~ Hoofdstuk 4 ~

253 37 2
                                    

~ Hoofdstuk 4 ~

Het voelde raar aan. Niet natuurlijk. En ik probeerde echt om mijn liefde voor hun te wederkeren, toch heb ik ze nooit gekend waardoor dit alles anders maakte. Grace kende ik bijvoorbeeld mijn hele leven al, en het zou nu onnatuurlijk zijn om de koningin als mijn moeder te beginnen zien in plaats van Grace. Ik besloot om mijn gedachten aan de kant te schuiven en de situatie maar te accepteren.

Ik liep nog een stukje door tot ik voor de trap stond die naar een hoger stuk vloer leidde. Daarop bevonden zich alle tronen, inclusief de koning en koningin... of ja, mijn ouders.

De koningin kwam langzaam recht zonder haar ogen van me af te wennen.

'Wat ben je toch groot geworden, mijn kind.' Haar zangerige stem vulde mijn oren en even leek ik een raar gevoel vanbinnen te voelen. Het leek wel alsof ik haar stem herkende? Misschien waren niet al mijn herinneringen weg... Ookal was het niet echt iets, het gaf me tenminste hoop op een nieuwe start.

De koningin liep het trapje af tot ze voor me stond. Nu ik haar van dichterbij kon observeren leek ik niet echt een leeftijd te kunnen plakken op haar. Ze leek wel leeftijdloos. Ze zag er oud en jong uit. Wijs en slim.

Verder had ze net zo'n haren als mij. Ze had net zo'n blonde lokken. Ik zag niet hoelang ze waren aangezien ze die opgestoken had en ook waren haar haren ietsjes donkerder dan die van mij. Haar ogen waren ook donkergroen, net als de mijne. Ik vroeg me onbewust af wat er nog overbleef om op mijn vader te lijken.

'Mag ik...' Ze gebaarde met haar armen of ze me mocht omhelzen. Ik beet op mijn lip om een traan te verhelpen maar het was te laat. De tranen begonnen over mijn wangen te rollen en snel knikte ik. Voor ik het wist voelde ik twee beschermende armen om me heen.

Misschien kende ik haar niet, maar toch voelde ik het wel in mijn hart dat zij mijn werkelijke moeder was. Ik sloot mijn ogen en genoot van haar moederlijke liefde en de warmte die mijn lichaam verwarmde. Wanneer ik mijn ogen weer opende zag ik ook de koning rechtstaan en het trapje aflopen.

Mijn moeder liet me los en ik keek nu mijn vader aan. Ook bij hem kon je geen leeftijd plakken. Hij had eerder zilver haar dat vastgebonden was in een staart. Zijn ogen waren bruin en als je heel goed keek kond je lichtjes rimpels om zijn ooghoeken zien. Ik leek helemaal niet op hem, vond ik. Misschien qua karakter dan?

Het was nu zijn beurt om me een omhelzing te geven. Ook die voelde anders, en niet zo moederlijk. Het was iets stijver en forser, maar toch gaf het me een veilig gevoel. Alsof hij hiermee duidelijk wilde maken dat ik hier goed zat en dat hij er voor me zou zijn.

Vader liet me los en ik voelde een ongemakkelijke stilte opkomen. Al gauw werd die gevuld door de stem van mijn moeder.

'Kom, ik ben er vrijwel zeker van dat je bijna sterft van de honger, niet Aurora?' Vroeg ze me met een hoopvolle twinkeling in haar ogen.

'Ja graag,' glimlachte ik breed.

'Mooi zo, dan kunnen we elkaar ook wat beter leren kennen.' Ik schrok zachtjes van de machtige stem van de koning. Ik voelde zijn macht gewoon op me afkomen.

'Oh, Nythiel je hebt goed werk geleverd. Dank voor je medewerking. En Grace? Jou ben ik meer dan een grote gunst schuldig. Dankjewel om op mijn kleine Aurora te letten.' Dankte vader hun. Nythiel knikte enkel met een luchtige glimlach terwijl Grace een warme, brede glimlach op haar mond geplakt had zitten. Dan keek ze me droevig aan, wat ik niet echt begreep.

Vader gebaarde me hem te volgen maar toen vroeg Grace nog snel iets aan moeder.

'Majesteit, zou... zou ik mee mogen dineren met jullie?' Vroeg ze stilletjes. Ik fronste. Waarom vroeg ze dat? Natuurlijk mag ze dat, ze is tenslotte ook familie.

Het amuletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu