Storms POV
'Harry wat doe je..' Sis ik. Het meisje begint te gillen van de pijn en ze grijpt naar haar been waar gevaarlijk veel bloed uitkomt.
'Waarom schiet je in haar been? Mis je ofzo?' Zeg ik piepend.
'Nee.' Zegt hij kalm en loopt op me af. Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en pakt het mesje uit mijn zak. Daarna loopt hij weer terug naar het meisje en zet het mes op haar keel.
'Zeg. Het. Nu.' Snauwt hij naar haar.
Ik schrik me rot, wanneer mijn telefoon in mijn zak gaat. Harry besteed alleen maar aandacht aan het meisje. Ik neem op. 'Hallo?' Piep ik. Ik zie Harry haar arm pakken en zet er een grote snee in.
'Hai met Anne!' Roept Anne vrolijk door de telefoon. Het meisje geeft een harde gil en ik ren weg. Dit hoef ik niet te zien.
'Storm! Wat gebeurt er?!' Hoor ik haar ongerust roepen.
'Niks, e-er valt een meisje van haar fiets.' Stotter ik als smoes. Weer klinkt er een schot en een gegil. Man, ik moet echt naar buiten nu, voordat Anne meer hoort.
'Storm! Schreeuwt ze.
'Wat was dat?!'
'Ik weet het niet.' Fluister ik zacht.
'Ben je in gevaar?!' Roept ze bezorgd uit. Ik zucht een keer diep en krijg het eindelijk over mijn lippen.
'Anne, je bent in levensgevaar. En Niall ook. Je moet hier nu weg.' Ik hoor haar aan de andere kant van de lijn naar adem happen.
'W-waar heb je het over?' Stottert ze bang. Ik hoor Nialls stem op de achtergrond en even krijg ik geen adem meer.
'Je moet weg. Nu!' Schreeuw ik naar haar.
Ik laat de telefoon uit mijn hand vallen als ik een hand op mijn schouder voel.
'Storm, ben je de politie aan het bellen?' Hoor ik zijn zware stem achter me zeggen. Mijn trui word rood van het bloed dat op zijn hand zit.
'Storm? Ben je er nog?!' Hoor ik Anne uit de telefoon roepen. Mijn hart gaat tekeer.
Ik zak door mijn benen heen, als Niall aan de lijn komt.
Storm, whats wrong?' Hoor ik zijn stem door de telefoon en Harry's hand verstijfd op mijn schouder...
JE LEEST
Killing Boy f.t Harry Styles
FanfictionIk ben Storm en ik ben 16 jaar. Mijn vriendje is 18. Ook al weet ik niet eens of ik hem zo wel kan noemen. Ik weet niet of ik hem kan vertrouwen. Ik ben bang voor hem, terwijl ik weet dat hij me niks zal doen. Maar al die onschuldige mensen. Waarom...