*4*

3.3K 158 10
                                    


Aicha:
Ik moest frisse lucht hebben, maar kon het niet laten om nog ff terug te lopen en zag via het raam hoe die nicht of moet ik zeggen zijn verloofde over hem lag heengebogen. Oeff me hart doet nu echt zeer. Hij heeft tegen me gelogen. Ik wil degene zijn die hem hoort te verzorgen, niet die heks! Het kan me ook niks meer schelen wat er tussen hun gaande is. Zolang hij maar weer beter word. Ook al ga ik kapot van binnen, ik ben niet kwaad op hem. Hoe kan ik dat zijn als hij daar zo levenloos ligt. Ya Rabbi, neem hem niet van ons af. Laat hem nog leven. Ik besloot gelijk om naar de moskee te gaan en doua's voor hem te doen.

Ik liep naar buiten en de wind droogde de tranen op mijn gezicht. Het voelde echt heerlijk. Ik moest er vast verschrikkelijk uitzien door al die uren huilen. Ik nam de bus terug richting de moskee en het was niet zo druk. Na het gebed dacht ik erover om terug naar het ziekenhuis te gaan maar wou haar niet tegenkomen. En me moeder moet vast ongerust zijn dus besloot om naar huis te gaan om me moeder op de hoogte te brengen.
Thuis aangekomen kwam me moeder gelijk op me afgerent. Ze vroeg naar de situatie van Faris. Ik zei dat zijn toestand stabiel was en dat we veel voor hem moeten bidden. Ze vroeg me ook of ze wat eten mee zou nemen voor de ouders voor in het ziekenhuis. Ik legde haar uit dat zijn ouders nog niet op de hoogte waren, maar zijn verloofde bij hem was.

Moeder: Verloofde?
Aicha: Ja helaas wel...
Moeder: Het spijt me lieverd. Ik kan zien dat je zeer op hem was gesteld. Hij leek me een goede jongen.
Aicha: Waarom praat je in de verledentijd? Hij is nog niet dood hoor!!

Ik was zo boos dat ik gelijk naar boven liep en op me bed ging liggen. Ik had gelijk spijt dat ik zo tegen me moeder uitviel, maar ik wil er niet aan denken dat hij er straks niet meer is. Me moeder kwam me kamer binnen met wat eten en drinken en ging naast me op de bed zitten.

Moeder: Lieverd, eet wat. Zo kom je op krachten.
Aicha: Nee ik wil niet, heb geen honger
Moeder: Het spijt me van net. Ik bedoelde het niet zo. Hij zal vast weer helemaal gezond worden
Aicha: Het spijt mij, had niet zo tegen je moeten schreeuwen...
Ik omhelste me moeder en we bleven zo we een tijdje samen huilen...

Moeder: Kom, genoeg gehuild, laten we naar hem toegaan
Aicha: Wat? Nee dat kan niet
Moeder: Waarom niet, bezoekuren zijn nog niet afgelopen
Aicha: Ik weet niet of hij wel bezoek mag krijgen van mensen naast familie. En wie let op de meisjes?
Moeder: Maak je geen zorgen om hun. Ik vraag de buurvrouw wel en ik ga eerst naar 't ziekenhuis bellen om na te vragen okee?
Aicha: Oke dan. Shoukran mama

Wat had ik toch geluk moet zo'n moeder. Ze zocht ook helemaal niks achter mijn vriendschap met Faris. Nou jah vriendschap, volgens mij heeft ze wel in de gaten wat ik voor hem voel. Maar jah, ik liep naar de badkamer en schrok van me spiegelbeeld. Rode ogen. Me haar dat vanonder me hoofddoek naar buiten sprong. Oeff ik kan zo niet naar buiten gaan. Mensen zouden me gelijk als zwerver aanzien. Ik waste me gezicht met koud water en toen ik net de badkamer uitliep, hoorde ik me moeder rennend naar boven komen.

Moeder: Aicha, ik heb gebeld en zijn toestand is verslechterd.
Aicha: Wat?!! Nee dat kan niet!
Moeder: Jawel yallah opschieten, we nemen de auto.

Met een bonkende hart liep ik gehaast naar de auto. Wat een geluk dat me moeder haar rijbewijs had. Onderweg begon ik het aller ergste te vrezen. Dat we daar aankomen en ons wordt verteld dat hij dood is. Ik werd misselijk van die gedachte en het werd erger toen ik zag dat we het ziekenhuis al naderden. We renden naar de balie waar ons werd verteld dat we moesten wachten op de dokter. Verdomme ook dat nog! Ik liet dat me niet tegenhouden en rende naar z'n kamer. Ik zag, en kon het bijna niet over me lippen krijgen, zijn verloofde voor de deur staan. Ze zat hystrisch te huilen. Oh nee, dit betekende niks goeds. Ze zag me staan en begon tegen me te schreeuwen.

Yasmina: Jij weer?!! Wat doe je hier?
Aicha: Wat is er gebeurd? Wat is er met Faris?
Yasmina: Kijk zelf dan! Hij gaat dood!!!

Ik keek door het kleine raampje bij de deur en zag allemaal dokters om hem heen staan. Oeff die vervloekte tranen begonnen weer te komen. Ik wou de deur opendoen maar een zuster hield me tegen.

Jij die me ogen opende (af).Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu