Inleiding

280 8 2
                                    

•Inleiding•

In een heldere nacht, waar duizenden sterren straalden aan de hemel, was het stil in het bos. Alles en iedereen leek te slapen, behalve een haas, die met trillende oren naar een pluk gras keek. Plotseling dreef er een wolk voorbij de heldere maan, die de open plek in het bos verduisterde. Tegelijk met de schaduw van de wolk keek de haas op van de pluk gras. Niet omdat hij schrok van de plotselinge duisternis, maar omdat hij nog iets anders had gezien, een donkere vlek die zijn kant op kwam. Verschrikt schoot de haas een bosje in toen er nog iets bewoog, nu in de bosjes achter hem. Ineens scheen er een felle paarse gloed op het midden van de open plek. Nu was het teveel voor de haas, hij rende met vlugge sprongen weg en schoot in zijn hol.

De maansteenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu