6 sorry...

8 0 0
                                    

Het was een warme, benauwde avond in Maastricht. De lucht hing zwaar boven de stad en er was geen zuchtje wind dat de verstikkende hitte kon breken. In de kelder van de Ponti, waar Wolfs en Eva samenwoonden, was de sfeer net zo verstikkend. De stilte was oorverdovend, doordrenkt met onuitgesproken emoties en schuldgevoel.

Frank had net de deur met een harde klap achter zich dichtgeslagen. Eva en Wolfs zaten zwijgend aan de keukentafel, de spanning tussen hen bijna tastbaar. De ruzie was heftig geweest, misschien wel de heftigste die ze ooit hadden gehad. Frank had hen betrapt – of beter gezegd, hij had het van Wolfs gehoord. Eva en Wolfs hadden het met elkaar gedaan , een moment van zwakte waar ze allebei nog steeds mee worstelden.

Frank, die verloofd was met Eva, had het nieuws als een mes in zijn hart ontvangen. Wolfs had het hem moeten vertellen, vond hij, maar Eva kon de schuld alleen zichzelf geven. Hoe had ze zich zo kunnen laten meeslepen? Hoe kon ze haar verloofde, de man die haar veiligheid en stabiliteit bood, verraden?

Nu zat ze daar, haar hoofd rustte zwaar in haar handen terwijl de stilte tussen haar en Wolfs allesbehalve geruststellend was.

"Eva..." Wolfs doorbrak de stilte, zijn stem zacht maar beladen met schuld. "Het spijt me. Dit had nooit mogen gebeuren."

Eva keek op, haar ogen vol pijn, maar ook verwarring. "Nee, het spijt mij. Ik... ik weet niet wat er met me aan de hand is, Wolfs. Frank verdient dit niet." Haar stem brak bij het uitspreken van zijn naam.

Wolfs keek haar aan, zijn blauwe ogen donker van spijt, maar ergens diep van binnen ook van verlangen. Hij wist dat hij fout zat, dat hij Frank nooit had mogen verraden. Frank was niet zomaar een vriend; hij was iemand die altijd voor Eva klaarstond, haar steunde door moeilijke tijden heen. Wolfs wist dat Frank een vaderfiguur voor Eva was, iemand die haar opving toen ze niemand anders had. Toch had Wolfs die ene avond toegegeven aan wat hij al zo lang had onderdrukt: zijn gevoelens voor Eva.

Die nacht had zoveel meer betekend dan hij ooit durfde toe te geven. Het was niet alleen passie, niet alleen verlangen. Het was de pijnlijke erkenning van wat Wolfs allang wist – dat hij verliefd was op Eva. Maar nu, na die ruzie met Frank, voelde hij alleen maar schuld en schaamte.

Eva stond abrupt op en liep naar het raam, haar armen over elkaar geslagen. Ze ademde diep in en uit, alsof ze probeerde zichzelf te kalmeren. "Frank... Hij is naar een hotel gegaan. Hij wil even nadenken." Haar stem klonk vlak, bijna mechanisch.

Wolfs knikte, niet wetend wat hij moest zeggen. Hij kon de woede en het verdriet in Franks ogen nog voor zich zien. "Het is goed dat hij even ruimte neemt," mompelde hij.

Eva draaide zich naar hem om, haar ogen gevuld met tranen die ze met moeite tegenhield. "Is het dat, Wolfs? Is het goed? We hebben hem allebei pijn gedaan. Hoe kon ik zo... zo dom zijn?" Ze begon zacht te snikken, en hoewel ze haar gezicht weg draaide, wist Wolfs dat ze haar emoties niet meer onder controle had.

Wolfs stond langzaam op en liep naar haar toe. Hij legde voorzichtig een hand op haar schouder. "Eva, je bent niet dom. We waren allebei... verward. Ik weet dat het fout was, maar... wat er gebeurde, betekende iets. Voor mij in ieder geval."

Eva draaide zich langzaam naar hem om, haar tranen nu vrij stromend. "En wat dan, Wolfs? Wat betekende het voor jou?" Haar stem was rauw van emotie.

Hij slikte, worstelend met de woorden die hij wilde zeggen. "Het betekende dat ik... dat ik gevoelens voor je heb, Eva. Altijd al gehad, denk ik. Maar ik wist dat het niet kon, omdat jij en Frank..."

Eva haalde diep adem en wreef gefrustreerd haar tranen weg. "Ik weet niet wat ik voel. Frank is altijd degene geweest die er voor me was, maar jij... jij bent degene die me doet twijfelen, die me laat voelen dat er iets ontbreekt." Haar stem brak opnieuw, en ze sloeg haar ogen neer.

Wolfs wilde haar troosten, maar hij wist dat zijn aanwezigheid misschien alleen maar meer verwarring zou veroorzaken. Toch kon hij niet weggaan. Niet nu.

Die nacht, nadat Wolfs terug naar zijn kamer was gegaan en Eva alleen achterbleef in haar eigen slaapkamer, begon de zwaarte van de dag op haar te drukken. Ze kon niet slapen. Elke keer als ze haar ogen sloot, zag ze Frank's gezicht voor zich, vol teleurstelling en verdriet. Maar daaronder, diep in haar hart, voelde ze iets anders opborrelen: haar gevoelens voor Wolfs. Het was iets wat ze altijd had proberen te onderdrukken, maar nu, na die ene nacht kon ze het niet meer ontkennen.

Eva staarde naar het plafond, de stilte van de nacht verstoord door haar onrustige gedachten. De tranen die ze eerder had geprobeerd in te houden, begonnen weer te stromen. Ze draaide zich op haar zij en sloeg haar kussen tegen haar borst, haar schouders trillend van de snikken die ze niet langer kon onderdrukken.

In de kamer naast haar lag Wolfs wakker. Hij hoorde haar zachte gehuil door de dunne muren heen en zijn hart brak. Hij wist dat ze het moeilijk had, en hij voelde zich schuldig dat hij niet bij haar kon zijn om haar te troosten. Maar misschien wilde ze zijn hulp helemaal niet. Toch, toen haar gehuil aanhield, kon hij het niet langer aanzien.

Hij stond op, trok een T-shirt aan, en liep zonder aarzeling naar haar kamer. Hij klopte zachtjes op de deur, maar toen hij geen reactie kreeg, opende hij deze langzaam. Het zachte licht van de maan scheen door het raam en belichtte Eva's schokkende schouders terwijl ze met haar rug naar hem toe lag.

Wolfs aarzelde, maar toen hij haar naam zachtjes fluisterde, draaide ze zich om. Haar ogen waren rood en opgezwollen, haar wangen nat van de tranen. Ze keek hem aan, niet verbaasd dat hij hier was, maar ook niet in staat om iets te zeggen.

"Eva..." begon hij, maar hij wist niet hoe hij zijn zin moest afmaken. In plaats daarvan liep hij naar haar bed toe en ging naast haar zitten. Hij legde een hand op haar schouder, een gebaar van troost dat zoveel meer betekende.

"Ik kan niet slapen," fluisterde ze, haar stem schor van het huilen. "Ik blijf maar denken aan wat er is gebeurd. Aan Frank... aan ons."

Wolfs knikte, zijn hand nog steeds op haar schouder. "Ik weet het. Ik ook."

Er viel een lange stilte waarin ze alleen elkaars ademhaling konden horen. Eva voelde zich vreemd getroost door zijn aanwezigheid, zelfs al was hij de oorzaak van een deel van haar pijn. Maar toch was hij ook degene die haar de veiligheid bood die ze op dit moment zo hard nodig had.

Wolfs schoof iets dichterbij en veegde voorzichtig een verdwaalde traan van haar wang. "Je hoeft dit niet alleen te doen," zei hij zachtjes. "We komen hier samen doorheen."

Eva knikte, en zonder nog verder na te denken, trok ze Wolfs dichter naar zich toe. Hij aarzelde even, maar toen ze haar hoofd op zijn schouder legde, sloeg hij zijn armen beschermend om haar heen. Samen lagen ze daar in de stilte van de nacht, hun ademhaling synchroon terwijl ze langzaam tot rust kwamen.

Uiteindelijk viel Eva in slaap, haar hoofd nog steeds rustend op Wolfs' borst. Wolfs bleef wakker, zijn gedachten nog steeds bij Frank en wat er de komende dagen zou gebeuren. Maar op dat moment wist hij één ding zeker: hij zou altijd aan Eva's zijde staan, wat er ook gebeurde.

jaaaa weer in deeltje , dit verhaal is ook soort van voor gekomen in de serie en ik vond het eigenlijk altijd een beetje tegenvallen hoe frank zo rustig reageerden dus ik dacht ik schrijf het zelf gewoon hahaha

flikken maastricht - one shotsWhere stories live. Discover now