~7~

16 2 0
                                    

Ze stond alleen. Ze stond alleen op blote voeten. Ze stond met haar voeten in het gras. Ze stond alleen aan een meer. Het was nacht. Het meer weerspiegelde de volle maan die aan de hemel stond en de nacht een beetje licht schonk, alsof de maan niet wou dat de wereld in totale duister baadde.

Achter haar bevond zich een bos dat er donker en eng uitzag. Ze hoorde een geluid. Ze draaide zich om. Bij één van de bomen zag ze een schim. De schim bewoog zich geluidloos vooruit. Wat maakte dan dat geluid? Ze keek terug naar het water toen ze nog een geluid hoorde. Over het water liep een andere schim, deze zag er iets anders uit dan de andere, maar ze wist niet precies wat er anders was.

De schimmen bewogen zich naar elkaar toe. Héél langzaam. Toen de schimmen bijna bij elkaar stonden stopten ze. Ze staken elk schichtig een arm uit. Wanneer ze elkaar raakten, baadde het hele meer en het hele bos in een warme gloed. Ze kneep haar ogen tot spleetjes, tegen het felle licht dat in haar ogen scheen. Plots kon ze niet meer op haar benen staan, en begaf ze het.

Ze voelde zich niet goed en anders toen ze wakker werd.

Iets was veranderd, maar wat?

The Weeping Willow [On Hold]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu