Hoofdstuk 1

164 11 0
                                    

Het was even schrikken geweest toen Melian hoorde dat Remus in gevaar was samen met James en Sirius. Melian wist natuurlijk wel dat Remus, Sirius en James die dooddoeners wel aan zouden kunnen, maar alsnog was ze altijd bang dat er iets met Remus zou gebeuren. Al drie jaar had Melian nu een oogje op Remus en hij stond nu voor haar. Iedereen ging aan de grote tafel zitten rondom Perkamentus. Ook Melian en Remus. Melian kwam naast Remus te zitten, niet eens expres. James en Sirius gingen maar door over de dementors die hen net hadden aangevallen en hoe ze hen wel niet zo enorm kwaad hadden gemaakt. Daarna gingen ze verder met vertellen over de dooddoeners die ze o zo mooi hadden verslagen, alsof het onzin was geweest dat de Ordeleden hen hadden geholpen. Na een paar minuten schraapte Perkamentus zijn keel. Nu moest de vergadering echt beginnen. De tijd drong en er moest veel besproken worden. Onder andere over het nieuws wat Perkamentus had ontvangen die ochtend.

Melian ademde een beetje harder dan ze normaal deed, omdat ze vreselijk nerveus hiervan werd. Haar hart ging als een gek te keer en ze wist gewoon niet wat ze moest doen. Melian probeerde naar Perkamentus te luisteren die dingen uitlegde over de volgende aanval die de dooddoeners gepland hadden, maar het lukte haar niet. Haar gedachte was bij Remus en telkens keek ze weer naar hem. Stiekem zo opzij. Ze keek naar hoe zijn licht bruine haar rommelig zat en zijn kleren onder de kreukels zaten. De littekens op zijn handen die op de tafel leunde en naar zijn gezicht. Hoeveel warmte en geruststelling zijn gezicht wel niet uitstraalde. Melian had sterk de neiging om Remus hand vast te pakken, maar dat kon gewoon niet. Bovendien was Melian er honderd procent zeker van dat hij haar echt niet zag staan. Melian was zo in gedachte verzonken dat ze echt helemaal niets van de vergadering mee kreeg en de tijd voorbij vloog. Het was uitgelopen op een discussie die vooral werd gevoerd tussen Sirius en Emmeline Vonk . Sirius vond het juist een goed idee van Perkamentus om te doen alsof ze niets wisten van de aanval die zou komen van de dooddoeners. Emmeline Vonk was ervan overtuigd dat ze het juist wel moesten laten merken, zodat er vele dreuzellevens gespaard zouden worden.

'Goed, dit was het dan voor vandaag. Hopelijk is het allemaal duidelijk en zo niet, dan zijn vragen altijd welkom.' Zei Perkamentus uiteindelijk om de discussie te sluiten. Melian ving dat nog net op. Melian zag Remus' arm omhoog gaan, alsof ze nog met z'n allen in een klaslokaal zaten en les kregen van Perkamentus. 'Ja Remus?' zei Perkamentus met zijn altijd kalme stem. 'Dus, als ik het goed begrepen heb, is het de bedoeling dat we ons in groepjes van twee á drie mensen opsplitsen?' vroeg Remus. Melian hoorde zijn stem, zijn o zo mooie stem en ze kreeg er een warm gevoel van wat haar even een paar rillingen bezorgde. Ze sloot eventjes haar ogen en probeerde dat verliefde gevoel weg te drukken. Opeens kreeg ze een duw van Lily. 'Hé Mel, gaat het wel? Waarom tril je?' fluisterde ze bezorgd en een beetje giechelig, alsof ze het allemaal doorhad. 'Het gaat prima, niets aan de hand.' fluisterde Melian snel terug. Ze had het Lily nog steeds niet durven vertellen en dus wist zij van niks, tenminste dat dacht Melian. Melian verzon af en toe gewoon dat ze een andere jongen wel zag zitten, maar in feite vond ze al die tijd Remus leuk. 'Ja Remus, dat heb jij inderdaad goed begrepen.' Zei Perkamentus vriendelijk om de vraag van hem te beantwoorden. 'Ik ga er volledig vannuit dat jij die indeling wel voor mij kan maken en iedereen tijdens de operatie ook kan sturen.' Ging Perkamentus verder. Remus' ogen begonnen te glunderen. Het was een enorm belangrijke taak die Perkamentus op de schouders van Remus legde. Melian glimlachte eventjes kort. Ze had altijd al in Remus geloofd, dit zou hij makkelijk kunnen. Remus glimlachte en knikte eventjes kort naar Perkamentus als een soort bedankje voor zijn antwoord en belangrijke taak.

De vergadering werd uiteindelijk afgesloten toen de meeste vragen beantwoord waren. De meeste leden van de Orde gingen er meteen vandoor om de opdracht die ze van Perkamentus hadden gekregen uit te voeren. De kamer waarin ze met z'n allen hadden gezeten raakte leger en Melian kon het nu eigenlijk pas goed bekijken. Zij, Remus, Sirius, James, Lily, en nog een paar andere bleven nog, waaronder Fabian Proster en zijn broer. Perkamentus was er vandoor gegaan en had gezegd dat ze het huis gewoon zo achter konden laten, aangezien alle toverspreuken, die de dooddoeners weg zouden houden van dit huis, vanzelf in werking zouden gaan als er niemand van de Orde meer aanwezig zou zijn. Melian zag een kastje staan tegen de muur van deze kamer, wat volgens haar een soort eetkamer moest voorstellen. Ze stond op en liep er langzaam heen. Er stonden allemaal foto's op dat kastje en Melian bekeek ze. Ze was weer eens veel te nieuwsgierig. Opeens schrok Melian zich dood, omdat iemand haar plots bij haar schouders vastpakte. 'Niet zo nieuwsgierig hè Mel!' zei Sirius die even later in een deuk lag. Melian was zo geschrokken dat ze helemaal een sprongetje had gemaakt en alles op het kastje meteen had omgegooid. 'Sirius! Kijk nou wat je hebt gedaan!' zei Melian lachend. Ze was blij dat Sirius achter haar stond en niet Perkamentus. Melian zette snel alle dingentjes en fotolijstjes rechtop en ongeveer op dezelfde plek en liep toen maar snel ervan weg. 'We gaan nog even wat bij Remus drinken met z'n allen, heb je ook zin om mee te gaan?' vroeg Sirius aan haar. Melian dacht even na. Ze wou dolgraag nog eventjes wat drinken met haar vrienden, maar ze was bang dat ze de hele tijd gespannen zou zijn en al zou blozen als Remus naar haar keek, wat Melian sowieso wel deed als Remus naar haar keek, maakte niet uit waar ze was. 'Hallo? Zo'n moeilijke vraag was het toch niet?' grinnikte Sirius toen hij na een paar minuten geen antwoord van haar kreeg en hij gaf Melian even een soort van aai over haar hoofd. 'Hé! Kijk uit voor m'n haar, straks zit het helemaal door de war!' zei Melian geërgerd en ze probeerde met haar handen haar haar weer een beetje in model te krijgen. 'Nog steeds geen antwoord!' zei Sirius met een enorm grote glimlach op zijn gezicht. 'Jaja, ik ga al mee!' zei Melian toen maar snel, zodat Sirius zou stoppen met zeuren. Ondertussen waren zij en Sirius naar de gang gelopen, waar de rest ook was en op hun stonden te wachten. Melian vond het huis van Perkamentus er best gezellig uitzien. Er hingen in de gang veel schilderijen en foto's. Ook waren de kleuren van het huis niet donker, maar juist heel licht. Melian vond het eigenlijk wel fijn dat dit het hoofdkwartier nu was. Dat vorige was ergens op het platteland. Het was een oude verlate boerderij en het was er smerig, koud en alles ging er stuk. Ergens was het maar goed geweest dat de dooddoeners de hele boel kort en klein hadden getoverd en het op het laatste in brand hadden gestoken.

Remus & Melian; True LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu