank. Ik kijk op mijn telefoon. Ik heb mijn vaders nummer geblokkeerd dus die valt mij niet meer lastig. Het is fijn niet meer bij hem te zijn. We gaan naar de winkel voor fotolijstjes. Ik heb de tekeningen mee in de rugtas zodat ik gelijk kan kijken welke we nodig hebben. We lopen de winkel binnen en gaan op zoek naar fotolijstjes. "Maan Van de Graaf" Ik kijk om en zie iemand staan die ik niet wil zien. Ik duik naar achter naar het 1e persoon die er staat. Ik geef het een stevige knuffel en laat niet los. Mijn vader komt dichterbij. Hij komt naar me toe. Ik kijk omhoog naar het persoon die ik vast heb. Het slaat ook armen om mij heen en loopt rustig naar achter. Van mijn vader weg. Ik kijk naar het gezicht. Het is Milo. Ik zie Robbie ook aankomen en voor me staan. Hij kijkt naar mij en dan naar mijn vader. "Hey Robbie, wat leuk je weer te zien..." Hij is ineens weer blij. Mijn vader heeft Robbie altijd al meer gemogen. Ik kijk naar Milo die ook naar mij kijkt. Ik heb tranen in mijn ogen. Ik duw mijn hoofd tegen de trui van Milo. Ik wil niet huilen. Niet hier. Niet met hem in de buurt. Milo tilt me op en loopt naar de winkel uit. Hij brengt me naar een bankje waar hij me weer neerzet.

Pov Milo

Ik voel ineens twee armen om me heen. Ik kijk naar beneden en zie een bange Maan tegen me aan. Ik kijk om me heen en zie een man aankomen. Hij lijkt een beetje op Robbie alleen dan nog kleiner en een grijze baard. Hij kijkt vies naar Maan. Op een manier hoe iemand niet naar een meisje hoort te kijken. Dan schiet het me binnen. Dit is hun vader. De vader van Maan en Robbie. Ik kijk naar Maan die ook naar mij kijkt. Er staan tranen in haar ogen. ze drukt haar hoofd in mijn buik. Ze verstopt zich voor haar vader. Ik til haar op. Ze is licht. Nog veel lichter dan Koen. Ze geeft ondergewicht. Dat merk je gelijk. Ik loop naar de winkel uit. Ze moet hier weg. weg van haar vader. Ik kijk om me heen. Een bankje. Perfect.

Ik zet haar voorzichtig neer. Ze houdt haar handen voor haar ogen. Ze wil niet laten zien dat ze huilt. Ik til langzaam haar hoofd omhoog. Haar handen zakken en langzaam kijkt ze me aan. Haar prachtige ogen gevuld met verdriet en angst. "Het is oké, ik doe je niks" Ze kijkt me aan en knikt langzaam. Robbie komt aanlopen met een politieagent die zijn vader vast heeft. De man is opgepakt. Hij is weg. Ik kijk naar Maan, die een klein lachje geeft. Het lachje doet me goed.

We zijn thuis en hebben ook de fotolijstjes. Maan is naar haar kamer om gelijk te kijken of alles past. We hebben echt veel fotolijstjes gekocht, aangezien ze veel tekeningen heeft en zeker nog gaat maken. Ze komt binnen met een lijstje in haar handen en loopt naar me toe. "Voor jou" Ik pak het aan en kijk erna. Het is een tekening met veel sterren en een grasveld. Er liggen twee mensen in het veld. Een meisje met bruin haar. Het haar mooi verspreid om haar heen en een jongen met blond haar. De jongen wijst omhoog naar de maan. Ik kijk naar de lijst. Een mooie zwarte lijst met een datum. de datum van de 1e nacht van Maan in cdh. De nacht van de nachtmerrie. Ik klop op de bank naast me en Maan komt zitten. Ik geef haar een knuffel. "Dankjewel Maan." Ik laat los uit de knuffel en kijk nog een keer naar het lijstje in mijn handen. Dit is prachtig. 

Maan? /bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu