Ik loop naar beneden, het briefje had ik snel verscheurd en weggegooid. Ik weet nog steeds niet wie het was, nouja, wie het geschreven heeft. Ik loop de keuken in en er staat een dienblad met Jus, broodjes en beleg
klaar. Ik glimlach. Maar mijn glimlach verdwijnt weer als ik naar het raam kijk. Op het raam hangt een geel briefje. Exact dezelfde als in mijn slaapkamer. Ik kijk om me heen. Is er niemand? Langzaam word ik banger en banger. Ik lees het briefje en laat mezelf op de grond zakken. Tranen vullen mijn ogen. Langzaam lees ik het briefje nog een keer.Weet je nog niet wie ik ben?
Tfoe, dan ben je wel een beetje dom. Je moest dat briefje op je slaapkamer niet verscheuren en weggooien! Er zit een hint in verstopt:Lees aan het begin van elke zin, de eerste letter. Dan zie je wat ik van je ben.
Kus,
R.Zo snel als ik kan sta ik op en loop ik naar mijn slaapkamer. Ik vis de stukjes van het briefje uit de prullenbak en leg het op de grond. Ik laat me op mijn knieën zakken en kijk doelloos naar de stukjes. Wat was het ook alweer?
Als ik eindelijk de stukjes in elkaar heb, begin ik weer met lezen.
Opeens komt er iets in me op.Ik begrijp het al.
JE LEEST
Irresisteble.
Random'Wat doe je als je meisje gevaar loopt door jouw vijand?' Makkelijk. 'Ik vermoord hem.'