Hoofdstuk 5

32 1 1
                                    

En dan heb uitgerekend ik dat probleem dat ik niet meer kan lezen. Wat een afgang. Ik, dé grote leesfan van mijn familie, die nu honderden boeken voor nop in de kast heeft staan? Het is ook niet te geloven.
Bovendien is het een basisvaardigheid op school. Ik moet kunnen lezen om goed te kunnen leren, anders is mijn toekomst naar de maan.
Ook treft het ongeluk mij op deze dag in 't bijzonder, want we hebben een toets scheikunde. Erg leuk.

*

Meneer de Vries maakt een zeer gejaagde indruk wanneer hij de klas binnenstort. Zijn huid zit onder de vlekken, net zoals dat van een paar klasgenoten.
'Sorry, dames en heren,' puft de Vries, 'maar hier ben ik dan! *Kuch* Beetje klaar voor de toets?'
Hij hoest een paar keer terwijl de klas wat mort over het meer tijd nodig hebben om te leren.
'Goed, ik deel nu de toets uit *uche*, vergeet niet om je naam *kuch* op te schrijven, ik moet nu nodig even weg, moment!'
Dat laatste komt er nogal gehaast uit, en de Vries rent de gang op, om vervolgens als een malle te beginnen met hoesten.
Een kleine halve minuut later is hij weer terug en deelt hij snel de toetsen uit.
'Meneer,' zeg ik, mijn hand opstekend, maar de Vries verbergt zijn gezicht in de holte van zijn elleboog voor nog een hoestbui. Zijn oren zullen wel tuiten van al dat gehoest, want hij hoort me niet, ook niet wanneer ik vaker roep. Super. Ik geef 't op, want ik wil niet overkomen als een of andere malloot die de hele tijd "meneer" door het lokaal bazuint.
Nadat de toets is uitgedeeld gaat meneer de Vries met een rotgang de klas uit, maar dit keer rent hij door naar de lerarentoiletten. Lijkt me logisch, tenminste.
Ik kijk naar de toets, maar ik word er geen snars wijzer van. Na vergeefs de hele toets gescant te hebben stop ik met veel omhaal mijn potlood terug in mijn etui, en leun naar achter. Een paar klasgenoten kijken op, ik voel hun blikken branden in mijn rug.
Een meisje waarmee ik het goed kan vinden, en vandaag achter me zit, tikt me op de schouder en fluistert: 'Waarom maak jij de toets niet?'
Ik draai me om en antwoord even zacht: 'Ik kan de boel niet lezen, dus het heeft geen zin om de toets proberen te maken.'
'Het is toch wel leesbaar?'
'Niet voor mij, en vraag me niet hoe dat kan.'
'Kan Charlotte je niet helpen? En waarom heb je het nog niet tegen meneer de Vries gezegd?'
Ik haal mijn schouders op en zeg: 'Tja, die heeft het te druk met zijn hoestbuien. Sowieso, als Charlotte mij helpt, krijgen wij beiden een onvoldoende, dus--'
'Nee, daar heb je gelijk in, dat is niet goed,' geeft ze mij gelijk voordat ik mijn statement helemaal heb uitgesproken.
Meneer de Vries komt door de gang hobbelen, dus gaat iedereen weer netjes zitten, alsof er niks is gebeurd.
'Meneer?' herhaal ik.
'Ja?'
'Ik... Het klinkt misschien dom, maar ik kan niet meer lezen,' zeg ik aarzelend. De Vries trekt een raar gezicht en antwoordt: 'Niet meer lezen? Sinds wanneer?'
'Vandaag, maar... 's Ochtends kon ik nog wel lezen.'
'Lukt het echt niet? Trouwens, nog iemand die klachten heeft op die fiets?'
Er steken twee mensen hun hand op. De Vries hoest een paar keer en vraagt: 'Zullen we de toets mondeling doen, of *uche kuche* heeft iemand een beter *uch* voorstel?'
'Lijkt me beter van niet, gezien uw hoestvaardigheid,' zeg ik met een piepkleine grijns. Hij knikt en terwijl hij hoest, maant hij iedereen het lokaal uit.

*

Thuisgekomen hang ik mijn jas op, check even mijn mobiel, en zie het icoontje van WhatsApp verschijnen. Mijn mobiel is trouwens aan het trillen, blijkbaar stuurt iemand me veel WhatsAppjes.
Ik storm de trap op terwijl mijn zwarte haren meefladderen bij elke sprong. Nieuwsgierig scroll ik naar beneden, en in mijn meldingenscherm staat "20 nieuwe berichten in 3 chats". Wanneer ik WhatsApp aanklik zie ik in één oogopslag dat ik 18 berichten heb van Imola. Allemaal spraakberichten. Ik tik de eerste aan, hoor Imola opgewonden schreeuwen door de telefoon en zet snel het geluid wat zachter. Ik luister naar wat ze te zeggen heeft en hoor nog net een halve zin '...en dat betekent dat het door een allergie komt! Dat verklaart waarom jij er zo raar uitziet *no offence* en ik niet kunnenlezenritus heb!'
Zo gaat het nog een paar minuten door, tot ik er genoeg van krijg, en luister de andere 17 spraakberichten van haar. 'Ik deed een spraakbericht omdat ik dat icoontje wel kan zien!' en nog van dat soort feitjes. Ik klik het gesprek weg, zo meteen reageer ik wel even. Ik stommel naar beneden en vertel mijn ouders wat ik zonet van Imola heb gehoord: 'Allergische reacties veroorzaakt door virus, uit Amerika!'
Ik zet het journaal aan en zie het NOS-intro aan.
'Welkom bij het NOS-journaal! Ik ben Elisa de Groen,' zegt Elisa de Groen.
Wat heeft ze lelijke kleren aan! En hoe ziet haar gezicht eruit! denk ik nog, voordat ik aandachtig begin te luisteren.

Het Verleden Teruggebracht...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu