001 • Strider

1K 62 10
                                    

Kermend van de pijn laat ik mij op een steen zakken, ik prop mijn mouw in mijn mond om het niet uit te schreeuwen van de pijn.
Ik kijk voorzichtig naar mijn been, ik wend echter gelijk mijn blik weer af als ik de pijl in mijn been zie. Ik voel het bloed via mijn kuit naar mijn enkel lopen

De pijl moet eruit dat is zeker, maar aan de gedachte van de pijn die daar bij hoort word ik nu al misselijk.

"Oke Tara, je telt gewoon tot drie en dan trek je hem eruit."
" Eén.." mijn stem trilt.
" Twee..."
" Drie!" Ik stop mijn vuist in mijn mond en trek met mijn andere hand de pijl eruit.

Ik gil in mijn vuist, tranen van pijn stromen over mijn wangen.
Maar de pijl is eruit.

Pov { strider / Aragorn }

Een zacht geluid doet mijn oren spitsen, het klonk als een kreet van pijn.
Ik richt mijn ogen op de grond, grote voetstappen staan in de grond gedrukt.
Er is maar eén volk dat zo hard stampt, orks.
Ik volg de sporen, ze lopen nog een eind door het bos.

Mijn blik valt op iets roods, ik zak door mijn knieën en bekijk de grond goed.
Er liggen spetters bloed, zo te zien is het nog vers.
Ik haal mijn vinger door het goedje, het is lichter en dunner dan ork bloed.
Als ik mij niet vergis is dit van een elf.

Ik sta op en volg het bloed, ik zie nu ook lichte voetstappen.
Een elf laat nooit sporen achter, als dit inderdaad van een elf is dan is zij of hij in gevaar geweest.

De voetstappen lijden mij door de bosjes, ik kom op een open plek uit.
Een jonge elf zit voorover gebogen op een steen.
Voor haar ligt een bebloede pijl.
Dan valt mijn blik op haar been, een grote jaap ontsiert haar been.
Haar handen trillen terwijl ze de wond schoonspoeld, zo te zien heeft ze erg veel pijn.

Mijn medeleven neemt de overmacht en ik stap naar voren.
De elf heeft mij nu in de gaten en trekt haar boog naar zich toe.
Ik steek mijn handen in de lucht, "ik zal je niks doen".
De elf neemt mij aandachtig in zich op "Hoe weet ik dat ik jou kan vertrouwen?, haar stem klinkt zwak.

"Dat weet je niet, maar ik kan je wel helpen met je wond".
Ik denk dat haar pijn beslist dat ze mij vertrouwt want uiteindelijk knikt ze.
Ik loop naar haar toe en hurk voor haar neer.
Ik bekijk de wond, "Hoe is dit gebeurd?

"Orks"

Ik knik en begin de wond dan verder schoon te maken, de blauwe ogen van de elf volgen elke beweging die ik maak.
Uiteindelijk verbind ik haar been en sta op, "klaar".

" dankjewel ...... "
"Hoe moet ik je eigenlijk noemen?"

"Aragorn"

De elf kijkt mij nu verbaasd aan, "Strider?"

Haar blauwe ogen haken zich in de mijne, een vlaag van herkenning gaat door mij heen.
"Tara?.... Alatáriël?"
Hoe kon ik haar niet herkennen.

De elf lacht nu vrolijk naar mij, "Nae saian" (het is al te lang geweest).

"Mee eens", zeg ik met een glimlach.

Tara staat op en trekt mij in een omhelzing, glimlachend beantwoord ik die en strijk over haar rug.

"Wat doe jij hier helemaal? Je hoort thuis te zijn, in Rivendell .

Tara kijkt mij nu even verdrietig aan, "dat is een lang verhaal Strider, ik vertel het jou liever een andere keer".

"Laten we anders naar de Breeg gaan. Daar kunnen we in 'The Prancing Pony' overnachten, en rustig praten."

Tara knikte instemmend en zo gingen wij op pad.

Pov { Tara / Alatáriël }

Tegen het vallen van de avond kwamen wij aan bij de poorten van de Breeg.
Ik klop drie keer op de poort, na een tijdje gaat er een klein luikje open, het gezicht van een oude man verschijnt. "wat moet dat?"
" wij zouden graag de Breeg passeren".
De man kijkt ons argwanend aan, "wie zijn jullie en waarom komen jullie zo laat aan?".
Ik wissel een blik met Aragorn, hij schud zachtjes zijn hoofd.
"Wie wij zijn is niet uw zaak noch het feit waarom wij zo laat aankomen".
De man maakt een nors 'hmmpf' geluidje.

Even later gaan toch de poorten open en kunnen wij passeren.
Als de man denkt dat wij buiten gehoorafstand hoor ik hem nog zacht mompelen over lieden die zo laat passeren en dat dit al de 2e keer is dat hij gestoord is uit zijn slaap.
Ik grinnik zachtjes om het gemopper van de man, hij heeft het duidelijk niet op vreemden.

Als wij voor 'The Prancing Pony' staan trekt Aragorn zijn kap over zijn hoofd, ik volg zijn voorbeeld en loop daarna achter de man aan de herberg in.

Een vrolijk kijkende man komt onze kant opgelopen, "Aragorn wat goed om jou weer te zien! Je bent lang weg geweest. Ik neem aan dat je het gebruikelijke wil?"
Dan merkt de man mij op, "Hallo ik ben Barliman."
Ik stel mijzelf voor als Tara en lach vriendelijk naar de man.

Ik volg Aragorn naar een tafel achterin, hij laat zich op de stoel ploffen en maakt het zichzelf gemakkelijk.
Even later komt Barliman langs met een dienblad met mokken bier.
"Geniet ervan" zegt hij wanneer hij de mokken voor onze neus neer zet.

Ik til de mok op en ruik aan het goedje, ik trek mijn neus op.
Ik hou niet van Alcoholische dranken en al helemaal niet van bier.
Het is bitter en je word er snel dronken van.

"Hier" ik schuif mijn mok naar Aragorn toe. "Deze krijg je van mij".
"Je houd niet van bier?" vraagt hij lachend.
Ik schud mijn hoofd, "het stinkt".
Aragorn begint harder te lachen en neemt een slok.

Ik kijk om mij heen, er zitten hier heel veel dwergen en hobbits.
Ze praten luidruchtig met elkaar en lachen uitbundig, volgens mij hebben ze iets te diep in het glaasje gekeken.

Mijn aandacht word getrokken door een roodharige hobbit die vrolijk verhalen verteld over de Schouw. Zijn groene ogen staan levendig en zijn rode krullen dansen om zijn hoofd.

Plots begint een donkerharige hobbit met felblauwe ogen over de tafels te dansen, hij zingt een vreemd lied dat ik niet ken. Iedereen zingt vrolijk met hem mee.

Ik kijk Aragorn aan, ik trek mijn wenkbrauw naar hem op.
Aragorn kijkt echter geconcentreerd naar de donkerharige hobbit.
"Strider?"
Aragorn kijkt mij even aan maar dan word onze aandacht getrokken door een harde beng.
De donkerharige hobbit is uitgegleden over een dienblad. Hij vliegt door de lucht maar wanneer de hobbit de grond hoort te raken verdwijnt hij ineens.

also elves need love || NL • LegolasWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu