Hs 5
Ik wilde met mijn handen naar mijn buik grijpen, maar Ivan hield me tegen. Wat was er gebeurd?
'Rustig Evia, het komt goed. Raak niet in paniek!' zei Ivan met een redelijke nerveuze stem, wat me niet geruststelde. Ivan haalde diep adem en controleerde mijn buik. Ik voelde zijn handen over mijn huid glijden. Ivan keek moeilijk, hij praatte zachtjes tegen zichzelf. De pijn bij mijn buik werd met de seconde erger en het werd moeilijk om niet mijn ogen dicht te doen. Langzaam sloot ik mijn ogen. Bij iedere knipper van mijn ogen, hield ik ze net wat langer dicht, tot mijn ogen helemaal gesloten waren. De pijn werd langzaamaan minder, maar het was nog steeds vervelend. Ik kon mijn schouders meer ontspannen, ik voelde me helemaal stijf doordat ik had geprobeerd om door mezelf aan te spannen de pijn tegen te houden.
'Evia, blijf wakker!' Ivan zorgde ervoor dat ik bij bewustzijn bleef. Zijn stem hield me wakker. Ik bleef kijken naar zijn handen die over me heen schoten, naar zijn pogingen om me beter te maken. Hij bleef met zijn vingers bepaalde lijnen over mijn lichaam volgen. Ik hoorde een aantal klappen naast me. Opeens stonden er een heleboel mensen naast ons. Ik probeerde zo veel mogelijk om me heen te kijken, wat een goede bezigheid was om niet in slaap te vallen, om de mensen te observeren die zojuist uit het niets waren verschenen. Ik probeerde alles zo snel mogelijk te verwerken, maar het was veel te veel. Gewoon het feit dat er vampiers bestonden, dat er mensen waren die op ze joegen en dat er net een aantal mensen opeens uit het niets waren verschenen. Er kwam een onbekend persoon naast me zitten, tegenover Ivan. Zonder met elkaar te communiceren begonnen ze op precies het zelfde moment bijna dezelfde bewegingen met hun handen te maken, al zaten er kleine verschillen in. Het maakte me niet uit, er stroomde een gelukzalig gevoel door me heen. Het hield even aan, maar daarna begon de pijn weer te overheersen. Ik wilde weer met mijn handen naar mijn buik grijpen, maar iemand die bij mijn hoofd zat hield me tegen. Scott's hoofd verscheen in mijn gezichtsveld. Hij had een grote glimlach op zijn gezicht.
'Het gaat allemaal goed komen Evia!' Vertelde hij me blij én overtuigend. Zijn stem en toon stelde me verbazingwekkend genoeg gerust. Scott hield mijn armen goed vast zodat Ivan en het onbekende persoon ongestoord verder konden gaan met waar ze mee bezig waren. Ik beet op mijn lip, Scott drukte een kusje op mijn voorhoofd. De pijn werd steeds erger. Het leek wel alsof ze me juist pijn aan het doen waren.
'Rustig maar Evia, het komt goed, probeer je te ontspannen.', zei Scott. 'Probeer je te concentreren op mijn ademhaling. Ik keek hoe zijn borst op en neer bleef gaan. Ik nam zijn ademhalingssnelheid over, wat hielp, ik kon me een stuk beter ontspannen, al had ik nog steeds pijn.
Ik had het gevoel dat ik al een aantal uur daar in het bos op de grond lag. Er waren nog een heleboel meer klappen geweest, dus inmiddels stond de open plek vol met mensen. Ik snapte niet waarom ze me niet gewoon dood lieten gaan. Mijn buik deed nog steeds onmenselijk veel pijn en er kwam niet veel verbetering in sinds dat ene moment aan het begin van de heelpoging van Ivan en, inmiddels weet ik zijn naam, Mars. Mars beweerde dat hij een van de beste Jagers was met genezende krachten. Op het moment geloofde ik er nog niet echt in, ik had nog steeds pijn, dus als hij de beste genezer was, waarom was ik dan nog niet genezen? Ik wist in ieder geval wel dat Mars van praten hield, hij bleef maar vertellen over al zijn belevenissen als Jager, af en toe beschreef hij het iets te gedetailleerd en moest ik kokhalzen, wat niet echt een pretje was, omdat ik nog steeds werd vastgehouden. Ook vertelde hij over hoe hij Jager was geworden, daar begon hij mee toen hij hoorde dat ik nog geen officiële krachten had. Ik wist nog steeds niet wat er met mij was gebeurd en waarom mijn buik zoveel pijn deed. En volgens mij was niemand van plan het snel te vertellen.
Er klonk weer een klap, deze klap leek harder dan de andere klappen.
'Pan!' riep Ivan vrolijk, nou ja meer opgelucht, maar het was duidelijk dat deze twee personen elkaar kenden. 'Waarom ben je hier?'
JE LEEST
Place Stanislas
مصاص دماءDe pijl ging door zijn hoofd. Ik wist dat hij nog niet uitgeschakeld was, maar hij was tijdelijk verdoofd. Meteen na de pijl gaf ik hem de genadeslag. Hij viel naar achteren de rivier in. Ik was verhuisd om problemen te voorkomen. Dat kleine dorpje...