Mensennamen zijn raar.
Je kan een mens namelijk zoveel namen geven. Moeder, vader, zoon, dochter, boer, fabrikant, juf, stratenmaker, boefje, engel, tegellegger, schrijver, enz. Je kan ze dus geen naam geven met de eerste letter van wat ze zijn. Mensen zijn dus raar.
Vick en Dick zijn tweelingbroers. Maar hun namen beginnen niet met een T. Hun namen zijn ze gegeven, zodat ze later hun naam kunnen bewijzen, door iets te worden met een v of d. Vick is een Vader geworden, en Dick, daar gaan we het straks over hebben.
Het begon toen de ouders van Vick en Dick verliefd werden. Nee grapje, ik begin pas toen ze net geboren waren. Door het hele huis was het geblèr van Dick te horen. Vick was een stil, maar boos mannetje. Dick kon hard huilen, maar was wel een blije gup.
Op school waren Vick en Dick populair. Ze droegen stoere kleren en hadden altijd wel iets grappigs te zeggen, voornamelijk Dick. Vick was het knapste. Dick de grappigste. Ze leefde een normaal maar goed en fijn leven, tot hun zestiende verjaardag. Dick hield heel erg van kaas. Vick haatte kaas. Hun ouders hadden dan ook een kaastaart besteld via een kaasboer, en een slagroomtaart. De slagroom taart hadden ze zelf gemaakt.
Tijdens het feestje kwamen er steeds meer gasten binnen, die verlangden naar een taart. Daar kwamen ze tenminste allemaal voor, voor de lekkere, bijzondere kaastaart die Dick beloofd had. Wist je trouwens dat Dick's vrienden alleen maar naar het feest kwamen omdat Dick zo gul was? Hij had dus geen echte vrienden, eigenlijk...
Het huis zat vol met allemaal kinderen die feest wouden vieren. De DJ zette zijn muziek op en iedereen begon te swingen. Dick vroeg aan zijn moeder waar de kaastaart was. Want die zou er eigenlijk al moeten zijn...
Wat je ook moet weten is dat Dick weleens kaas stal uit de kaaswinkel, samen met zijn 'vrienden'. Daar was de kaasboer dan ook vaak woest over. Vick wist dit niet. Dus de kaasboer besloot om iets terug te doen.
Terug op het feest. De kaastaart was er nog steeds niet en het feest was al bijna afgelopen. Boze 'vrienden' kwamen naar Dick toelopen. "Waar blijft die kaastaart?" zeurde ze. "Die zou er allang moeten zijn... echt!" zei Dick verdedigend. Maar ze wouden niet luisteren en liepen gewoon weg, en namen hun cadeautjes mee. Ook die voor Vick. Vick zag dit en liep naar Dick toe. "Wat hebben zij nou?" vroeg Vick. Dick vertelde hem dat de kaastaart er nog niet was en dat ze toen boos werden. "Wat heb je nou aan zulke vrienden? Maar nieuwe, zou ik zeggen." zei Vick.
De volgende dag gingen de moeder van Dick en Dick zelf op weg naar de kaasboer. Moeder stampte boos op de bel, en de kaasboer kwam vrolijk naar de winkel toegelopen. "Waar is mijn kaastaart gebleven?" gilde de hysterische vrouw. "Die heeft uw zoon al gehad." zei de kaasboer doodleuk. "Hoezo dat?" vroeg de moeder verbaasd.
"Nou, uw zoon heeft samen met wat anderen een paar keer wat kazen uit mijn voorraad gestolen. Dus ik dacht, van al die kaas die ze hebben gepikt, kunnen ze zelf wel een taart maken." De moeder was nu erg verbaasd en boos, maar nu op haar zoon. "WAT? Hoe DURF je kaas te STELEN?"
Sindsdien had Dick een hekel aan kaas. Dus, ging hij, weleens als kaasdief te werk. Dick de Dief. Nu klopte zijn naam wel.
JE LEEST
Karel Kaas
Short StoryKarel is depressief aan het worden. Het lot van de kazen staat hem niet aan, en hij wil het liefst nooit te maken hebben met Mees het Monsterlijke Mes. Maar of dat zo makkelijk gaat als je een kaas bent? Karel kaas is een kort verhaaltje die je een...