Mijn gedachten werden onderbroken door de man die mij gisteren had ingechecked.
"Uh, goedemorgen meneer..."
"Ik neem aan dat u komt voor het ontbijt?"
"Dat klopt."
"Oké, dan moet u nog even geduld hebben; het ontbijt is zo klaar. Neemt u ondertussen maar vast plaats aan een tafel in de eetzaal."
"Zal ik doen"
Ik liep door een deur, naar de kamer hiernaast. Ook hier vond je de schilderijen die in de lobby en in mijn kamer aanwezig waren terug. In de kamer stonden meerdere tafels, bedekt met een kleed waarop een apart patroon te zien was. Het waren rondjes, van elke maat waarvan elk op een willekeurige plek plaats had genomen. Het tafelkleed was gemaakt van een rode stof, en de rondjes waren er met een wit draadje opgenaaid. De tafels en de stoelen waren gemaakt van mahoniehout.
De zaal was leeg.
Of er waren geen andere gasten of ze gingen ergens anders ontbijten, maar het kon ook zijn dat ze er zometeen aankwamen.
De man kwam binnenlopen en keek in het rond, totdat zijn ogen mij hadden gevonden. Hij kwam naar me toe lopen en vroeg:
"Wat zou u als onbijt willen hebben?"
Waarop ik antwoorde:
"Hebben jullie toast met jam? En een glas melk?
"Ja, dat hebben we. Wat voor jam en wat voor melk wilt U hebben?"
"Doe maar wat."
De man keek mij aan alsof ik hem net had verteld dat hij zwanger was van een vis.
Ik keek maar wat rond en vroeg toen:"Waar zijn de andere gasten?"
"Die hebben we niet."
Antwoorde hij zonder blikken of blozen.
"Oh."
Was daarop mijn geweldige reactie.
De man liep alweer weg en liet mij in stilte achter. Dit was ook gewoon niet gênant ofzo. Ik liep naar een raam en keek naar buiten. Ik kon een heel mooi bod zien. Ik moest zeker die kant op richting Red River. Terwijl ik een stoel had uitgekozen bij het raam en ging zitten, kwam de man binnen met in zijn éne hand een bord met mijn toast en in zijn andere hand een glas met melk.Zonder iets te zeggen zette hij het neer en liep weg. Ik kon nog net een glimp opvangen van zijn naamplaatje. Smith. Droeg hij dat naamplaatje al de hele tijd?
Ik bekeek mijn toast, en zag dat het een mooi bruin kleurtje had, en besmeerd was met bosbessen jam. De melk was warm, en smaakte naar halfvolle melk. Ook de toast was erg lekker.
Na een paar minuten had ik mijn eten en drink op, en liep ik weer naar boven, en ruimde al mijn spullen op. Toen ik klaar was pakte ik een kleine tas en stopte daar al mijn waardevolle en belangrijkd spullen in, zoals mijn portefeuille met geld en pasjes en mijn mobieltje. Loïs kwam bij me staan, dus aaide ik haar nog even, voordat ik naar de deur liep, en mijn kamer opslot draaide.
De sleutel stopte ik ook in mijn tasje. Het tasje was een blauwe schoudertas zonder een print, maar je kon haar makkelijk overal mee naartoe nemen. Ik liep naar beneden, door de lobby heen naar buiten. Meneer Smith had ik niet gezien, dus die zal wel ergens bezig zijn.
Na een kwartier kwam mijn taxi eraan. De chauffeur vroeg waar in Red River ik naartoe moest, dus zei ik maar dat ik bij het begin van het dorp afgezet wou worden. Doordat Red River omgeven was door een heel groot bos, moesten we heel erg omrijden. De rit was gelukkig niet erg duur. Na een half uur kwamen we aan in Red River. Tijdens de rit was het enige wat je kon zien het prachtige bos het bos was erg beschut, dus kon je niet goed naar binnen kijken. Ik vertelde de man dat ik wel zou bellen als ik wou worden opgehaald, zodat hij niet hoefde te wachten.
Ik stapte uit de taxi en zwaaide de taxi na. Ik draaide me om naar het dorp en kon de huisjes tellen. Het waren er rond de vijftig. Allemaal waren ze van hout. Het waren net bungalows. Er was ook een huisje, waarnaast een waterrad was geplaatst. Het rad draaide omdat er een best snelle stroming was in het riviertje waar deze aan verbonden was.
Het zou toch niet moeilijk moeten zijn om mijn ouders hier te vinden? Maar er was hier iets wat mijn zenuwen prikkelde. Iets waardoor ik het toch niet helemaal vertrouwde.
Ik liep richting het bos om uit het zicht van de huisjes te blijven. Het was best lastig om door de struiken te komen, maar eenmaal binnen in het bos, kon je je veel beter bewegen zonder te worden tegengehouden door allemaal takken. De zon scheen door een paar openingen, waf er ontzettend mooi uitzag. Hef gaf het bos zo'n mooie en vertrouwde gloed. Sinds het ongeluk voel ik dat ik eindelijk een beetje ontspan.
A. N.
Hier weer wen hoofdstuk. Vergeet niet te stemmen en een comment achter te laten!! :)