~29~

5 2 0
                                    

Het spoor met bladeren bracht haar terug door het bos. Het bracht haar door straten. Het bracht haar in een park. Ze herkende het park. Ze kwam hier soms met haar ouders toen ze klein was. Ze kwam hier nu ook soms. Als ze zich heel alleen voelde, kwam ze hier tegen een boom zitten, en keek ze naar de mensen die in het park waren.

Ouders met hun kinderen, een man met zijn hond, een oud koppel. Ze vond het zelf geen 'staren', ze zag het liever als 'observeren'.

De bladeren brachten haar verder door het park, tot bij een grote treurwilg. Er hangde een oude schommel aan één van de takken. Het leek alsof de schommel er ieder moment af kon vallen.

Ze had deze treurwilg nog nooit opgemerkt. Daarom heten ze misschien 'treur'wilgen: omdat niemand ze ooit opmerkt.

The Weeping Willow [On Hold]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu