3 een dood normale zaak

11 0 0
                                    

De regen kletterde onophoudelijk tegen de voorruit van de auto terwijl  Wolfs zijn blik strak op de weg hield. Ze waren op weg naar een verdachte in een drugszaak, en naast hem zat Eva van Dongen, zoals altijd gefocust en scherp. Maar Wolfs' gedachten waren niet alleen bij de zaak.

De laatste maanden had hij iets gevoeld dat hij niet had verwacht: gevoelens voor Eva. Het was niet dat hij haar nooit aantrekkelijk had gevonden—ze was altijd sterk, slim en ongelooflijk dapper geweest—maar het voelde nu anders. Hij merkte dat hij vaker aan haar dacht, zich bewust werd van elke kleine aanraking als hun handen elkaar per ongeluk raakten. Het probleem was dat hij niet wist of Eva hetzelfde voelde. En zelfs als dat zo was, wat dan? Ze werkten nauw samen, elke dag opnieuw. Als er iets zou gebeuren tussen hen, zouden ze dan nog wel een goed team kunnen blijven?

Hij zuchtte, diep in gedachten verzonken, terwijl de auto over de natte wegen gleed. Eva merkte het.

"Alles oké, Wolfs?" vroeg ze, haar stem kalm maar met een ondertoon van bezorgdheid.

Wolfs schrok een beetje van haar vraag, zich ervan bewust dat hij waarschijnlijk te stil was geweest. "Ja, ja. Gewoon moe," loog hij snel.

Eva knikte, maar ze hield hem kort in de gaten voordat ze weer naar buiten keek. Wolfs voelde een steek van schuld. Eva kende hem goed, misschien te goed. Hij wist dat ze zijn leugens kon doorzien, maar gelukkig liet ze het nu rusten.

De rest van de rit verliep in stilte, met alleen het monotone geluid van de regen en de wind. Wolfs probeerde zijn focus terug te brengen naar de zaak—iets waar hij normaal geen moeite mee had—maar elke keer dat hij Eva zag of haar stem hoorde, dwaalden zijn gedachten weer af. Hij had vaker gevoelens gehad voor vrouwen, maar dit was anders. Dit was zijn partner, zijn gelijke. Iemand die hem door en door kende. En dat maakte het alleen maar ingewikkelder.

Een uur later stonden ze bij het huis van de verdachte. Wolfs probeerde zich weer volledig op de taak te richten. Ze hadden een tip gekregen dat er mogelijk een deal zou plaatsvinden, en ze moesten snel handelen. Wolfs en Eva trokken hun kogelwerende vesten aan en keken elkaar kort aan voordat ze naar binnen zouden gaan.

"Ben je er klaar voor?" vroeg Eva.

Wolfs knikte. "Altijd."

Ze bewogen zich geruisloos naar de voordeur en gaven een teken aan de andere agenten die om het gebouw geposteerd stonden. Toen Wolfs en Eva eenmaal binnen waren, veranderde de spanning in de lucht onmiddellijk. De verdachte zag hen te laat, en voordat hij kon vluchten, was hij al omsingeld.

"Wolfs, hou hem in de gaten terwijl ik de rest van het huis doorzoek," zei Eva kort. Ze ging soepel verder met haar werk, maar Wolfs merkte dat hij haar met andere ogen bekeek. Haar vastberadenheid, haar controle over de situatie—alles aan haar fascineerde hem meer dan ooit tevoren.

Terwijl hij de verdachte in de gaten hield, dwaalden zijn gedachten opnieuw af. Wat als hij het Eva gewoon vertelde? Wat zou ze zeggen? En misschien nog belangrijker: wat zou commissaris Frieda Mechels daarvan vinden? Hij wist dat Frieda geen moeite zou hebben met een relatie op zich, maar wat zou het betekenen voor hun werk als duo? Ze waren het best functionerende team binnen de eenheid. Als hun relatie het werk zou beïnvloeden, zouden ze misschien niet meer samen kunnen werken. Dat vooruitzicht beviel hem totaal niet.

Eva kwam terug uit de andere kamer en schudde haar hoofd. "Niets gevonden hier, Wolfs. Hij is schoon."

Wolfs knikte afwezig en liet zijn gedachten weer terugkeren naar het hier en nu. "Laten we hem meenemen voor verhoor," zei hij kort.

Ze brachten de verdachte naar het bureau, en Wolfs bleef zich door de dag heen worstelen, zijn emoties onder controle houdend zoals hij dat altijd had gedaan. Maar hij wist dat dit niet langer houdbaar was. Elke dag met Eva maakte het moeilijker om zijn gevoelens te onderdrukken.

Later die avond zaten ze op het bureau, de dag bijna ten einde. Wolfs staarde naar de papieren op zijn bureau, maar de woorden leken zinloos. Eva zat tegenover hem en was druk bezig met het uittypen van haar rapport. Wolfs wilde iets zeggen, iets doen om de stilte te doorbreken, maar hij wist niet waar hij moest beginnen.

Totdat Frieda het kantoor binnenstapte.

"Hoe gaat het met jullie? De zaak lijkt goed te verlopen," zei ze terwijl ze haar ogen over hen liet glijden.

"Ja, we hebben een verdachte binnen. Niets spectaculairs verder," antwoordde Eva zonder op te kijken van haar scherm.

Frieda knikte, maar bleef hen observeren. Ze had altijd een goed oog gehad voor de dynamiek binnen haar team. Wolfs voelde zich ineens bekeken, alsof Frieda iets wist wat hij probeerde te verbergen.

"Zorg dat je jezelf niet overwerkt, Wolfs," zei Frieda plotseling. "Je lijkt de laatste tijd wat afgeleid. Alles in orde?"

Wolfs keek even op, verrast door haar opmerking. Hij knikte. "Ja, alles is goed. Gewoon een lange week."

Frieda keek hem nog een moment aan voordat ze vertrok. Wolfs zuchtte opgelucht. Eva had het hele gesprek nauwelijks opgemerkt, zo geconcentreerd was ze op haar werk.

Maar toen, zonder waarschuwing, draaide ze zich naar hem toe. "Wolfs, er is iets aan de hand, nietwaar?" vroeg ze recht door zee, zoals altijd. "Je bent al dagen anders."

Wolfs voelde zijn hartslag versnellen. Dit was het moment. Hij kon het ontkennen, het wegstoppen zoals hij al zo lang deed, of hij kon eindelijk eerlijk zijn. Hij besloot het laatste te doen, ook al voelde het alsof hij van een klif sprong.

"Eva," begon hij langzaam, "er is inderdaad iets aan de hand. Ik wil het je al een tijdje vertellen, maar ik wist niet hoe."

Eva keek hem nieuwsgierig aan, haar ogen zachter nu. "Wat is het dan?"

Wolfs slikte en verzamelde al zijn moed. "Ik denk... nee, ik weet dat ik gevoelens voor je heb. Al een tijdje. En ik weet niet wat ik ermee aan moet."

Eva's ogen werden groot, maar ze zei niets. Wolfs voelde het bloed naar zijn wangen stijgen, bang dat hij een enorme fout had gemaakt door zo open te zijn.

"En ik weet niet of Frieda ons nog samen zou laten werken als zij dit zou weten," vervolgde hij snel. "Maar het voelt alsof ik dit niet langer voor me kan houden."

De stilte die volgde leek eeuwen te duren. Eva keek hem aan, haar gezicht onleesbaar. Wolfs voelde zijn hart in zijn keel bonken.

Maar toen brak er een glimlach door op Eva's gezicht. "Wolfs... ik had geen idee dat je dit voelde. Maar... ik heb er ook vaak over nagedacht. En ik weet niet wat het betekent voor ons werk, maar ik denk dat we erachter moeten komen."

Wolfs voelde een enorme opluchting door zijn lichaam gaan. Eva stond op en liep naar hem toe, haar hand zachtjes op zijn arm leggend. "We zijn altijd een goed team geweest, Wolfs. Dat zal niet veranderen. Misschien worden we zelfs nog beter."

Met die woorden werd de spanning tussen hen eindelijk verbroken, en Wolfs wist dat, wat er ook gebeurde, ze dit samen zouden aanpakken.

jaaaaa whooooo weer een deeltje  1176 woordjes deze keer , sorry mijn ideeën zijn te lang voor kortere delen 

<3

flikken maastricht - one shotsWhere stories live. Discover now