Wat gebeurt er met Kazen, als ze helemaal zijn verkocht? Gaan kazen wel dood? En hoe? Hij moest er niet aan denken, maar kon het toch niet laten. "Wat kijk je somber, is er iets?" vroeg Kim bezorgt. "Nee, nee, nou... eigenlijk is er wel iets dat ik maar niet los kan laten." zei Karel. "Wat dan?" vroeg Kim. Karel zweeg. Wat eigenlijk heel normaal is voor een kaas, tenminste, wij mensen horen toch geen kazen praten? "Waar zit je mee?" vroeg Kim opnieuw. "Je kan het aan mij, of Karla, of aan alle andere kazen hier in Katrien vragen. Ik weet dat het eng is, dat we door Mees het Monsterlijke Mes straks allemaal zijn verdwenen, maar alsjeblieft! Ik moet er ook iedere dag mee door en ik leef nog steeds." Karla kwam ook even haar hart luchten. "Het leven van een kaas is niet opwindend, noch optimistisch valt erover te praten. Je kan je lot maar het beste accepteren. Al het eten heeft dit lot." Karel zuchtte. "Gaan wij eigenlijk ooit echt uh... Dood?" Karla en Kim schrokken zich bijna dood. Want het antwoord op die vraag wist niemand. Net als het antwoord op de vraag wat het levensdoel is. Dat is voor iedereen anders. "Uhm, ik denk dat als je helemaal bent opgesneden, dat je dan uit zo weinig bestaat dat je eigenlijk niet meer uh, bestaat." zei Karla. "Ik denk dat je verspreid over elk stukje kaas dat iets heeft gegeten en dat je in alles wat daarna komt een nieuw leven inblaast, dus dat je een, nou, eigenlijk een heleboel, nieuwe levens hebt. Je komt toch ook van een zaadje dat is uitgegroeid tot gras dat is opgegeten door koeien en toen werd je melk en daarna maakte Bart een Kaas van jou." zei Kim. Karel vond dat een mooiere gedachte. Voor zover dat mooi kan zijn.
Bart de Boer hoorde Berend de Bel en ging snel naar zijn Kaaswinkel. Deze lag aan een drukke winkelstraat. Bart's winkel was vooral bekend in de omgeving, omdat het zo'n lekkere natuurlijke kaas was die hij maakte. Op een mooie dinsdagmorgen liep hij dus naar zijn winkel. Er waren een paar klanten, die rustig en nieuwsgierig rondkeken in het winkeltje. "Mama?" vroeg het kleine meisje, "Hoe zijn die kazen gemaakt?" Haar moeder Maria lachte en wees naar Bart. "Vraag het maar aan die meneer daar, die kan dat vast wel vertellen." Dus liep het kleine meisje, genaamd Mila, naar Bart toe en vroeg; "Meneer, hoe zijn die kazen nou gemaakt?" Bart moest ook lachen, en zei dat ze even moest wachten. Voor dit soort vragen had hij een slim plan. Het was altijd leuk om de jeugd wat te leren. Hij haalde de bak met melk, de bak met stremsel en andere ingrediënten en een kaas uit het schap, een nieuwe, tevoorschijn en zette deze op de toonbank. Toen begon hij te vertellen. "Eerst eten koeien een hoop gras." Bart wees naar een schilderij van koeien in een wei die in zijn winkel hing. "Daarna word dat gras door de koe omgezet in melk." Hij tilde de bak met Melk, Marieke, omhoog. "Een koe is een soort natuurlijke fabriek. Snap je?" Het meisje knikte verlegen. "Dan melken we de koe met een machine, door in de tepels van de koe te knijpen waar dan melk uitkomt, dit word ook verder uitgelegd in dit boekje hier en..." Maar Bart kon niet meer verder praten, want de vader van het kind, Vick, protesteerde. "Maria en Marieke, we zijn hier alleen maar heel even om kaas te kopen. Ik heb geen zin in weer een boekje over natuurlijk en gezond voedsel, we mogen toch ook een keer gewoon friet halen? Ik bedoel maar, heb jij al gehoord van al die kaasdieven die kazen stelen? Die kunnen nu gewoon bij al jouw lekkere en met zorg gemaakte kazen, terwijl jij hier een stom verhaal zit te vertellen!" Bart keek geschokt en stopte met zijn verhaal. "Nou, uh, en dan komen er allemaal dingen bij en lang wachten en word het een kaas, zoals deze." en hij hield de kaas omhoog. "Wil je een stukje proeven?" vroeg hij nog, zo lief mogelijk. Maar er was niets aan te doen. Maria was schaamde zich en vroeg om een stuk kaas, van die ene specialiteit. Dus haalde Bart die kaas, sneed er een stuk af en verkocht hem aan de familie. Zuchtend bracht hij alle spullen weer op hun plek.
Karel en Karla werden ook teruggezet. Karel was nog steeds doodsbang voor Mees het Monsterlijke Mes, ook al wist hij dus nu dat hij alleen maar tevoorschijn was gehaald voor een verhaaltje. Karla, in tegendeel, had nu iets meer dan een kwart over. "Nou, nu heb je gezien hoe dat gaat." zei Karla. "Kaas, ik was echt super bang! Toen ik dat Mes zag, wou ik dat hij een andere kaas had gepakt, maar nu heb ik een idee. Een plan om hieruit weg te komen!" Karla en Kim waren verbaasd, maar Kim vroeg toch naar zijn raar klinkende plan. "Ik hoorde van die meneer dat er kaasdieven zijn..." Kim en Karla schrokken en waren toen alleen maar ongerust. "Hé, rustig maar, ze kunnen ons juist helpen! Want als wij er niet meer zijn, worden we ook niet opgegeten!" "Daar zit wat in!" zei Kim. Dus hoopten Karel, Kim en Karla dat ze allemaal werden gestolen en dus niet werden opgegeten. Dat zou echt geweldig zijn! Ze noemde het Plan Pascha, ook al had dat helemaal geen betekenis. Want een echt plan was het niet, ze konden namelijk niks doen. Maar toch blies dit goede nieuws ze moed in de gaten.
En die nacht gebeurde er iets ongelooflijks.
JE LEEST
Karel Kaas
Krótkie OpowiadaniaKarel is depressief aan het worden. Het lot van de kazen staat hem niet aan, en hij wil het liefst nooit te maken hebben met Mees het Monsterlijke Mes. Maar of dat zo makkelijk gaat als je een kaas bent? Karel kaas is een kort verhaaltje die je een...