Hoofdstuk 17: Machteloos (XL)

1.2K 107 12
                                    

Om jullie weer wat zin te geven om dit te gaan lezen, hoofdstuk van 2740 woorden!! Veel lees plezier!

xxSP
~~~
De stad waar Beck Bull voor het laatst gesignaleerd was, lag behoorlijk ver bij het politiebureau vandaan. En het spoor dat ze moesten volgen door de woestijn kostte ook veel tijd.
Kayla zat al bijna acht uur lang in de auto en had niets anders dan stof gezien. Het begon bij stoffige steden, toen de stoffige woestijn. En uiteindelijk, na een lange en moeizame reis waarbij ze vaak verdwaalden omdat ze per ongeluk van het spoor afweken, kwamen ze aan bij een stoffig gebouw, half in een zandrots gebouwd. Op een grote ijzeren deur was een rode diamant met een Z erin gespoten. De Z van Zarbeck.
Een groep Jeeps stopte voor het fort en legermannen stapten uit, ook Kayla en haar vrienden mochten even de benen strekken.
Er was niemand te bekennen, slechts een eenzaam windje speelde nonchalant wat zand de lucht in en ging toen weer liggen. De zon brandde op het ijzer en in Kayla's hals. Ze tuurde het gebied af. Geen mens te zien.
'Zouden ze een andere basis gevonden hebben?' bedacht ze hardop, ' dan waren ze ons plan voor en hebben ze maatregelen getroffen. Goh ik had nooit verwacht dat Zarbeck zo slim zou zijn...'
Delora voegde zich bij haar. 'Laten we even aankloppen,' ze zette een paar stappen in de richting van het fort, voordat Kayla haar kon tegenhouden, en ook van achter klonken meerdere stemmen, "Stop!". Er gebeurde van alles tegelijk, legermannen stormden naar voren en van allerlei onzichtbare schuilplaatsen sprongen gewapende bewakers in zwarte lappen gewikkeld tevoorschijn, er klonken schoten en de kinderen gilde, Kayla dook weg om dekking te zoeken achter een Jeep. Gelukkig volgde haar vrienden haar voorbeeld.
'Ik had het fout,' mompelde Kayla. Delora hoorde het ondanks het geknal, doordat ze vlakbij haar zat. Ze bleef opmerkelijk kalm; 'Dan is Zarbeck dus toch zo dom als we eerst dachten.'
'Zou hij daar binnen ergens zijn?' vroeg Jacob die zich trillend tegen de auto drukte.
'Ik geloof dat Nathan en Abby van plan zijn daar snel achter te komen!' riep Kayla verschrikt, en ze wees met haar vinger naar de Jeep verderop, waar Nathan en Abby achter schuilden. Hun vleugels waren tot nu toe opgevouwen gebleven, maar Abby deed aanstalten om zich de lucht in te werken. Nathan knikte naar haar.
'We moeten ze tegenhouden,' zei Jacob vastberaden.
'We kúnnen ze niet tegenhouden!' jammerde Hester, 'jij mag gaan maar ik leg dat stuk nooit levend af terwijl de kogels me om de oren vliegen.'
Het vuurgevecht was nog steeds gaande, kracht bijgezet door kreten en zelfs het gekletter van zwaarden die de zwarte bewakers gebruikten. Kayla durfde niet te kijken naar de gesneuvelden, die waarschijnlijk over het hele plein verspreid lagen, waarbij het zand zich in de plooien van hun kleren verzamelde, waar hun maten om heen moesten dansen en diens ogen maar op de tegenstander houdend, het verdriet verdringend.
Kayla schudde haar hoofd om die nare gedachten te verdrijven, ze richtte zich weer op het nu, dat er op dit moment al bijna even slecht uitzag als het fantasiebeeld van het slachtveld in haar hoofd. Alleen waren haar vrienden nog niet dood. Nóg niet...
Nathan zweefde nu al één meter boven de grond maar wist achter de Jeep te blijven, Abby schoot naar een andere auto, verderop.
De wagens waren in een slordige halve cirkel geparkeerd, en de laatste auto stond ongeveer twintig meter bij het gebouw vandaan. Kayla kon wel raden wat de gevleugelden van plan waren, snel als de wind van de een naar de andere auto vliegen en zo achter het gebouw terecht komen.
Vluchtte ze? Of gingen ze opzoek naar antwoorden, binnenin het fort?
Nathan ging Abby achterna en ze verdwenen uit het zicht.
'We moeten erachteraan,' verkondigde Kayla, 'niet tegenhouden maar erachteraan, Nathan en Abby denken vast dat omdat zij mutant zijn, sterker zijn, maar wij zullen bewijzen van niet. Wij gaan diezelfde methode gebruiken, maar dan rennend, van Jeep naar Jeep. En snel, blijf bij elkaar.' Ze sprak in een stem die geen tegenspraak duldde, maar dat kreeg ze wel, Delora mopperde, Hester jammerde en Jacob was geschrokken, maar ze stonden allemaal achter haar, toen ze zich naar de verste hoek van de Jeep verplaatste, achter het rechter achterwiel.
De sprint naar de Jeep waar Nathan en Abby zojuist nog hadden gezeten was maar iets van acht meter, dat moesten ze makkelijk halen.
Kayla draaide zich gespannen om en keek haar vrienden één voor één aan. 'Gaat het lukken?'
Haar vrienden knikten even gespannen terug.
De kogels vloten nog steeds. Prioriteit één: Niet geraakt worden. Prioriteit twee: (viel waarschijnlijk niet te behalen maar was wel handig als ze zo lang mogelijk wilden kunnen blijven rennen) ongezien blijven.
Kayla trilde van de zenuwen, ze gedroeg zich koeltjes maar vanbinnen raasde de adrenaline door haar heen. Dat moest ook wel, anders was ze nooit op dit idiote idee gekomen. Ze was wanhopig.
Tien meter lang renden ze straks in de vuur linie. Tien meter hadden zij geluk nodig, puur geluk.
Het had geen zin om nog te aarzelen. Kayla telde af, met haar vingers achter haar rug omdat ze toch bijna niet te verstaan was en niet wilde verraden dat haar stem onvast klonk. Drie, twee, één.
Het kleine clubje zette zicht tegelijk af. Als ze mutanten waren geweest (met een béétje kracht) hadden ze misschien een deur uit de Jeep kunnen rukken om die als schild te gebruiken tijdens de overtocht. Maar ze waren mensen. Zwakke mensen zonder klauwen, zonder vleugels en zonder staart.
En toch behaalden ze, Kayla voorop, de volgende auto. Niemand was gewond geraakt.
Er werd kort, opgelucht gelachen. Maar Kayla kon zich nog niet ontspannen. Er stonden hen nog een paar jeeps te wachten totdat ze achter het gebouw konden sluipen. En had niemand hen in de gaten gekregen? Dat leek haar onwaarschijnlijk, ze waren op een kluitje langs gerend, bijna onmiskenbaar.
'Laten we opschieten,' siste Kayla nerveus, en de rest was het met haar eens. Delora gaf een klopje tegen haar schouder en Hester glimlachte bibberig.
Bij deze overtochten vlogen de kogels hen niet meer rechtstreeks om de oren, de vuurlinie was voornamelijk al de tegenovergestelde richting op geweest (richting het fort) omdat de politieagenten de meeste vuurwapens droegen. Maar de bewakers hadden er ook een paar en wisten zelfs af een toe een kogel af te ketsen met hun zwaarden.
En er werd gemengd, er vormde zich groepjes van twee vechtende personen die alle richtingen op vuurden.
Meeste boorden zich gelukkig in de Jeeps, en niet daartussenin, waar nu één voor één, een mens langs rende.
Kayla ging voorop en zodra ze de overkant had behaald, kwam Delora achter haar aan, toen Hester en toen Jacob. Zo hadden ze minder kans om gezien te worden, beweerde die laatste.
En ze werden ook niet gezien.
Maar er gebeurde wel iets.
Kayla bereikte de twee na laatste auto. De verste sprint tot nu toe zou zijn van de laatste Jeep naar het gebouw. Twintig meter. Nathan en Abby waren nergens te bekennen.
Kayla kon zowat niet meer, ze ademde zwaar en had steek in haar maag. Haar vrienden hadden het net zo, maar ze kwamen nog achter haar aan. Toch?
Plots hoorde ze een gesmoorde gil achter zich, met een ruk draaide ze zich om. Delora was gestruikeld en zat op handen en knieën, middenin de vuurlinie. Een koud gevoel van schrik gleed langs Kayla's ruggengraat. Voordat ze iets kon doen spurtte Hester en Jacob vanaf de overkant naar voren en grepen Delora bij haar ellebogen. Zodra ze omhoog werd gehesen zag Kayla bloed langs haar rechtervoet omlaag druipen. Een schotwond? De paniek greep zich naar Kayla's keel, ze rende naar voren om Jacob en Hester met hun zware last het laatste stuk je helpen. Sneller dan voor mogelijk waren ze weer achter de bescherming van de Jeep.
Delora's ogen stonden helder maar haar gezicht was vertrokken van de pijn. 'Een kogel raakte me,' hijgde ze ademloos, 'ik kan niet meer verder.'
'Ben je gek?' gilde Hester hysterisch, 'we laten je niet achter!'
Jacob keek naar Kayla, die haar tranen probeerde te verdringen. 'Geen zorgen,' zei ze. Ze moest even slikken om het brok in haar keel weg te krijgen. 'We komen er wel uit.'
Juist op dat moment klopte er iemand op de achterdeur van de Jeep. Vanbinnen. De vier vrienden schrokken zich kapot.
Maar Kayla kwam snel in actie, misschien konden ze hulp krijgen van dit iemand. Ze snel ze kon opende ze de achterdeur, die gelukkig niet op slot zat. En wat een geluk. Het vermoeide maar tegelijk opgeluchte gezicht van commissaris Hart. Zijn perfecte zwarte haar zag er niet meer zo perfect uit en zijn lange wimpers waren wit van het stof geworden. Kayla kon hem wel om de hals vliegen.
'Hart!'
'Noem me niet zo!' jammerde hij, 'nadat ik hiervandaan ben neem ik ontslag. Voor jullie ben ik gewoon Maurice.'
'Help me is een handje,' beval Jacob. Maurice keek om van zijn toon maar Jacob fronste uitdagend zijn wenkbrauwen.
'Aha,' stamelde Hart. Hij pakte Delora beet en samen droegen ze haar naar binnen. Het arme kind beet zo wat haar tanden stuk van de pijn.
'Waarom bent u niet weggereden?' vroeg Kayla aan Maurice, al was het maar om haar aandacht bij haar lijdende vriendin weg te houden.
'Geen u!' snauwde Maurice gespannen. Toen zuchtte hij en keek haar verontschuldigend aan. 'Ik ben doodsbang,' bekende hij, 'en bovendien, zodra achter het stuur ga zitten ben ik een doelwit. En wat moet ik? Mijn maten achterlaten?'
'We kunnen te voet niet verder,' bedacht Kayla hardop, 'Delora is geraakt. Jij moet ons brengen met deze Jeep, zet ons achter het gebouw af. Daarna kunnen je mannen zich beter terug trekken. Dit is een verloren strijd, er is al zoveel bloed vergoten, en de echte vijand heeft zich nog niet eens laten zien.'
'Wat moeten jullie achter het gebouw?' piepte Hart.
'Opzoek naar antwoorden,' reageerde Jacob kortaf.
Hester bekommerde zich alleen om Delora, die nu half rechtop tegen de wand van de Jeep zat. Haar ogen waren inmiddels gesloten, ze had de strijd van het wakker blijven opgegeven.
Kayla keek naar haar vriendin. Die kon niet verder en had medische hulp nodig. Als ze nou in het gebouw konden komen...
'Opgeven is niets voor mijn mannen!' riep Maurice opeens overstuur, maar er twinkelde ook iets in zijn ogen. 'Ik heb nog wel een kleine verassing in petto.'
Hij greep zijn Walkie Talkie en schreeuwde een commando. Kayla was te verward om er iets uit op te brengen.
Opeens startte meerder Jeeps om hen heen hun motor, gingen ze toch vluchten? Ook Maurice overwon zijn angst en gleed achter het stuur, Jacob kwam naast hem zitten (ook al protesteerde Hart) en Kayla keek over hun hoofden heen door de kapot geschoten voorruit. Jacob tikte het laatste beetje glas eruit zodat ze een beter zicht hadden.
Maurices reed de Jeep zo ver mogelijk achteruit, Hester en Kayla moesten Delora stevig vast houden zodat haar been zo min mogelijk schokken kreeg.
'Wat doen ze daar allemaal?' riep Jacob opeens uit. 'Zijn dat bommen?!'
'Granaten,' wierp Maurice er fel tegenin, 'we moeten opschieten.' En in zijn Walkie Talkie: 'Iedereen achter het gebouw!'
Wat er daarna gebeurde kon Kayla niet zien want ze moest achter de passagiersstoel duiken om dat ze anders omviel. Ze omklemde Delora's been en hoopte maar van harte voor haar dat ze niet te hard kneep.
De auto schudde, buiten hoorden ze knallen, bonzen, ontploffingen. Schokgolven raakte de Jeep en deed die stuiteren op zijn wielen. Maar ze overleefden het en de auto kantelde niet. Zodra ze achter het gebouw terecht kwamen viel het meeste rumoer weg. Kayla durfde pas op te kijken toen ze stilhielden.
Achter het gebouw was de schaduw, daar was de rust.
'Er klonk een krakende stem door de Walkie Talkie die nauwelijks verstaan was. Voor normale burgeroren dan. Maurice' ogen begonnen opgelucht te stralen. 'De bewakers zijn uitgeschakeld.'
'Waarom hadden jullie dan niet eerder-' gilde Jacob, maar Maurice kapte hem af. Door zijn overwinning leek hij zijn rang weer op zich te nemen, en duldde hij geen tegenspraak. 'Dat doen we alleen als er geen andere mogelijkheid is.'
Jacob sloeg zijn armen over elkaar. 'Volgens mij deed je het eerder niet omdat je te laf was,' mompelde hij nukkig.
Maurice luisterde niet en stapte uit. De rest volgde zijn voorbeeld, behalve Delora en Hester. 'We moeten een dokter bellen,' snifte Hester.
'Daar zorg ik voor,' zei Maurice, en hij had zijn Walkie Talkie alweer tevoorschijn gehaald.
'Wij moeten zo snel mogelijk Nathan en Abby gaan vinden, wie weet zijn er nog meer vijanden op dit terrein.'
'Of nog erger,' mompelde Jacob, 'in het gebouw zelf, je weet hoe eigenwijs ze zijn, misschien hebben ze een ingang gevonden.'
Kayla probeerde haar onrust te verbergen.
Maurice had een dokter geregeld en Hester bleef bij Delora.
Het werd tijd om op verkenning uit te gaan, vond Kayla.
Ze trok Jacob mee aan zijn arm en sloop hopelijk ongezien bij de Jeeps weg.
De achterkant van het gebouw was eigenlijk nog niet de achterkant maar de rechterzijkant. Een vlakke muur zonder inkepingen en wel dertig meter lang.
Kayla en Jacob liepen helemaal naar het einde, waar de échte achterkant van het gebouw was.
Wat zich daar afspeelde deed Kayla zo schrikken dat ze haar hand voor haar mond moest slaan. Of ze had een kreet geslaakt die hen beide had verraden. Jacob keek al even geschrokken haar kant op.
Veel auto's, en veel mensen.
Kinderen.
Een voor een werden hun vrienden de auto's ingestuurd, Nathan en Abby werden onder schot gehouden, zodat wanneer één kind ook maar probeerde te ontsnappen, dat ten koste was van hun gevleugelde vrienden.
Zarbeck was er, hij kreeg bevelen van iemand in een wit busje. De bewakers lette erop dat alles soepeltjes verliep, Zarbeck ijsbeerde zenuwachtig. Het was te ver weg om te verstaan wat er gezegd werd, maar de kreten van de kinderen drongen tot Kayla door. Hun vrienden, in de auto's gepropt alsof ze naar een kamp werden gebracht.
Een meisje schreeuwde het hardst, en dat was Gladice, herkenbaar vanuit de verte door haar witte vleugels, ze probeerde zich los te rukken om naar Nathan toe te rennen, die het zelfde deed, maar beiden werden ze in bedwang gehouden.
Kayla had er niet heel veel aandacht voor. Haar blik zocht een speciaal iemand. Twee speciale iemanden. Maar het ging zo snel en het was zo druk dat ze haar spierbundel nergens bovenuit zag steken. En ook het zwarte koppie van Raël was nergens te zien. En Will en Zack tot haar schrik ook niet.
Wel zag ze vermoeide gezichten, veel vrienden herkende ze. Ze zag Chanisa.
Naast haar deed Jacob een stap naar voren, maar Kayla hield hem tegen. Ze schudde geluidloos van nee. Als ze nu zouden gaan en de bewakers hen in het oog kregen, werden Nathan en Abby doodgeschoten.
Jacob verdrong zijn tranen door op zijn lip te bijten. Hij begreep het.
Kayla wreef over zijn schouder. 'Alles komt goed,' fluisterde ze.
Plots hief iemand zijn hoofd op tussen de kinderen, die nu grotendeels naar binnen waren gebracht. En ook Abby keek bijna onmerkbaar om. Haar supersonisch gehoor had de trillingen van Kayla's stem opgevangen. Het andere hoofd dat hun kant opdraaide was dat van Raël, zijn ogen priemde in die van Kayla, vanaf grote afstand. Kayla voelde een schok door haar heen geen. Raël was in de macht van Trans, hij zou hen verraden.
Maar er gebeurde niets.
Kayla rukte haar blik los en keek naar Abby, die glimlachte met glinsterende ogen en zachtjes haar hoofd van nee schudde. Kayla stuurde een duim omhoog en balde toen haar vuist. 'We komen jullie redden,' probeerde ze haar ogen te spreken.
Toen Abby knikte keek Kayla terug naar Raël. Maar die was verdwenen.
Ook Nathan en Abby werden een busje in geduwd en toen stonden er alleen nog drie busjes en twee auto's. Zarbeck stapte in, en met verduisterde ramen verdwenen de auto's over de woestijn.
Kayla en Jacob keken toe hoe hun vrienden hen alweer verlieten.
~~
Ik hoor graag wat jullie hiervan vinden, in de reacties!
En o ja, ik ben even de tel kwijt, maar ik heb zoveel reads op dit boek en ook op deel 1! en zoveel votes, ik ga dood ...
Xx SP

Experiment F II: De Verbinding (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu