Hoofdstuk 3

134 8 2
                                    

Melian zat nog steeds bij Remus op de bank. Ze wist gewoon niet wat haar was overkomen vanochtend. Eerst die dooddoeners die ze had vermoord en daarna wat Remus haar allemaal had verteld. Ze was nog nooit zo verbaasd geweest als daarnet. Melian wist niet precies hoe ze hier op moest reageren. Al die complimentjes die Remus maakte en hij was zo lief en knap. Ze was het helemaal niet gewend dat iemand zo lief voor haar was, behalve Severus misschien, maar dat was familieliefde en dat was zeker anders dan dit. Melian probeerde Remus in zijn ogen te kijken, zonder meteen te gaan blozen. 'Ik had dit echt nooit verwacht.' Begon Melian toen na echt een hele lange stilte. Ze moest toch iets zeggen, straks dacht Remus dat zij hem niet zag zitten. Daarna moest Melian eventjes lachen. Zij en Sirius zouden echt een chaos koppel worden en bovendien zag ze Sirius alleen maar als een hele goede vriend. 'Sirius en ik zouden nooit iets worden, Reem. Bovendien had ik op Zweinstein helemaal geen oog voor Sirius of andere jongens. De enige die ik echt heel erg leuk vond... en eigenlijk nog steeds heel leuk vind, dat.. dat ben jij.' Stamelde Melian. Haar stem trilde. Remus schoof wat naar voren op het tafeltje waar hij op zat en pakte Melian haar handen vast die de hele tijd op haar schoot hadden gelegen. Hij zei niets maar glimlachte enorm lief naar haar. Melian glimlachte terug en ze vond het fijn dat Remus haar handen vasthield. Haar wangen kleurde lichtjes rood.

Wat zouden ze nu moeten doen? Als Severus dit zou horen zou ze wel mogen verhuizen en zou ze hem waarschijnlijk nooit meer zien. Bovendien was het gevaarlijk om nu openlijk een relatie met iemand te beginnen, aangezien Voldemort erop kickte om zulke nieuwe koppels te martelen en één voor één te vermoorden. Melian wist zeker dat Remus dit ook wist. 'Ik vind je echt heel leuk en ik geef ook heel veel om je.' Zei Melian nadat ze wat moed verzameld had om het zo duidelijk tegen Remus te zeggen. Normaal was ze gewend om haar gevoelens niet echt te laten zien, maar Melian wist dat ze bij Remus geheel haarzelf kon zijn. Weer glimlachte Remus. 'Ik vind jou ook heel leuk en ik had nooit verwacht dat ik dit zou zeggen, maar ik houd echt van je.' Zei Remus lief. Melian straalde helemaal toen ze dat hoorde. 'Maar er zijn natuurlijk wel wat kleine complicaties.' Begon Remus toen met een ernstig gezicht en Melian wist dat Remus daarmee Severus en natuurlijk de oorlog bedoelde. Bovendien vroeg Melian zich ook af hoe James en Sirius het zouden vinden als Remus en zij opeens bij elkaar zouden zijn. Melian knikte en weer was er even een stilte. Ze wou het liefste voor altijd bij Remus blijven, dat wist Melian nu al zeker. Alleen was het in deze situatie gewoon moeilijk om iets met elkaar te beginnen. Waarschijnlijk moesten ze allebei nog verwerken wat er vandaag en op die ene avond was gebeurd.

'Ik ga maar eens.' Zei Melian toen na een tijdje. Remus en zij hadden niet meer echt ergens over gehad. Alleen nog even over de aanval van vanochtend en over wanneer de volgende vergadering van de Orde was. Melian stond op en ze wilde richting de deur lopen toen Remus haar opeens bij haar middel greep. 'We verzinnen wel iets, Mel.' Remus streek liefjes wat plukjes haar voor haar gezicht vandaan en weer begon Melian als een gek te blozen. Hij maakte haar zo gelukkig en hij liet haar alle ellendige dingen gewoon vergeten. Remus drukte een kus in haar haar en liet haar toen los. 'Ja, we verzinnen wel iets.' Zei Melian toen. Misschien moest Melian het gewoon aan haar broer vertellen en uitleggen, misschien dat hij het dan zou begrijpen en misschien zelfs blij voor haar zou zijn. Verder zouden ze het gewoon geheim moeten houden voor iedereen, behalve voor Sirius en James dan. Zodat de heer van het duister er niet achter zou komen of enkele dooddoeners. Remus liet Melian los en liep richting de deur. Melian volgde hem. Ze voelde zich aan de ene kant heel vrolijk, maar aan de andere kant enorm treurig. Remus opende de voordeur en liet Melian er langs gaan. 'Nou Mel, hopelijk tot snel.... En anders zie ik je bij de aankomende vergadering.' Zei Remus. Melian vond dat hij een beetje treurig klonk. Ze vroeg zich meteen af of het door haar kwam dat ze wegging of door iets anders. 'Tot gauw.' Melian glimlachte. Ze kon niet zomaar weggaan, met alleen woorden te gebruiken als afscheid. Remus had al bijna de deur dicht gedaan toen Melian weer terug over de drempel stapte. Ze sprong zowat op Remus om hem nog een knuffel te geven, wel een hele lieve tedere knuffel. Melian sloeg haar armen om zijn nek heen. Ze voelde hoe Remus zijn armen stevig om haar heupen heen sloeg. Een tijd lang stonden ze zo in de deuropening van Remus toen Sirius opeens voor de deur stond. 'Ehh... Hallo?' zei hij plots met een vaag glimlachje. Zowel Melian als Remus schrok. Ze lieten elkaar meteen los en wisten even niet wat ze moesten zeggen. 'Ik ga nu echt.' Zei Melian toen maar. 'Dag Reem.' Melian keek nog eventjes achterom naar Remus en Sirius en liep toen snel weg.

Remus & Melian; True LoveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu