Hoofdstuk 3

75 9 6
                                    

Met een diepe zucht laat ik mij op het bed vallen. Hoe ben ik hier in godsnaam in terecht gekomen. Ik staar naar het plafond en merk dat mijn gedachtes afdwalen naar hoe het allemaal begon.

Verleden

Mensen zijn minderwaardig aan vampieren. Het inferieure ras. Wij zijn alleen maar op aarde geboren om vampieren van bloed te voorzien. Wij zijn voor vampieren wat koeien en varkens voor mensen zijn. Voedsel. En net zoals wij de kippen in hokjes stopten om als ware broedmachine eieren voor ons te maken, hielden de vampieren ons in kleine cellen waar we alleen uit mochten om bloed te geven. Er kwam een punt in de geschiedenis dat wij beseften dat eieren lekkerder smaakten als de kip goed behandeld was. Dus kwam het fenomeen scharrelkip. Op een gegeven moment zijn we voor ons voedsel goed gaan zorgen, want dat kwam de kwaliteit ten goede. Precies dat is ook met ons zelf gebeurd. De vampieren merkten dat als we vrij rond konden lopen, zonder in angst te leven, ons bloed beter werd. Natuurlijk waren we niet vrij vrij, maar we konden in onze gemeenschap aardig leven.

Er was natuurlijk onderscheid in de gemeenschappen. De een deed het beter dan de ander. Als mens werd je niet zo makkelijk overgeplaatst. Het enige wat je kon doen was een brief schrijven naar de koninklijke familie om aan te geven dat de 'burgemeester' van de gemeenschap zijn taken verwaarloosde. Als je al een brief durfde te schrijven, kwam hij meestal niet aan.

We leven al sinds mensenheugenis in gemeenschappen. De mens weet niet beter. Dat komt ook omdat we dom gehouden werden. Iedereen had zijn eigen taakje. Voor sommige betekende dat ze opgeleid werden voor verpleegsters of bloedafnemers. Voor andere betekende dat ze leerde hoe ze moesten koken. Als kind mocht je spelen met bepaalde dingen, zoals een spuit, of een pannetje. Er werd dan gekeken waar het kind eerst naar toe ging en waar het aanleg voor had. Op deze manier kreeg je dan uiteindelijk de opleiding die het beste bij je past. Die opleiding begint, afhankelijk van welke je doet, op je 20e. Die duurt dan gemiddeld een jaar. Daarna mag je het zelf doen.

Mijn moeder was een bloedafnemer. Mijn vader was de medicijnenman. Dit waren hoogstaande beroepen binnen onze gemeenschap en de druk op mijn broer en mij lag vrij hoog. Mijn ouders waren slimme, vooraanstaande mensen. Mijn broer en ik moesten in hun voetsporen treden. Ik heb ook nog een jonger broertje en zusje, een tweeling. Maar zij waren nog niet oud genoeg om druk op te leggen toendertijd.

Omdat je als bloedafnemer en medicijnenman moet kunnen lezen en schrijven, hadden mijn ouders vaardigheden die niet iedereen bezit. Lezen en schrijven werd als iets heilig beschouwd en was alleen weggelegd voor de slimme mensen. Mijn ouders leerden het ook aan mij en Alec. Het werd al snel duidelijk dat ik de slimme was binnen de familie. Alec wou alleen maar spelen, een beetje zoals de tweeling nu is. Mijn nieuwsgierigheid en honger naar kennis won van de passie om te spelen. Ik was leergierig en kon al snel lezen en schrijven.

Mijn ouders hadden er dubbele gevoelens over. Natuurlijk waren zij degene die mij leerden lezen en schrijven, maar ze hadden niet verwacht dat ik zo leergierig zou zijn. Hoe beter het ging, hoe nieuwsgieriger ik werd. Mijn honger naar kennis was niet te stillen. Binnen een paar jaar had ik alle boeken die wij in huis hadden verslonden. Mijn ouders waren bang geworden voor mijn honger naar kennis. Bang dat het mij ooit een keer zou verslinden. Ik wilde meer boeken om te lezen, maar ze verboden het. Ze legden mij uit dat je als mens niet meer mocht weten dan de noodzakelijke basiskennis die de vampieren verschafte. Ik was al over de grens heen gegaan, en toen was ik nog maar 16.

De basiskennis bestaat vooral uit de hiërarchie van de samenleving. Dat de Royals de wereld besturen is regel nummer 1. Je kan ze herkennen aan de grote R op hun kleding. Uiteraard draagt iedereen die in dienst is van de Royals een R op hun kleding. Kleur en grootte bepaalt de rang en stand van de vampier. Mensen hebben nooit een kans op een R. Dat is uit den boze.
Regel nummer 2: vampieren staan boven mensen. Als een vampier iets aan een mens vraagt, dan moet de mens dat doen. Simpel. Mensen zijn persoonlijke slaven. Als je opgepakt wordt in een gemeenschap, dan kan je als slaaf verkocht worden aan een vampier. Soms pakt dat goed uit. Maar het gebeurt vaker dat de slaaf een speelbal wordt en binnen de kortste keren dood gaat. Heel soms worden er veilingen gehouden voor de Royals. Zij hebben de meeste mensslaven in hun bezit. Natuurlijk nemen zij geen genoegen met misdadigers. Zij stellen gewoon een eisenlijstje op. Als je een aantal van de kenmerken bezit, dan wordt je meegenomen. Zonder pardon.
Regel nummer 3: mensen spreken vampieren altijd aan als hun meerdere. Mensen zijn tenslotte inferieur aan de vampier. Zo moeten ze zich ook gedragen. Over het algemeen kijken mensen vampieren niet recht in de ogen aan. Niet dat mensen verplicht bang moeten zijn, maar dat is meestal wel de reden dat mensen het niet doen. Of het ook verplicht is om vampieren niet in hun ogen te kijken is onbekend. Het is een ongeschreven regel dat het niet gebeurd.
Regel nummer 4: Iedere mens is verplicht om deze basiskennis te hebben. Vanaf een jaar of 10 wordt er van je verwacht dat je deze regels kent. Meer kennis dien je niet te hebben.

Uiteraard heb ik regel 4 overtreden. Toen ik 16 was al. Maar dat wist niemand. Het was een kwestie van dom overkomen. Dat ik bijvoorbeeld wist dat de Royals Vilnois van hun achternaam heette, hoefde niemand te weten. Dat ik op de hoogte was van vampierslaven hoefde ook niemand te weten. Hoe gevaarlijk dit ook was, ik wilde altijd meer kennis vergaren.


Nieuwsgierig#Netties2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu