Proloog

45 6 7
                                    

Ik voelde de energie door me heen razen. De geur van het meisje, tien meter verderop, maar ook... De geur van een wapen. Waarschijnlijk van ijzer gemaakt, maar er zat nog een geur bij, weggespoeld bloed. Ze was een jager, perfecte leeftijd.
Mijn hersens draaide overuren. Achter me, op ook ongeveer tien meter afstand, stond een jongen, zelfde leeftijd, ook een wapen. Ik rook een soort verlangen, naast het verlangen om mij te doden, hij was verliefd op het meisje dat voor me stond. Nu kwamen aan beide kanten naast me nog een jongen staan. Deze twee waren ouder, niet veel ongeveer vijf jaar. Deze jongens hadden ook meer wapens. Ik had door dat ze me aan het omsingelen waren. Als ze geen wapens hadden gehad, had ik ze uit kunnen schakelen. Alleen wist ik dat ze me niet voor niks hadden gevolgd. Ik besloot om op het meisje af te gaan. Zij was het minst lang jager en de jongens wilde haar beschermen. Buiten dat had ze ook de minste wapens. Ik zette een stap in haar richting. Er kwam een lichte angst bij haar opzetten. Achter me hoorde ik de ademhaling van de jongen ernstig versnellen. Hij vond haar niet alleen leuk, maar hij houdt van haar. Ik grijns, dit gaat in mijn voordeel werken. Ik zet nog een stap en op dat moment begint de jongen achter me te lopen. Hij heeft zijn wapen in de aanslag. Ik draai me om, als hij vlakbij me is laat ik het wapen uit zij handen schieten. Hij is te laat om af te remmen, maar toch probeert hij te stoppen. Ondanks dat ben ik sneller. Ik draai zijn nek om. Het meisje hapt van schrik naar adem. Ik grijns, mijn plan lukt. Deze jongen was te dom voor mij en niet voorbereid. Het meisje raakt in paniek als ik nog een stap in haar richting zet. Nu komen de jongens aan de zijkant in beweging. Ik probeer om snel op het meisje af te rennen, maar de jongens zijn sneller. De linker is erg dichtbij, maar als ik hem afweer dan kan de rechter me doden. Ik zet een stap terug hierdoor botsen de twee op elkaar. Jammer genoeg vormt het een blokkade om bij het meisje te komen. Ondanks de klap staan de jongens snel weer overeind. Ze zetten op nieuw een aanval in. Dit gaat iets minder volgens plan. Ik kan nooit al hun wapens weghalen en dan nog zijn ze met zijn tweeën. Ik draai me om om weg te rennen, maar het meisje is verplaatst. Ze staat nu achter me. De jongens geven me een zet en op dat moment raakt een pijl mijn hoofd. Ik ben even verdoofd. Langzaamaan krijg ik weer zicht, maar dan voel ik een hevige pijn in mijn borst. Het laatste wat ik zie voor ik dood ga zijn haar woedende ogen.

Place StanislasWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu