Esmee had mijn tas ingepakt, dus ik was klaar om te gaan. Opzoek naar mijn mate. Het klinkt misschien raar, maar het is ook een droom die waarkomt. Al sinds ik een klein meisje ben, wou ik al de wereld overreizen. Alles zien wat er te ontdekken viel. En nu is het al telaat. Nu is de wereld een grote bom die elk moment kan exploderen. Net als liefde. Alleen heeft liefde niks te maken met CO2 uitstoot. Voor de rest is het wel hetzelfde. Mensen lijden eraan.
Toen ik de houten deur opendeed, stond daar mijn hele pack op me te wachten. Op hun gezichten kon je opwinding zien, dat hun toekomstige Alpha opzoek gaat naar hun Luno. Om de pack sterker te maken.
Mijn moeder en Alice hadden in tegenstelling van de pack in plaats van opwinding, verdriet als gezichtsuitdrukking. Alice rende op me af en gaf me een stevige knuffel. 'Ik ga je missen Wendy. Echt heel erg,' snotterde ze. Alice hield me nog even vast.'Mag ik mijn dochter ook nog even?' Vroeg mijn moeder lachend. Alice lachte nerveus. 'Ja, tuurlijk Alpha.' Ze streek nog even over mijn schouder. Nu was het mijn moeders beurt om mijn ademhaling tijdelijk te stoppen. 'Lieverd, ik vind dat je zo'n dappere beslissing hebt gemaakt. Een beslissing van een toekomstige Alpha.' Haar stem zat vol met trots. 'Sorry mam, maar nu moet ik echt gaan.' Ik maakte mezelf los uit haar omhelzing. 'Doei Wendy, zie je weer gauw, met mate!' Ik zwaaide naar iedereen, een laatste afscheid.
Allemaal transformeerde ze naar hun wolf om te huilen naar de Maan en Zon. Het leven.
Op naar mijn mate. Iedereen heeft het over hem, dus hij zal wel geweldig zijn. Of zij zal wel geweldig zijn. Heel gek, soms gebeurt dat. Dan is de een wel homoseksueel en de ander niet. Niet dat ik iets tegen homo's heb hoor, helemaal niet zelfs. Het lijkt me gewoon heel raar om te zoenen met een meisje.
Eigenlijk kan ik er helemaal niks over zeggen, want ik heb zelfs nog nooit een jongen gezoend. Mijn eerste zoen, die heb ik bewaard voor mijn mate. De meeste mensen begrijpen me gewoon verkeerd. Het is niet zo dat ik geen mate wil, ik wil geen liefde. Dat is waar ik bang voor ben. Liefde. Het zo'n zoet woord, dat het nooit zo mooi kan zien als iedereen beweert. Dat kan gewoon niet.
.
.
.Ik rijd samen met mijn roedels Beta, John, over een hobbelige weg. Onze eerste stop is de Afrikaanse pack. We komen net van het vliegtuig. Man, wat ben ik blij dat ik daar uit ben. Ik vind vliegen zo eng. Je hebt geen controle over wat er met je gebeurd. En dat is het verschrikkelijkste gevoel dat er is: Machteloos.
Autorijden vind ik nou veel leuker. Niet zelf rijden, maar John laten rijden. Als je mij laat rijden ga je verongelukken. Dat heeft niks te maken met mijn autorijd kunsten, omdat ik een vrouw ben ofzo, maar met de natuur. Afrika is een prachtig land. Genietend zit ik om me heen te kijken, naar de prachtige dieren en naar de magnifieke plantengroei. 'Wendy, we zijn er.' Mijn ogen schieten naar John. 'Het werd tijd.' Ik glimlach naar hem.
John stapt uit en houdt de deur voor me open. 'John, je bent mijn beta. Je hoeft echt niet de deur voor me open te houden hoor.' Mijn lach klinkt oprecht. Ik wil niet die
typische toekomstige Alpha bitch zijn. 'Het heeft niks te maken met je positie, maar omdat je een dame bent. Want weet je, een echte heer als ik houd dus de deur open voor elegante dames als jij.' Hij grinnikt. 'Wat jij wil.'We wandelen naar het pack huis. Onderweg komen we af en toe wolf tegen, die eerbiedig naar ons knikt. Ze kunnen aan ons ruiken dat we van een hoge positie zijn. Na een tijdje zie ik in de verte een prachtig, groot, wit huis. Alles hier is smetteloos wit. Vanwege de zon en zo, heb ik me laten vertellen. Het zal wel. Het geeft mij gewoon kippenvel. Ik heb het gevoel dat we net een ziekenhuis zijn binnen gewandeld. De Alpha van de Afrikaanse pack komt naar ons toe. 'Welkom in mijn pack, toekomstige Alpha en Beta van de Europese pack. 'Wij zijn erg dankbaar dat wij hier mogen zijn.' Zei ik tegen de Alpha. Hij zag er erg kalm uit, in zijn witte kleding. Alsof hij rust in de menselijke vorm was. 'Jij moet toch ook je zielsverwant vinden, toch?' Zijn glimlach was al net zo rustgevend als elk ander element aan hem. Hij bood me zijn arm aan, die nam ik aan, en samen liepen verder het pack huis in.
We stopte voor een houten deur. Het gaat eigenlijk niet om die deur, maar wat erachter zit. Stemmen. Van mannen. 'Achter deze deur staan al mijn mannelijke packleden die nog niet hun zielsverwant gevonden hebben. Ben je klaar om naar binnen te gaan?' 'Ja, ik denk van wel.' Ik zette een stap dichter naar de onschuldige deurknop, maar die leek opeens viel minder onschuldig. Hij leek gevaarlijk, alsof als ik mijn hand er omheen zou wikkelen, ik meegesleurd zou worden in duisternis. Ik schraapte al mijn moed bijeen en trok de hendel naar beneden. Toen een klein duwtje, en de deur ging open. Een gevoel van euforie nam bezit van mijn lichaam. Ik voel me alsof ik de hele wereld aankan.
Mijn beloning voor de deur opendoen was een groep mannen. Ze keken me allemaal verwachtingsvol aan. 'Hallo iedereen. Zoals jullie weten ben ik hier om opzoek te gaan naar mijn mate. Als jullie het niet erg vinden, ga ik even aan elke man ruiken. Om te kijken of je mijn mate bent. Ga maar gewoon verder met praten, ik kom vanzelf langs. Doe vooral maar alsof ik er niet ben.' Ik sprak als een leider. Als ik wou, kon ik al deze mannen vermoorden. Geen zorgen, dat doe ik niet. Maar het zou wel kunnen.
Een voor een snoof ik aan alle mannen. Geen een rook buitengewoon. Geen een rook naar mijn mate. 'En?' Vroeg John. Ik schudde mijn hoofd. Ik ben niet teleurgesteld, ik wou mijn mate niet eens vinden, maar op een of andere rare, gestoorde manier, ben ik ook niet bepaald blij. Ik had gehoopt dat mijn mate hier zou zijn. Hoe graag ik ook de wereld wil overreizen, vliegtuigen zijn toch net iets te eng.
Of het is gewoon mijn mate waar ik bang voor ben.
JE LEEST
The Alphabeta
WerewolfAlpha Tony heeft een grote pack. Al zijn pack leden aanbidden hem, deels vanwege zijn uiterlijk, denk ik. De Beta van zijn pack is Finn. Hij ziet er uit als een aardig jongen. Maar ik kan niet van hem houden. Niet van hun allebei. Dat wil ik niet...