Hoofdstuk 4:

4 0 0
                                    

Moeizaam open ik mijn ogen. Ik lig op mijn bed, naast me staat een onbekende jongen. Hij draagt een politieoutfit en heeft een pet op. "Hallo." zeg ik. De jongen lacht. "Hoi, eindelijk ben je wakker. Een postbode heeft de politie gebeld. Hij zei dat hij een man met een muts uit jullie badkamerraam had zien komen." Ik schrik. "Mama..." fluister ik. De jongen zijn gezicht betrekt. "Je moeder is dood. Sorry." Ik begin te huilen. De jongen legt een hand op mijn schouder. "Maar eh, hoe heet je eigenlijk?" vraagt hij. "Sofie" antwoord ik. "Sofie Wever." De jongen schrikt. "Jij wordt verdacht van moord, weet je dat?" "Nee, ik heb net echt niet net 5 uur op het politiebureau gezeten voor verhoor." zeg ik droogjes. De jongen grijnst. "Goed. Ik ben Maxx." Ik kijk uit het raam. Buiten staat een ambulance. Mijn moeder ligt onder een doek op een soort rijdend bed, weet ik veel wat het is. "Ik...ik." stamel ik. "Ik moet mijn vader en zus bellen." Maxx geeft mij zijn telefoon. Ik toets het nummer van mijn vader in. "Neem op...neem op..." Na een paar keer overgaan hoor ik mijn vaders stem. "Hallo? Met Paul Wever." Ik begin bijna te huilen. "Hallo, papa." "Hai lieverd. Wat is er? Waarom bel je niet via je eigen telefoon?" Ik begin te huilen. "Mama is dood!" snik ik. "Wat!!" roept mijn vader en daarna. "Yes, eindelijk!!" Ik schud mijn hoofd. "Niet eindelijk, niet leuk." Mijn vader lacht. "Grapje, schat. Heb je Mara al gebeld?" Ik schud mijn hoofd, maar dat kan mijn vader natuurlijk niet zien. "Nee, wou ik zo gaan doen." Mijn vader haalt adem. "Ik doe het wel. Jij moet bijkomen. Heb je haar gevonden?" Ik snuif. "Ja." Mijn vader zucht. "Goed, ik moet je iets vertellen, maar dat doe ik als ik terug ben uit Frankrijk." Ik schrik. "Wat de flip doe jij in Frankrijk?!! Oh wacht, daar woont je nieuwe schatje zeker." Met die woorden hang ik op. Ik zucht en begin opnieuw te huilen. Maxx is intussen terug. Hij zet een mok met chocolademelk voor me neer. "Alsjeblieft." Ik drink mijn chocolademelk op en klets met Maxx. Ik vertel hem alles over mijn leven en mijn ouders. Ook dat mijn zus boos op de hele familie is omdat mijn moeder is vreemdgegaan en de hele familie dat wist en mijn tante het op een verjaardag er een keer heeft uitgeflapt dat mijn moeder vreemd was gegaan. Sinds dien hebben mijn ouders altijd ruzie. De reactie van mijn vader op mijn moeders dood verbaasde mij ook niet. Maxx luistert goed naar mijn verhalen. Ik bekijk hem even goed. Hij is eigenlijk best knap. Ik bloos als hij merkt dat ik naar hem kijk. "He. Misschien kan ik een goed woordje doen voor je op het politiebureau doen als ze jou gaan verdenken van de moord op je moeder." Ik knik. "Dat is lief van je." Maxx staat op. "Mijn telefoon gaat." Hij neemt op. "Hoi, met Maxx. Ja, die is hier. Het is voor jou." Dat laatste was tegen mij. Ik pak de telefoon aan. De stem van mijn zus klinkt door de telefoon. "SOFIE, BEN JE OKE?!" "Ja" stamel ik. "Hoe, hoe..wat? Weet je, ik kom naar huis. Ik kom naar je toe." Ik knik. "Is goed, tot zo. Doei Mara." Mara hangt op. Maxx pakt zijn telefoon terug. "Je zus komt zo?" Ik knik. "Dan ga ik. Mijn moeder wacht op me. Oh sorry..shit." Ik schud mijn hoofd. "Geeft niet, maakt niet uit." Maxx gaat weg en ik zet mijn koptelefoon op. Patience van Guns 'N Roses  klinkt in mijn oren. "Just a little patience." zing ik. Als het liedje is afgelopen klik ik het liedje Bring Me To Life  van Evanescene aan. Muziek is nu het enige waar ik aan kan denken. Ik probeer met mijn gitaar mee te spelen. Ik kom aardig ver er mee. Dan gaat de bel.

NiksWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu