hoofdstuk 2

25 4 1
                                    

Terwijl Fin misselijk op het mos ligt, niet in staat te verroeren, hoort hij de jagers dichterbij komen. Hij begint te grommen als ze vlak langs lopen.
"We hebben hem." Hoort Fin een van de jagers zeggen. "Het is een taaie, hoor hem grommen." Hoort hij een andere zeggen. "Doe wat je moet doen." Zegt de eerste weer. Een derde jager tilt zijn kop op. Omdat zijn oogleden te zwaar zijn, blijft hij met zijn ogen dicht grommen. Dan doet de jager iets om zijn nek, het word aangsnoerd en zijn kop word weer neergelegd. Een tweede steek in zijn flank brengt hem weer bij zinnen hij springt bijna meteen weer op en valt net zo snel als hij probeerde weg te komen. Zijn tweede poging ging beter en hij rent zo snel al hij kan weg. Hij bereid zich voor om ook neergeschoten te worden, maar even later ruikt hij ze niet meer. Hij houdt even still en schud zijn kop. Het ding om zijn nek zit hem gelukkig niet in de weg. De lage naaldbomen om hem heen bewegen zachtjes op de wind. Fin steekt zijn neus in de wind, hij is vlakbij de grot. In een drafje gaat hij die kant op. Als hij door het beekje heen loopt stopt hij even om wat te drinken. Met een frisse smaak in zijn bek loopt hij verder naar de rest van de roedel.

Eenmaal daar aangekomen, ziet hij dat Mika veilig is aangekomen. Ikran ook. De alpha komt op hem afgelopen. Hij wordt rondom besnuffeld door alle wolven. Ikran gaat voor hem staan en gromt; "Je ruikt naar jager." Fin legt zijn kop omlaag en gaat liggen aan de voeten van de alpha wolf. Deze niest even en loopt weg. De andere wolven doen ook weer normaal en laten Fin voor wat het is. De welpen komen op hem af gerend als hij naar de ingang van de grot loopt; "Waar is het eten?" Moppert een van de pups. Fin geeft hem een duwtje met zijn snuit en gaat liggen; "Geen prooi vandaag." De welpen begonnen Fin te klieren. Hij deed alsof ze hem daadwerkelijk pijn deden en ging piepend op zijn rug liggen. De pups blaffen van geluk, dit spel vinden ze altijd het leukst. Nadat ze uitgespeeld zijn met Fin lopen al stoeiend met elkaar de grot in. Hij kijkt ze lachend na. Dan draai hij zich om en kijkt het bos in. Het is donker en een vochtige geur komt langs gewaaid; er komt regen aan. Als hij zich weer omdraait om naar de grot te gaan, staat Mika ineens voor hem. Ze loopt naar hem toe en wrijft haar schouder tegen hij zijne. Dan likt ze zijn bek; "Je bent goed voor de welpen." Fin snuffelt haar neus en bijt dan speels in een van haar oren. Ze gromt verschrikt en geeft hem een duw. De alpha ziet dit en met een grom komt Ikran tussen beide. Fin schrikt en loopt weg. Mika en Ikran grommen wat af tegen elkaar. Fin was ondertussen in de grot gaan liggen. Met een zucht legt hij zijn kop op zijn poten. Hij kijkt naar buiten, naar de bomen en het stromende beekje voor de grot. Het is een mooie plek om je jongen groot te brengen, maar hij is geen alpha, nog niet, als het aan hem ligt zal hij binnenkort Ikran uitdagen en de nieuwe leider worden samen met Mika, want hij rook de zwakte van Ikran al vanaf een afstandje, hij begint oud te worden. Langzaam kwamen de andere wolven de grot binnen. Een stuk of twee bleven zitten voor de ingang. De welpen waren nog aan het spelen met elkaar en werden een voor een apart genomen om gewassen te worden door een andere oppasser, het was een vrouwtjes wolf die het vandaag deed. Nu ook het alpha koppel de grot in gaat om te slapen gaat hij verder de grot in om beter te liggen. Met een zacht getrippel loopt Mika langs, Fin tilt zijn kop even op om haar geur op te pikken. Ze kijkt hem even aan en gaat dat naast haar partner liggen. Fin zucht weer; snel genoeg zal zij zijn jongen dragen.

'Geest' Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu