Hoofdstuk 4: Schreeuwen in Stilte

2 0 0
                                    

Op een dag kan ik het niet meer aan. De druk bouwt zich op, als een vulkaan die elk moment kan uitbarsten. Ik ga zitten met mijn dagboek, mijn pen wordt mijn enige vriend, en ik begin te schrijven als nooit tevoren.

"Ik kan niet meer doen alsof alles goed is! Dit is niet wie ik ben! Ik wil niet zo leven! Waarom ziet niemand mijn pijn?!"

Ik schrijf over mijn frustratie, mijn wanhoop. Hoe het voelt om te schreeuwen in stilte, om te wonden te hebben die niemand ziet. Hoe ik elke dag opsta, maar de energie om door te gaan steeds moeilijker te vinden is. Ik wil dat iemand begrijpt hoe moeilijk het is om deze façade op te houden.

"Soms voel ik me alsof ik in een diep, donker gat val," schrijf ik. "En elke keer als ik denk dat ik de grond heb bereikt, zie ik dat er nog meer diepte is."

De woorden stromen uit me, ongefilterd en rauw. Ik zie het op papier verschijnen, mijn verdriet in zwarte inkt. Dit is het eerste keer dat ik écht zeg wat ik voel, zonder de angst voor de gevolgen.

Na een tijdje laat ik mijn pen vallen en voel ik de tranen over mijn wangen stromen. Het voelt als een bevrijding, maar tegelijkertijd als een nieuwe last. Wat nu? Ik kan niet blijven schrijven; ik kan niet blijven voelen. De pijn is te veel.

"Wat moet ik doen?" schrijf ik, mijn hand trilt. "Ik weet niet hoe ik verder moet."

De stilte om me heen lijkt me te veroordelen. De woorden blijven hangen, maar de vragen blijven onbeantwoord.

De stilte in jezelfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu