Ik ben trots op je Maan!

308 13 6
                                    

Pov Maan

Ik word wakker in een ander bed. Ik kijk omhoog. En zie de wolken. Ik kijk om me heen en zie Milo aan zijn bureau zitten. Hij is aan het gamen. Ik kijk naar mijn telefoon. Ik heb geen meldingen. "Goedemiddag" Milo kijkt me lief aan. Ik lach. Robbie komt binnen. Ik kijk naar de wolken. En merk niet dat hij binnenkomt. "Hey Maan" Ik kijk op en zie Robbie voor me "Hey Robje" Ik ga zitten en kijk nog een keer naar buiten. "Jij wil ook wel zo'n dakraam he" Rob kijkt me lachend aan. Ik knik. Hij lacht. "Lekker geslapen?" Ik kijk vragend naar mijn broer die voor me staat. "Ja, ik was hier net om Milo te helpen" Hij wijst naar een lijstje aan de muur. Met de tekening er in. Ik lach weer. "Oh" Robbie lacht ook "Gaan jullie mee naar beneden, we gaan wat drinken in de tuin." Ik spring van het bed af en loop achter Robbie aan naar beneden.

Pov Milo

We zitten in de tuin. Ik kijk op mijn telefoon waar ik een berichtje krijg. Het is een foto. Robbie heeft me een foto gestuurd. Ik open de foto en lach. Ik kijk op en zie Robbie met een grote grijns kijken. Het is een foto van mij en Maan die samen slapen. Met de zon op ons. Je ziet het dakraam. Ik lach. Ik kijk naar de tuin en vervolgens weer naar de jongens. "Waar is Maan eigenlijk?" Ik kijk weer naar de tuin. "Die is vast om de hoek." Ik neem nog een slok van mijn biertje. Ik kijk naar de lucht. Mijn telefoon trilt. Ik krijg een melding van insta. Ik kijk naar mijn achtergrond. Het is een foto van mij en Emma. Samen op wintersport. Ik pak mijn telefoon op en pas de achtergrond aan. De foto van mij en Maan. Samen in het gras kijkend naar de sterren.

Daar zitten we dan. In de auto. Het is stil. Ik zit achterin naast Raoul achterin de auto. Voor ons zitten Robbie en Maan. We zijn onderweg naar hun moeder. Vandaag is het een moeilijke dag. Vannacht heeft Maan weer een nachtmerrie gehad en is bij mij verder geslapen. Niemand kreeg haar rustig. Niemand kreeg haar weer in slaap. Ik kijk naar de auto van Matthy die ons inhalen. We zijn er bijna. Ik ben zenuwachtig.

Pov Maan

Daar ligt ze dan. Mijn moeder. Het enige persoon dat ooit in me heeft geloofd. Het persoon dat me als enige door en door kent. Ik zit naast haar en hou haar hand vast. Ze kijkt naar Milo en dan weer naar mij. "Is het een aardige jongen?" Ik knik terwijl ik een traan wegveeg. Mijn moeder fluistert wat in Milo zijn oor. Ik kan het niet horen maar hij krijgt wel een lach op zijn gezicht. Ik kijk naar mijn moeder die mij een knipoog geeft. Een dokter komt binnen. "Zijn jullie er klaar voor?" Ik kijk naar de jongens terwijl er tranen over mijn gezicht spoelen. Ik kijk naar mijn moeder en hou haar hand stevig vast. Ik knik. "Ik hou van je mama, Ik ben je voor eeuwig dankbaar Mam." Ik hou haar hand stevig vast. "Ik ben trots op je Maan" Haar ogen sluiten zachtjes. "Ik ben trots op je...." De zachte piepende geluiden stoppen en maken plaats voor de lange piep die door de ruimte gaat. Het is stil. Ik geef mijn moeder een kusje. Tranen stromen over mijn wang. Dat was het dan. Mijn enige lichtpuntje ben ik kwijt. Ik voel een veilige knuffel om me heen. Het is Milo die me een knuffel geeft. Ik kijk nog steeds naar mijn moeder die al langzaam haar mooie kleur verliest. Langzaam laat ik haar hand los. Ik wil haar niet kwijt. Ik kijk naar mijn moeder die er zo mooi en lief bij ligt. Tranen nog steeds stomend over mijn wangen. Ik heb niet door dat iedereen weg is. Ik kijk om me heen en zie alleen Milo nog naast me staan. Ik draai me om en loop naar hem toe. Mijn armen sla ik om hem heen. Ik heb een knuffel nodig. Ik voel al snel zijn armen om me heen. De armen die mij vannacht in slaap hebben geholpen. Ik weet niet hoe het komt, maar ik begin mezelf steeds meer op me gemak te voelen bij deze jongen. Ik voel me genoeg. Ik kijk naar Miel die ook een traan over zijn wang laat rollen. Ik druk mijn gezicht in zijn trui en laat alle tranen stromen. Het mag. Ik mag huilen. Ik mag huilen bij hem.

Ik kijk naar mijn moeder. Wit. Ik kijk voor de laatste keer. Mijn moeder is weg. We lopen naar de auto waar ik Robbie in tranen zie staan. Ook hij is verdrietig. Ik geef hem een knuffel. Een stevige knuffel. Ik stap in de auto en wacht tot we weggaan. Milo komt naast me zitten. Hij geeft me een knuffel. "Je hebt het goed gedaan Maan" Hij schenkt me een lachje. Ik ben blij dat ik deze jongen heb ontmoet. Hij geeft me steun. Iets wat ik lang niet meer heb gehad.

Ik wacht tot we thuis zijn. Maar toch val ik in slaap. Ik ben moe. Moe van vannacht en moe van de dag. Vandaag was een moeilijke dag. Maar ook een dag die ik nooit zal vergeten. Ik ga in bed liggen en kijk nog een tijdje op mijn telefoon. Denkend aan de mooie herinneringen van mijn moeder. Lig ik in bed. Een nacht zonder nachtmerries en een goede nachtrust staat me tegemoet. Ik denk niet aan mijn vader. Hij zit vast en zou ik komende tijd niet meer zien. Ik draai me nog een keer om. Ik kijk naar de tekeningen die aan de muur hangen. De tekening met de jongens. De jongens die me helpen. De jongens die me zullen helpen hier doorheen te komen. Mijn ogen worden moe. Ik sluit ze en val langzaam in slaap. 

Maan? /bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu