Nadat ik Harry gedag had gezegd, vroeg hij of ik maar het concert vrijdag zou komen. Ik knikte en zei dat ik echt moest gaan. Hij liep een stukje met me mee en ging daarna naar zijn eigen huis.
Nu ben ik onderweg naar mijn huis en naar Elisa. Het is Woensdag dus het concert is al over 2 dagen. Diep in mijn gedachten zie ik mijn huis steeds dichterbij komen. Ik loop zo de straat over en hoor een harde gil. Ik kijk opzij en iets zwaars valt tegen me aan. Ik val op de grond en hard getoeter vult
mijn oren. Ik hoor mijn naam een paar keer en dan komt er een waas voor mijn ogen. Kort daarna val ik weg. Weg van de menigte, van de mensen, de fietsers, de vrachtwagens, auto's en scooters. Weg van de wereld.*Piep Piep Piep* Het gepiep herhaalt zich heel vaak achter elkaar. Op de zelfde toon. Ik open mijn ogen. Ik strek me -wat je strekken kan noemen- uit en draai mijn hoofd. Daar zie ik Harry zitten. Zijn handen zijn haar met zijn ellebogen steunend op zijn knieën. Ik gaap. Harry kijkt met betraande ogen op. Wat is er aan de hand? Waarom huilt hij? 'Surraya! Je bent wakker!' Je bent wakker, wat bedoelt hij daar nou weer mee?! Ik knik voorzichtig. 'Ik denk het?' Vraag ik. 'Waarom huil je?' 'Hij staat op en hurkt bij me neer. Hij aait over mijn haar. 'Je had een ongeluk. Ik heb het zien gebeuren.
Je hebt geluk dat je nog leeft, Surraya. Veel geluk. Je had dood kunnen zijn.' Ik knik. Dus ik had een ongeluk? Wat apart, ik herinner niks meer. 'Mag ik al naar huis?' Vraag ik hem. 'Ik haal wel een dokter,' zegt hij. 'Ik weet het niet.
Ik hoop het wel, anders kan je morgen niet naar het concert.' Ik zucht, huh? Maar het is woensdag? 'Maar het is toch woensdag?' Vraag ik. 'Nee, je hebt een dag geslapen, het is al donderdag,' zegt hij. 'Ik ben de hele nacht bij je gebleven.' Hij zucht en staat op. 'Ik kon je niet laten gaan.'Wat lief..
JE LEEST
Irresisteble.
Random'Wat doe je als je meisje gevaar loopt door jouw vijand?' Makkelijk. 'Ik vermoord hem.'