Hoofdstuk 5

1.1K 17 0
                                    

Hoofdstuk 5 – Over hoe ik niet snap dat ze mij dit laten doen, en over Luca met zijn zilveren ogen.

Catherina

Zilveren ogen. Dezelfde kleur.

Het was vreemd om ze te zien buiten de spiegel om.

Hoewel de rest van zijn gezicht totaal anders was dan de mijne, scherper en strakker, waren zijn ogen hetzelfde.

Amandelvorming, met lang dikke wimpers en glanzend in het licht van mijn vuurbol.

Zijn haar had een aparte kleur. Van goudbruine lokken tot diepzwart lagen ze om zijn hoofd en krulden ze in zijn nek, besloot ik.

Hij was groot, mager en sterk.

Zijn tanden waren wit en recht, en zijn lippen zacht. Zijn tranen waren hartverscheurend.

Ik wilde ze opvangen, en bewaren. Ik wilde ze wegvegen.

Ik huiverde.

‘Luca?’. We hadden al een tijdje in stilte gelopen.

‘Ja?’ Hij keek opzij. Hij huilde niet meer, maar het verdriet sprak uit zijn ogen.

‘Wie waren die twee wolven?’ Ik beet op mijn lip, toen ik zijn gepijnigde gezicht zag.

‘Je hoeft het niet te zeggen’ zei ik haastig.

Het bleef even stil.

‘Mijn zuster Yinthe en haar man Léon’. Luca keek recht voor zich uit, uitdrukkingloos.

Ik greep zijn hand en drukte die.

‘Ik kan niet zeggen dat het me spijt, aangezien het mijn schuld niet is. Maar ik voel wel met je mee’.

Hij keek naar onze ineenverstrengelde handen toen hij me bedankte.

Ik liet gauw los.

Toen ik naar voren keek, ontwaarde ik tussen de bomen een muur van hout.

Luca zag me kijken, en zei: ‘Thuis’.

Jacques had me gezegd dat ik Luca kostte wat het kost mee moest krijgen, maar ik wist niet hoe.

Ik zat aan de keukentafel van zijn moeder’s huis.

Hoe kon ik zo harteloos zijn? Zijn moeder, die huilend in Luca’s armen lag, brak met haar tranen mijn hart.

Ze had haar kind verloren, en kon haar niet eens vaarwel zeggen. Ze was niet mee geweest op de jacht, had ik begrepen.

En nou zou ik haar zoon ook nog eens meenemen?

Luca keek over zijn moeder’s schouder naar me; verbitterd.

Ik begreep nu wel waarom Luca nog niet op de school zat.

Ze hadden niet geweten dat Luca over genoeg talent beschikte om er te mogen komen, en ze hadden nooit een poging gedaan tot toenadering.

Zelfs Luca had nog nooit doorgehad dat hij het vermogen bezat om op de populaire school toegelaten te worden.

Hij geloofde het nu nog niet.

‘Mevrouw...’ fluisterde ik. Ik voelde me onhandig, ik wist niet wat ik hiermee aanmoest.

Ik was hier met een taak naartoe gestuurd, niet om iemand te troosten.

Luca’s moeder ging rechtop zitten. Ze veegde haar tranen weg, en haar gezicht werd een vastberaden masker.

‘Kind, het spijt me dat je mag huilen’ zei ze.

Ik had begrepen dat ze een Indiaanse was. Haar lange zwarte haar hing in 2 vlechten langs haar getaande gezicht. Hoewel ze al wat ouder was, kon je zien dat ze in haar jonge jaren zeer mooi was geweest.

Om haar mondhoeken en ogen lag een net van fijne rimpeltjes. Haar ogen waren pikzwart.

Je kon duidelijk zien van wie Luca zijn knappe gezicht had.

‘Het spijt me’. Dat was in ieder geval van mijn hart.

‘Voor wat?’ Ze trok haar wenkbrauwen op.

‘Ik wist toch wel dat Luca ooit weg zou gaan. Dat het op deze manier zou gaan, was een verassing, maar goed. En ik heb liever dat hij op deze manier weggaat dan dat hij Yinthe achterna gaat’ ze glimlachte kort.

Ik knikte.

‘Je lijkt me nog erg jong, klopt dat?’ Vroeg ze.

‘Ja, inderdaad. Ik zit in het derde leerjaar. Maar ik ben mijn klas al ver vooruit. Mijn mentor zei me dat ik dan maar eens in de praktijk moest laten zien wat ik kon. Daarom ben ik hier nu’.

Ze leek onder de indruk. Luca keek verbaasd naar me.

‘Als ik mijn zoon met jou meestuur, is hij dan in goede handen?’ vroeg Luca’s moeder me.

‘Ik zal er persoonlijk op toezien’ zei ik, zo zakelijk mogelijk. Maar diep van binnen was ik opgewonden.

Het lukt me!

HaloWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu